Het laatste zomerfestival van het jaar, Into The Great Wide Open, is er voor iedereen. Ook voor de bellenblazende jongeren, die ergens achter een mysterieus houten hek een hangout hebben geclaimd. ‘Ik kom hier voor mijn rust’, staat er op een bordje boven de ingang. Ernaast: ‘Ik haat zand en wijnmoeders’.

Je friemelt wat aan een grassprietje. Dommelt weg tussen de duinen. De Toegift zingt nostalgische liedjes over het zand en de schelpen in je binnenzak. Even is niets van belang, behalve dan de vraag of je dat tergende statiegeldmuntje nog ergens in je (niet-plastic) tas hebt zitten. Into The Great Wide Open is een plek van loslaten. Dus ook dat superstrakke tijdschema dat je in je notities hebt staan. De Toegift niet gered? Dan is er altijd nog de fluisterfolk van de Australische zangeres Indigo Sparke. Net zo mooi.

Wereldreizen

Wat treffen we dit jaar allemaal op ITGWO? Nou, je kunt alle kanten op. Niet alleen de klim naar de Vuurboetsduin om de Keltische harp van Sangre de Muerdago te kunnen ervaren, is een hele wereldreis, de line-up zelf kan er ook wat van. Ok, Vlieland is geen Biarritz (op dit eiland moet je je afritsbroek weer aanritsen zodra de zon onder is), maar ontketen dan tóch je innerlijke francofiel bij de Franse psychpopband La Femme. Of wieg zachtjes heen en weer bij de bossanova-liefdesliedjes van Braziliaan Sessa. Ook al valt-ie helaas wat tegen. Het Portugese gezang en getokkel van zijn gitaar vallen een beetje weg zo in de duinen van de Tokkelbaan (en de boel is af en toe ook écht een beetje vals). Ach, nog steeds gezellig. 

Prachtig schittert vooral de Pakistaanse zangeres Arooj Aftab op het Sportveld. Best een uitdaging om haar op het hoofdpodium te zetten, zo voor de borrelende massa. ‘Klink ik als een soort god uit de hemel?’, lacht Aftab. ‘Dan zit er misschien wat te veel reverb op mijn stem.’ Hemels klinkt ze zeker. Net als die contrabas en harp improvisaties die haar kronkelende melodielijnen tot een Oosters sprookje maken. Ze krijgt het veld muisstil. Ter beloning gooit de zangeres zachtjes een paar rode rozen het Sportveld in. Wel pas na toestemming van het publiek, zo empathisch als ze is.

Charlotte Adigéry & Bolis Pupul

Vierend Vlieland

De eeuwig dansende vrijwilligers die je echt op elke hoek tegenkomt op Into The Great hebben er weer zin in dit jaar. Wie eigenlijk niet? Gelukkig kun je overal tussen de duinen en dennen wel rondhuppelen. Al aan het begin van de donderdagavond bij de seventies-lazer-funk van L’éclair, bijvoorbeeld. De helft van het Sportveld babbelt wel meer dan dat ze dansen. Niet de beste spot voor het Zwitserse zestal. Wat later op de avond is het tijd voor Takeshi’s Cashew in de Bolder. Die zorgen voor een soort medieval-psych-funk experience. De enorme mensenmassa die daarnaartoe trekt, wordt niet teleurgesteld. Vooral niet door de didgeridoo, die gemaakt is van loodgieterbuizen (?!). De grootste dance-trekker van het hele weekend is het electroduo Charlotte Adigéry & Bolis Pupul. Die twee werden ooit door niemand minder dan de gebroeders Soulwax aan elkaar voorgesteld. De act is duidelijk veel te groot voor de Open Plek. Gelukkig leidt hun absurdistische show genoeg af van het feit dat je er nauwelijks bij kan ademen. 

Bands, bands, bands

Er zijn dit jaar heel wat coole gitaaracts op Into The Great. De meest verrassende vondst van het weekend is de Australische pubrockband Floodlights. Het vijftal uit Melbourne speelt tijdens golden hour: wanneer er dus al flink wat is ge-‘cheers!’t. Dan gaat de Tokkelbaan wel goed op die leipe mondharmonica-solo’s. Met de tenen in het duinzand is vooral de track ‘Wide Open Land’ extra van kracht: ‘I can see the ocean, I can feel the sky. There’s one place that I’m dreaming of…’ Vlieland, tuurlijk! Enige minpuntje: de Aussies besluiten hun allerbeste track ‘Nullarbor’ voor gezien te laten.

