Sniester, die vreemde eend in het festival-landschap. Een festival waar je van de ene verbazing in de andere kan donderen. Het aanbod is soms wat overweldigend en daarom gaan wij elk jaar op ontdekkingstocht. Op de eerste dag hebben we drie routes uitgestippeld, de één vol met ‘herrie’, de ander vol met vrouwen en bij de derde staat spektakel centraal. Met enthousiasme en goede moed bewandelden wij deze paden met een missie: het ontdekken van goede muziek.
Highway to herrie
Bij 3voor12 Den Haag plannen we verslagen als dit zorgvuldig. Bij Sniester hebben we een aantal routes, maar slechts één waar hartkloppingen eerder regel dan uitzondering zijn en zelfs oordoppen je niet kunnen redden: welkom bij #teamherrie.
#teamherrie begint bij Luwten. Het is mooi, maar geen herrie: weg daar. Op naar de decibellen op de Grote Markt. Tijd voor een teaser van The Glücks, het Vlaamse duo waarvan de vergelijking met de White Stripes zeker te maken is, maar misschien is dat te makkelijk. Vorig jaar Brutus, nu The Glücks. Wat is het toch met meedogenloze Belgische drumsters die zingen, schreeuwen en kijken alsof ze er zo iets afbijten? Het is amusant om voorbijgangers met vingers in de oren langs te zien lopen. Amateurs.
Anyway, #teamherrie is gedwongen op te splitsen. De ene helft gaat naar Club Seven, waar ze duidelijk niet gewend zijn aan het relaxte Sniesterpubliek. Tascontrole, fouilleren. Ach, we nemen het maar voor lief. Binnen worden normaal exotische beats gedraaid, nu speelt Rad Raven en wij kunnen ons daar prima in vinden. Bas, drum, gitaar en een hele hoop tattoos (vooral op de bassist). Wat heeft een mens nog meer nodig? De muziek is basic maar effectief en zoals het hoort gaan de eerste voetjes al van de vloer.
De andere helft van #teamherrie duikt de kelder in voor G.O.D. Drie Haagse speedrockers zetten een heerlijke show neer in The Grey Space. Toch verliest uw verslaggever zijn aandacht aan de dames van Parliament of Pain. De lokale roller derby-vereniging speelde in de clip ‘It might get loud’ en zweept voor de gelegenheid het publiek op. De nimfen op wieltjes klimmen in de buizen aan het plafond en sleuren het publiek mee in hun moshpit. G.O.D ramt nog even door, “Zijn jullie al doof!?”. Dan is het stil, loopt de kelder leeg en blijft slechts een intense zweetlucht achter.
Terug naar The Glücks, maar nu voor hun echte optreden. Wie het moeilijk heeft, is de microfoon van zanger Alek Pigor. De standaard is slachtoffer van huiselijk geweld en de microfoon vliegt een aantal keer de zaal in. Zo gaan dingen stuk, Alek! Het optreden zelf is rauw en stevig. Precies in ons straatje dus.
We begeven ons weer naar Club Seven. Alligator klinkt soms gênant veel als Oasis, maar bij vlagen iets rauwer. Zelfs de voorliefde voor Adidas hebben de Schotten overgenomen: trainingspak meets Dr. Martens meets thrift shop. Veel Britser en hipper dan deze mannen krijg je het niet. De vloer trilt, meisjes smelten en ook Spike heeft vlak voor zijn surprise show tijd om goedkeurend toe te kijken (Alligator was een van zijn tips). Het meest hilarische moment: de band is naar de klote en vertrekt. De drummer komt terug en bedankt het publiek in – tot ieders verrassing – vloeiend Nederlands, vertelt over een kaassoufflé en meldt dat de zanger ‘het niet meer doet’. Wij zijn fan.
