Een lang-gekoesterde wens is in vervulling gegaan: afgelopen week ging Atze de Vrieze dan eindelijk als Fan Voor Een Dag naar Suzan & Freek. Het doel: weg met de bekrompen mening, open staan voor een fenomeen waar heel veel mensen gek op zijn.

Al sinds de start van de serie Fan Voor Een Dag prijken twee namen op mijn lijstje: The Killers en Suzan & Freek. De eerste omdat alles aan hun muziek in-your-face lelijk is, de tweede juist vanwege de onnadrukkelijkheid van alles wat ze doen. Hoe kun je fan zijn van muziek die zo veilig voelt, waar niets schuurt, waar alles lief en mooi aan is, althans in mijn beleving? Wat is de aantrekkingskracht van een duo dat wars is van faam en rock ’n roll? Ik liet al oneindig veel kansen lopen om Suzan & Freek te bezoeken, want ze waren overal de laatste jaren, onze paden kruisden steeds net niet. Maar vanavond is het zover: op de eerste van twee uitverkochte avonden in TivoliVredenburg ben ik de grootste fan van Suzan & Freek.

Ik word vanavond ingewijd door Marijn, 43 jaar uit de Betuwe. Ik was eigenlijk op zoek naar een zoet stelletje, omdat dat nu eenmaal mijn beeld is van de Suzan en Freek-liefhebber: high school sweethearts die hun hele leven bij elkaar blijven. Geen koppeltje dus, en Marijn walgt bij die gedachte, zegt ze in de entreehal van TivoliVredenburg. Ze is ook geen jonge meid, zoals de meeste fans hier. Maar Marijn is wel al heel vaak naar Suzan & Freek geweest, van festivals tot clubs als 013 tot het megaconcert in ZiggoDome. Fans als Marijn zijn het antwoord op de vraag waarom grote Nederlandse acts zo ongelofelijk veel kunnen touren. Of het nou Froukje of DI-RECT is of dit lieflijke duo uit het Oosten, hun carrière drijft op mensen die er geen genoeg van krijgen.

'Als jij dat wil, nou dan doe ik dat'

Ik ken Marijn via Ellen Gerritsen van de Stichting No Guts No Glory, die af en toe in mijn timeline opduikt met het geweldige werk dat ze doet. Ellen maakt muzikale dromen waar voor mensen die terminaal ziek zijn. Eén keertje Billie Eilish ontmoeten? Ellen regelt het. Naar Lowlands terwijl je om de twee uur een kwartiertje moet liggen? Let’s make it work. Ook Marijn is ziek. Ze heeft borstkanker, al zes jaar. Ze was 37 toen de diagnose kwam. Jong, maar niet ongewoon voor borstkanker. In eerste instantie dacht ze: ok, borstkanker, daar is tegenwoordig veel tegen te doen, en ik heb nergens last van, dus het zal wel goed komen. Maar het zat niet goed: de kanker bleek zonder dat ze ook maar iets door had uitgezaaid in haar hele lichaam, en sindsdien loopt ze het ene ziekenhuis in, het andere uit. ‘In reservetijd’, zoals ze dat zelf zegt. 

Maar wacht even, hoor ik de cynische lezer denken. Geen tijd te verliezen, leven in reservetijd, en je gaat tien keer naar Suzan & Freek? Moet je dan niet op wereldreis? Moet je dan niet groots en meeslepend leven, lachen, drinken, grenzen oversteken, al je geld opmaken? ‘Elf keer’, corrigeert Marijn lachend. ‘Dit wordt de elfde keer. Het liefst ga ik drie keer per tour. Maar al die andere dingen ben ik ook gaan doen. Ik heb in de afgelopen zes jaar meer meegemaakt dan in de dertig jaar daarvoor. Ik was bij de Formule 1 in Abu Dhabi toen Max Verstappen voor het eerst kampioen werd, ik heb een voetreis gemaakt door Engeland, ik ben naar Montreal geweest voor een concert van P!NK. Het liefst zou ik continu op reis zijn, maar “meer tijd, minder geld” is geen ideale combinatie.’

