‘Hoe is je Duits?’
‘Goed.’
Gewoon: goed. Niet: ‘Ein bisschen’, goed. Daar kan ik van op aan. Ik heb de juiste persoon gekozen om me te begeleiden vandaag. Joost Heijthuijsen. Ik leerde hem kennen als directeur van Incubate in Tilburg, een behoorlijk hardcore underground festival waar je de raarste en meest uitdagende acts kon zien, maar waar als de avond lang genoeg werd ook zomaar de polonaise gelopen kon worden bij de Deurzakkers. Een man die carnaval in zijn agenda blokt en die de Duitse volkscultuur op een merkwaardig voetstuk heeft staan. Hij aarzelde geen moment toen ik hem vroeg mee te gaan naar Heino, de koning van de Schlager. Als ik hem zeg dat we vanavond Heino misschien wel kunnen ontmoeten zegt hij: ‘Mijn grootvader zou trots zijn.’
Daar staan we dan, in onze kersttruien, in TivoliVredenburg. Op die van Joost prijkt de markante kop van Karl Marx en de slogan All I Want For Christmas Is The Means For Production. De mijne heb ik stomtoevallig vorige week gekregen toen mijn vriendin in Shrewsbury was, een plaatsje bij Birmingham. Ik ben daar nooit geweest, maar toen ik twintig was speelde altijd FIFA op de Playstation met Shrewsbury Town, om te kijken of je met het slechtste team van het spel ook kampioen van de Premier League kon worden. Het is misschien een beetje gek om met een Engelse kersttrui naar een Weihnachtsabend met Heino te gaan, bedenk ik me nu, maar die underdog-mentaliteit zal hem vast bevallen.
Fan Voor Een Dag, ik zal het even voor je opfrissen: ik ga een avondje mee naar een concert dat buiten mijn comfortzone ligt, of beter: van een artiest waar ik altijd een hekel aan heb gehad, en tot die laatste categorie mag je Schlager best wel rekenen. Ik ging eerder naar Weezer, naar John Mayer en naar Slipknot, en wat bleek: als je je laat begeleiden door iemand die oprecht liefhebber is, kun je bijna niet nat gaan. En zo loop ik de trappen naar de Ronda niet eens zozeer op met een open mind, maar met de overtuiging dat het geweldig gaat worden.