Equal Idiots, het tweede Vlaamse duo van de avond in de Zwarte Ruiter treft tegen middernacht een opgepompt publiek. Even lijkt de boel in te kakken. De Vlaamse garage punk klinkt degelijk, maar zou ook gewoon het schoolbandje van je buurjongens kunnen zijn. Het tweetal kondigt een cover aan. Het publiek kijkt verward: “Is dit ‘Ça plane pour moi’”? Inderdaad, Plastic Bertrand gaat door de blender, wordt opgegeten en weer uitgekotst. Wat overblijft gaat als zoete koek naar binnen. Het publiek doet weer mee.
Dan gaan we weer terug naar de kelder van The Grey Space. Want laten we eerlijk zijn, dat is toch de coolste zaal van het festival waar alles minstens 20% vetter is. Zo ook It It Anita. Nog voor er een woord gesproken is vermoeden we dat de band Belgisch is, daar komt herrie nu eenmaal vandaan. De bandleden zitten in hun eigen wereld. We horen Millionaire (zaterdag op Sniester), soms een hintje dEUS en meer bands uit die scene. Zware riffs wisselt het opmerkelijk opgestelde kwartet af met verrassend melodieuze stukken, het groovet om af en toe te ontaarden in herrie en chaos. Een lekkere bak herrie. Wij houden ervan.
Het publiek vindt de soundcheck bij Tusky al leuk. Waarom ook niet? Het is gezellig en volgepakt in de Ruiter. Een moshpit vanaf de eerste minuut. De poppunk van de heren is vrolijk en toegankelijk, het publiek gaat er hard op. De groep sluit af met ‘You will not regret this’. Er is consensus: het is heet.
De oordoppen kunnen uit. #teamherrie gaat naar huis.
Buiten de lijntjes
In tijden dat gender een passé begrip geworden lijkt te zijn en mannen en vrouwen gelijk behandeld horen te worden, worden wij van op pad gestuurd langs de zogeheten ‘frontvrouw-route’. Een keur aan acts waar vrouwen de boventoon voeren.
In de kleine zaal van het Paard mag Luwten openen. De band rondom Tessa Douwstra, de zangeres van onder andere Wooden Saints, zegt voor het eerst in Den Haag te spelen sinds de oprichting van de band. Iets dat opmerkelijk is want de groep is al geboekt voor grote festivals zoals Lowlands. De eerste indruk die Douwstra en de hare oproepen is er een van een relatief rustige act die op het randje balanceert tussen heel erg goed en een beetje saai.
Naarmate de set vordert blijkt van het saaie steeds minder sprake, het nummer ‘In Over My Head’ is vrolijk, catchy en in combinatie met de ongemakkelijkheid/nonchalance van Tessa, een uitschieter. Nadat de zangeres vertelt dat ze aan de Valkenboskade in Den Haag driekwart van het album heeft geschreven, kan ze bijna niet meer stuk voor het publiek. Single ‘Go Honey’ gaat er bij de aanwezigen in als zoete koek en afsluiter ‘Indifference’ is in tegenstelling tot het begin van de show vrij luid.
De weg wordt na Luwten vervolgd naar Het Magazijn, een nieuwe locatie voor Sniester. In de, doorgaans voor dansavonden gebruikte, kelder mag The Visual aftrappen. De act die onder contract staat bij het Haagse Mink Records brengt het woord melancholiek naar een nieuw niveau. De liedjes doen denken aan artiesten als Jeff Buckley (en dan niet ‘Hallelujah’, maar de rest van het album Grace) en zorgen ervoor dat de hele kelder stil is. Als er op een gegeven moment mensen relatief luidruchtig de zaal binnenlopen worden ze vrij boos aangekeken door de rest van het publiek.
Als Vrou.Ka in de foyer van het Koorenhuis begint, lijkt de act haar charisma te zijn verloren. Het introductiepraatje van zangeres Ayischa lijkt een beetje ongemakkelijk, waardoor het bijna een debuutoptreden lijkt. Als de eerste noten van beatbakker en toetseniste Julie Pesch worden gespeeld lijkt dit allemaal schijn. Het staat als een huis en voor de eerste keer tijdens onze route, mag er gedanst worden.