P!NK, dat is Marijn’s andere grote liefde. Of laat dat ‘andere’ maar weg. Op haar rechterarm staat een songtekst van de Amerikaanse zangeres: ‘Just because it burns, doesn’t mean you’re gonna die. You gotta get up and try, try, try.’ Aan de linkerkant, kort maar krachtig, ook uit het oeuvre van de acrobatische superster: ‘I am here’. Het zijn teksten met een grote betekenis voor mensen, en je begrijpt hoe juist zo’n zin uitverkoren wordt om in inkt gebeiteld te worden. Maar ja, welke tekst van Suzan & Freek zou daar naast passen? Welke zin gaat zo door merg en been dat-ie zin geeft aan het leven? ‘Het is niet zo dat hun liedjes me op die manier raken’, vertelt Marijn, ‘Maar er is één zin uit ‘Blauwe Dag’ die een beetje van mij en mijn zus geworden is: “Als jij dat wil, nou dan doe ik dat”. Ze is de laatste jaren super vaak met me mee geweest. Naar van alles en nog wat, ook naar Suzan & Freek.’ 

Elf keer naar Suzan & Freek, dan mag je gerust ‘fan’ heten. En toch kan Marijn niet zo goed uitleggen waarom. Wat spreekt haar zo aan? Het is niet zozeer de connectie met mede-fans, zoals je dat vaak ziet. Marijn is een eenling, terwijl overal in TivoliVredenburg vriendengroepjes verzamelen. Over tien minuten gaat de zaal open. Bovenaan de trap zijn zes vriendinnen van een jaar of twintig ‘Als Het Avond Wordt’ aan het zingen en al zittend aan het dansen. Zij hebben de plek tegen het hek geclaimd om zo vooraan tegen het podium geplakt te staan. Er beginnen wat blosjes op de wangen te ontstaan. Net op het moment dat de poort open gaat zegt Marijn: ‘Oh, ik heb trouwens een meet & greet na afloop. Ik heb via Instagram een brief gestuurd dat ik heel graag een foto zou willen laten signeren. We worden direct na afloop van de show opgehaald door de tourmanager.’

De slang van Freek

Bij het binnen gaan krijgen we allemaal een gekleurd papiertje, dat we straks voor de flitser van onze telefoon moeten houden bij het nummer ‘Dromen In Kleur’. We positioneren ons op de trap van de Ronda zaal, met perfect uitzicht op het podium. ‘Dit is de plek voor oude mensen, beneden is voor de jeugd’, zegt Marijn, terwijl recht onder ons een meisje flauwvalt en van alle kanten flesjes water aangereikt worden. Bier drinken de fans van Suzan & Freek toch nauwelijks, dus dat komt mooi uit. Naast me staat een meisje van tien met haar vader. Het is haar allereerste concert ooit. Dat zijn altijd shows met een bonus, van die avonden dat iemand voor het eerst de magie van het licht, geluid, de publieksinteractie, de toegift ervaart. Haar favoriete liedje is ‘Nooit Meer Regen’, van de nieuwe plaat. Ze gaat zeker aan haar trekken komen.

Stipt om half negen trappen Suzan & Freek af met ‘De Helft Van Mij’ en een shot confetti-slierten die aan het plafond blijft plakken. Het is meteen het enige special effect van formaat in de hele show, want de avond is precies zo weinig spectaculair als je verwacht. Geen gekkigheid, nul bravoure, de band in het zwart en netjes op een rechte lijn achter op het podium. Alles draait om die twee. Of eigenlijk: 75% om haar en 25% om hem, want Suzan draagt met haar stem de hele Enterprise. ‘Zie je, zij kan écht zingen’, zegt Marijn. Niet dat Freek niks kan hoor, hij zingt prima maar is bovenal essentieel voor de gezellige sfeer die de twee neerzetten. Inclusief kneuterige praatjes tussen de nummers door. Freek draagt ‘Zinloos’ op aan de rijlessen van Suzan. Suzan op haar beurt vertelt met haar vette Achterhoekse tongval hoe ze vanmorgen voor paal stond toen ze bij het hardlopen Freek tegemoet zwaaide (Freek is nogal snel dus samen rennen doet ze liever niet) en bij het dichterbij komen bleek dat ze naar een wildvreemde liep te wuiven.

