Je biografie laat zich lezen als een schelmenroman. Hoe waarheidsgetrouw is die eigenlijk?
“Nou, die bio is eigenlijk best wel waar! Ik heb een half jaar in Noorwegen gestudeerd. Op een gegeven moment ging ik op stap met vrienden. Je betaalt daar alles met je pinpas, toen ik voor de zoveelste keer een rondje ging halen, kreeg ik in het Noors te horen “je hebt geen geld meer vriend”. Ik had nog twee weken te gaan voor ik mijn beurs weer binnenkreeg en wilde niet meteen mijn ouders bellen om om geld te vragen. Ik wilde er zelf uitkomen en had mijn gitaar bij me. Ik ben de straat opgegaan en ben gaan spelen. Ging ik bij de metro staan en haalde ik binnen twee uur € 60,00 op, daar kun je best wat boodschappen voor doen. Zo heb ik mijn laatste maand overbrugd en de kiem voor het singer-songwriterschap gelegd. Omdat ik daar veel tijd had ’s avonds, heb ik er ook veel geschreven.”
Schreef je in Noorwegen andere nummers dan hier, terug in Nederland?
“Niet zozeer door de locatie maar wel doordat ik met andere dingen bezig was. In Nederland gebeurden er weer heel andere dingen in mijn leven. Er is wel één specifiek nummer over die tijd, ‘Norwegian Homesick Blues’, dat is echt mijn verhaal over Noorwegen. Maar het is niet zo dat ik in de sneeuw andere noten speel dan hier. Ik heb inmiddels wel geleerd dat ik rust nodig heb. John Cleese heeft er een mooie uitspraak over: “Als je stress hebt, kun je niet creatief zijn.” Daarbij haalt hij als voorbeeld een soldaat aan die onder vuur ligt. Dat is niet het beste moment om een nieuwe grap te verzinnen. Daar herken ik mezelf wel heel erg in.”