Echt lange tijd om te dansen is er niet, de volgende act staat namelijk al te trappelen om te beginnen in het Humanity House. Wanneer Josephine begint te spelen, komt meteen de vraag boven ‘waarom in deze zaal?’. Die moves die bij Vrou.ka er langzaamaan uit kwamen, kunnen ook prima tot uiting komen bij deze set. Gelukkig laat het publiek zich niet weerhouden, er kan tenslotte ook zittend gedanst worden. De act is vermakelijk, melodieën zijn sterk maar de gemaakte zangstem is op het randje. De act is typisch Vlaams, een vergelijking met een Warhola is ook snel gemaakt. De kleding, muziek en de dansbewegingen zijn redelijk hetzelfde. Vernieuwend, nee, maar wel vermakelijk.
Sinds het, inmiddels legendarische, optreden op Pinkpop mag The Charm The Fury zich een heuse metalheadliner in de vaderlandse scene noemen. Vandaar dat de band ook in de Grote Zaal van het Paard staat. Het geluid is niet grandioos maar de spirit die de band uitdraagt wel. Er wordt ge-headbangd en er vormen zich de bijna verplichte moshpits. De band is retestrak en ondanks dat Sniester een eclectisch festival is, waar metal niet de hoofdrol speelt, wordt er genoeg genoten door het hele publiek. Jammer dat de zaal wat leeg is, daardoor is de 'circle pit' eigenlijk gewoon een vijftal mensen dat achter elkaar aan het aanrennen is.
De tweelingzusjes Renée en Loes van Clean Pete zijn van zichzelf al een leuke podiumverschijning. Ook de Nederlandstalige muziek van de band rondom de twee is uitermate vermakelijk. Het klinkt als de Beatles voordat ze aan de drugs geraakten. Vrolijke, uptempo, jaren 60 nummers met leuke teksten. Het nummer ‘Jou Niet’ is bijvoorbeeld een keiharde afwijzing, maar dan in majeur en het nummer ‘Trieste Avond’ is extreem herkenbaar voor iedereen die ooit is afgewezen door iemand die dichtbij ze staat. Daarnaast is het charisma van de twee te prijzen en zorgt de ‘zachte g’ die de zusjes hebben voor menig weke knieën.
Tot slot lopen wij langs Nana Adjoa. Nana Effa-Bekoe is bekend als bassiste van Sue The Night, maar komt met haar eigen bandje ondertussen ook steeds vaker op affiches. Het is immers ook een ijzersterke indieband. De nummers zijn goed en niemand laat een steek vallen. Wellicht mag er her en der nog wat meer buiten de lijntjes worden gekleurd, maar anderzijds: als je een trombone het podium op haalt scoor je altijd punten.
Een hoop nieuwe muziek te verwerken en we kunnen wel zeggen dat we alle kanten zijn opgestuurd. We dromen weg bij Luwten, kunnen dansen op Vrou.ka en Josephine en ruimte om te headbangen was er bij The Charm The Fury. Divers, en niet in een hokje te plaatsen. Klinkt als onze generatie. Klinkt als vooruitgang.
Team Spektakel
Er is van alles te beleven op Sniester maar wij kiezen voor spektakel. In de zoektocht naar glitter, one-man-bands, Gekke-Geit en een feestje zoeken we de randen op van het festival. Eén ding is zeker: deze route blijft je bij.
Niets is wat het lijkt bij Jay-Way. De metalmuziek wordt snel uitgezet als vier jongeren het podium betreden. Het begint simpel, alsof ze net van het voetbalveld zijn afgeplukt en een gitaar in hun handen hebben gekregen met de boodschap: “Speel nu maar wat akkoorden.”