‘Het meezingen vind ik het mooist’, zegt Marijn, en ze heeft gelijk. Het publiek van Suzan & Freek beschikt over een goede collectieve stem, en de songs worden van A tot Z meegezongen, met als hoogtepunt ‘De Overkant’, waar ze de klassieke interactie-truc ‘jongens vs de meisjes’ met gevoel voor zelfspot inkoppen. Freek: ’Alle mannen die vanavond verplicht mee moesten, laat je horen!’. ‘De Overkant’ is het meest Suzan-en-Freek-liedje van hun oeuvre, een liedje over wonen in een dorp waar helemaal niks gebeurt, met wat mij betreft de perfecte samenvatting: ‘Het is niks om over naar huis te schrijven, maar dat hoeft ook niet als ik thuis kan blijven.’

Dat is wat het is, besef ik, dat is waarom Marijn tussen al die reizen en prikkels terug blijft komen bij Suzan & Freek. Het is thuiskomen, muziek van het kleine gebaar. Waarom zou je iets aantrekken van het feit dat andere mensen dit niet cool genoeg vinden? Daar draait deze muziek helemaal niet om. In de set vanavond zitten twee liedjes achter elkaar over ‘echt’ contact met je ouders, het eigen nummer ‘Andersom Net Zo’, over hoe je nooit genoeg tegen je naasten zegt wat ze voor je betekenen (zeker de zwijgzame Achterhoekers niet) en Stef Bos’ onverwoestbare ‘Papa’, dat Suzan & Freek een nieuw leven gaven in Beste Zangers. Er zit een liedje in over een alledaagse ontmoeting met iemand die je al heel lang niet hebt gezien, zo’n ontmoeting waarvoor je juist niet naar Abu Dhabi moet, een wandelingetje naar de supermarkt is genoeg. Dan gaan Suzan & Freek af voor de verplichte toegift, een ritueel dat ze lekker relativeren. ‘Daar zijn er weer, wie had dat gedacht?!’, zegt Suzan. ‘Het zou leuk zijn als je een keer terug zou komen met Freek Vonk in plaats van met mij.’ ‘Met zijn grote slang!’ Het concert eindigt natuurlijk met de twee grootste hits. ‘Wat als ik jou nooit vergeten kan?’, zingt Suzan, en gouden slierten besluiten het concert.

Meet & greet

‘Weet jij iets goeds om aan ze te vragen?’, vraagt Marijn als het duo vertrokken is en de overgebleven fans nog de longen uit hun lijf zingen op ‘Unwritten’. Oh, verdomd, die meet & greet. Ik ben vandaag zoals dat hoort als een blok gevallen voor de stem van Suzan en de charmes van Freek, maar er komt nog altijd geen zinnige vraag in me op. ‘Ach, het hoeft ook niet, ik word gewoon gelukkig van hun liedjes’, zegt Marijn. Nog geen drie minuten later krijgen we een rood bandje in onze handen gedrukt van een super strak schakelende tourmanager. ‘Hé, jij bent wel de laatste persoon die ik hier verwacht’, zegt de perspromotor van Sony Music die ik backstage tegen het lijf loop. 

Marijn hoeft even later ook niets anders te vragen dan een handtekening op haar foto, want vragen stellen doen Suzan & Freek zelf, in het kleedkamergedeelte waar allerlei mensen in en uit rennen. ‘Heb je een leuke avond gehad?’ ‘Hoe gaat het nu met je?’ ‘Ja, nou ja, het gaat langzaam bergafwaarts, maar ik vond het weer heel leuk. Dankjewel, deze foto ga ik aan de muur hangen.’ Het is maar een paar minuten, en dan staan we weer buiten. Maar als ik inmiddels iets weet van fandom, is het dat dat genoeg is. Even gezien worden, even een handje of een handtekening, en dan weer verder met leven.