Het intro, bestaande uit een overdosis aan 2004 R&B sounds, bereid het publiek voor op het feit dat er géén metal gespeeld wordt. Als laatste betreedt Jay-Way zelf het podium. Zijn kledingkeuze is opvallend en anders dan de rest van de groep. Meer hipster, minder trainingspak. Hij bespeelt het karige publiek als een publiek van honderden. Hij rapt over Bijbelse zaken en weet het op zo’n manier te brengen dat het diverse publiek ervan smult. Bij het aanzetten van de zaklampen wordt verteld dat we het licht dat we creëeren moeten doorgeven. Best een boodschap voor zo’n jonge jongen. Maar goed, niets is wat het lijkt.
Problemen? Geen punt. Dan maar nog even bier halen. Zo beginnen Melle de Boer en Suzanne Ypma een paar minuten later dan gepland. Maakt verder ook niet uit, want de sfeer in de Gekke Geit zit er goed in. Met instrumenten in de aanslag begint het verbazingwekkende goed uitgepakte rampenplan, totdat halverwege het tweede nummer het tweede onverwachte scenario zich afspeelt: het gitaarelement is in de gitaar gevallen.
Met hulp vanuit het publiek lijkt het probleem zich even te hebben opgelost, hoewel Melle zelf de hoop op zijn akoestische gitaar al heeft opgegeven. Het is een incomplete show, maar ondanks alle omstandigheden proberen zowel hij als het publiek er het beste van te maken.
“Speel gewoon een liedje, acapella als het moet” wordt er uit de menigte geroepen. Maar Melle de Boer en zijn giechelige podiumgenote nemen hier geen genoege mee. Dan maar met de elektrische gitaar. Het lijkt weer te kloppen. Het zuivere stemgeluid van Suzanne werkt perfect op tegen de ietwat onzuivere, maar toch aangename en pure stem van Melle.
En dan komt de solo. Nou ja, het moment dat de solo had moeten plaatsvinden. De twee vallen even stil. Er wordt wat gelachen als Melle vertelt dat hier eigenlijk een gitaarsolo had moeten plaatsvinden, maar dat dat niet gaat omdat de gitaar het niet naar behoeven doet. Helaas maar zo is het nou eenmaal. "Als alles misgaat, gaat ook echt alles mis" is een beetje het thema van de avond geworden als tot groot verdriet van Suzanne ook haar geliefde versterker uit de jaren Veertig aan het optreden ten onder gaat. De interactie tussen Melle en publiek zorgt voor een gezelligheid die we ondanks alle leuke acts, nergens anders op deze manier mogen meemaken.
Als je een band zó schaars gekleed en onder de glitters op het podium ziet staan, vraag je je toch af of dat nodig is om de slechte muziek te verbloemen. Dit is zeker niet het geval bij de Zuid Afrikaanse meiden (en heer op de drums) van The Soapgirls. Het trio brengt aanstekelijke punk dat alles in huis heeft: politieke teksten, een liedje waarin overmatig vaak Fuck You gezongen wordt, rauwe stemmen, strakke drums en een groovy bas. Daarnaast hebben de dames ook nog een uitermate rebels karakter en heeft eentje van het duo misschien een licht drankprobleem. Toch op wat meisjes vooraan na, is het merendeel van het publiek afgeleid (opgegeild) door de afgetapete borsten, reetveter-bikinibroekjes en oké vooruit misschien ook door de halve meter hoge glitterende kroontjes. The Soapgirls hebben hard gezwoegd op het podium bij de Beergarden – inclusief aankleding – en er had best een flinke moshpit als beloning mogen komen.
Door de donkere gangen heen komen we in het Magazijn. Daar zitten tussen de TL-balken een jongen verstopt tussen zijn instrumenten: Bror Gunner Jensson. Deze multi instrumentalist brengt je op een soort roadtrip door Death Valley. Op zijn schoot is zijn gitaar, verder omringd door een bassdrum, snare en high-hat. Op twee lege kratjes bier liggen de pedalen voor wat extra effect. De Zweedse one-man-band is de hele show erg geconcentreerd bezig met de vele instrumenten en heeft soms Bart Chabot-achtige trekjes om alle door elkaar lopende ritmes te blijven tellen. In het Magazijn wordt hij omringd door goede luisteraars. Het is dan ook niet gek dat bij deze donkere blues mensen dromend tegen de muur staan, denkend waarschijnlijk aan hun eigen intrede in een Hitchcock Western. Na al die herrie van net, is dit het nodige en gewild rustmomentje.
Het is aardig vol in de kelder van de Beergarden; er staan nog wat fans met The Soapgirls te praten als Fata Boom het podium beklimt. Waar het bij the Soapgirls nog onwennig was, krijgt Fata Boom met gemak het publiek mee. Oké, misschien had het publiek enkel het eerste nummer nodig om de twijfel weg te nemen: er mag gedanst worden! Uiteindelijk doet de hele zaal braaf slutdrops op de erg dansbare muziek van het drietal.
Glitter, korte jurkjes, excentrieke gezichtsversiering en genoeg gender-blending: Fata Boom is zo’n band waarom we nu praten over genderneutrale wc’s. De extravagante persoonlijkheden brengen net wat extra’s bij de trippy hiphop die in de kelder klinken.
Verder op ons lijstje stond de 'Suprise Act'. Di-rect in het Paardcafé: dat moet een spektakel worden. Met gevaar voor eigen leven veroveren we een plekje voor het podium, net achter de dames die sinds half twee die middag voor de deur aan het wachten waren. Het verslag hebben we uitbesteed aan een fan: “Na twee uitverkochte shows in het Paard staan de Haagse mannen ineens weer een kroeg te spelen. Spike: "Sniester is een vet festival met een goede line-up, dus het is een wonder dat wij er tussen staan." Het podium is misschien wat aan de krappe kant voor de negen mannen en je zal Spike dit keer zeker niet in de lucht zien springen, maar man wat is dit fijn. Een set van een uur met alleen maar (nieuwe) knallers, en bij ‘The Young Ones’ ook een klein kippenvelmomentje want dit is heel bijzonder. Terwijl Marcel zijn schoenen weer aandoet, nog even op de foto gaat met een fan, is de set dan toch echt afgelopen. Kort, krachtig en onvergetelijk.
Voor iedereen die nog niet genoeg heeft gehad van de geile bedoeling bij The Soapgirls, is 't Paard dé plek om het feestje voort te zetten. De vijf ijdele mannen van The Mauskovic Dance Band betreden het podium met maar één doel voor ogen: Sniester laten. Ze maken Afro-Caribische en Colombiaanse cumbia en zijn hier voor de ‘sensual dancing’. De muziek die eigenlijk net iets te veel herhaling bevat, valt bij het publiek lekkerder dan een broodje kroket na een avondje stappen. De heupen worden los, gestimuleerd door de sensuele dansbewegingen van de muzikanten. Ze kijken wat ongeïnteresseerd, maar dat maakt voor het publiek dat meer gefocust is op hun eigen bewegingen niet uit. De laatste nummers worden gespeeld en het einde van Sniester dag 1 in het Paard komt, net als onze route, ten einde.
Nu we je toch even de aandacht hebben:
De redactie van 3voor12 Den Haag – hét online platform voor muziek uit Den Haag – breidt uit en is op zoek naar nieuw talent. Er is plek voor o.a (aspirant) journalisten, fotografen, interviewers, social media-redacteuren, planners, coördinatoren, filmers, radiomakers. Kortom: iedereen die vrijwillig een media-steentje bij wil dragen aan de Haagse muziekscene is welkom.
De eerste stappen van je (muziek-)journalistieke carrière zetten? Ervaring opdoen tijdens je studie? Altijd al willen schrijven voor een publiek? Op zoek naar een nieuwe uitdaging of hobby? Gewoon interesse? Stuur een mailtje naar vacature@3voor12denhaag.nl