We vinden spannende acts ook gewoon dichtbij huis: de Rotterdamse groovemonsters van Iguana Death Cult, bijvoorbeeld. Die zetten nonchalant een van hun beste shows ooit neer. Nog net effe voor hun tour door Noord-Amerika. Alles loopt op rock-n-rolletjes. Frontman Jeroen Reek springt in de chaos van het liedje ‘Oh No’ het publiek in. Een fractie van een seconde later staat-ie weer heelhuids op het podium. Is dat een gesprongen gitaarsnaar? No worries! Die is aan het einde van het liedje alweer gefixt door Jeroen zelf. Én hij stopt geen moment met zingen. Soepel. Voor KEG zit het daarentegen niet helemaal mee. De zevenkoppige chaos-post-punkband uit Brighton mist hun drummer (die is ziek of zoiets). Vandaar dat zanger Albert Haddenham voor de verandering vastgekluisterd zit aan het drumstel. Dat haalt verder verrassend weg van hoe vet ze zijn. 

Over zingende drummers gesproken: Squid speelde in 2019 al op ITGWO, maar mag zich deze keer tot sleutel-act op de drukke zaterdagavond op het Sportveld rekenen. Eerder deze zomer bracht Squid die maniakale plaat O, Monolith uit. Het stel Britten start hun set met de beste track ervan: een uitgesponnen versie van het liedje ‘Green Light’. Of nou ja, de helft ervan. Opeens loopt de boel kunstig over in het even hectische ‘Swing (In A Dream)’. De set is één grote slow-burn met een heleboel helse erupties. Het liedje ‘Narrator’, bijvoorbeeld, van de steengoede plaat Bright Green Field. In de pit die dan ontstaat wordt letterlijk gesprint. Echt insane. En dat allemaal terwijl er naast je iemand een portie vers geplukte oesters naar binnen werkt.

St. Paul

Beuken in de Bolder

Voor nog meer blauwe plekken moet je naar de Bolder. Daar nam de meest chaotische punkrapband van Nederland, Ploegendienst, nota bene hun laatste plaat op. Full circle momentje als ze er spelen, dus. Net zo full circle als de cirkelpits die frontman Ray Fuego aanjaagt tijdens zijn set. Vliegt daar nou een strandsandaal door de lucht?!

Ja, er vliegt dit jaar wel meer door de Bolder-pits. Iemands boodschappen van de kampeerwinkel om de hoek, bijvoorbeeld. Tijdens die eng strakke show van Beige Banquet. Het vijftal Londenaren maakt sneltrein-staccato-liedjes met panische gitaren en heeft een frontman die zingt als een vastgelopen robot. Egg-punk: ergens tussen DEVO en Crack Cloud in. ‘Tering’, zucht iemand die de vliegende Spar-tas nog net kan ontwijken. Meer woorden zijn er niet voor nodig.

Tijdens Leg de Bolder in de As heb je haast nog een reserve paar oordoppen nodig. Deze triple bill van jonge punkbands is in principe een wedstrijdje herrie schoppen. De frontman van Apeshit kromt zijn hand in een ‘U’-vorm en plots begint heel de Bolder ‘Uuuuuuuu!’ te loeien. Prachtig hoe blijkbaar heel hun Utrechtse vriendenclub is afgereisd naar het eiland. Natuurlijk óók voor collega-band No Brains. Gelukkig hebben de Amsterdammers van L.A. Sagne de backing van Sophie Straat. Die staat vooraan compleet uit haar dak te gaan.

Ontspannen op de Open Plek

Oh ja, je komt hier voor je rust. Die vind je vooral zondagochtend op de Open Plek middenin het naaldbos. Dan is het er pas écht magisch. Op het serene wandelpad ernaartoe plukken eilandhippies op blote voeten de bramen uit de struiken. Hoor je dat in de verte? Big Thief-gitarist Buck Meek galmt door het bos. Een handjevol vroege vogels krijgt stiekem alvast een voorproef tijdens de soundcheck. Even later zwijmelt iedereen weg bij zijn schitterende folkset: knock-out in hangmatten, met kleine oogjes en een kater van hier tot Tokio. Gelukkig vindt Buckie ons prachtig in het morgenlicht, zegt-ie zoetjes. Helemaal wegsuffen is het trouwens niet: zijn liedjes zitten vol met fuzzy gitaarsolo’s en een tierende lapsteel. Vooral tijdens ‘Cyclades’, een track van zijn splinternieuwe plaat Haunted Mountain, is de band op zijn rafeligst. ‘Ik denk dat de koffie begint in te kicken’, grijnst Buck.

Laat al die wandelblaren, monstermuggenbulten en Bolder-blessures de laatste dag niet bederven. Blijf lekker hangen op de Open Plek. Later is het wegdromen bij de dreampop van de Londense Nabihah Iqbal, die naast haar eigen werk ook een fantastische Deftones-cover speelt (‘Be Quiet and Drive (Far Away)’). Duik daarna de Kuil onderaan de heuvel in, voor de net zo dromerige indie-zuchtpop van de Nederlandse Malu. De afsluiter van de Open Plek is het Welshe drietal The Bug Club. Die schudden iedereen op het laatste moment toch nog even wakker met hun The Modern Lovers-achtige rock-n-roll. Misschien dan toch nog genoeg energie om wat te dansen op het Sportveld. Of niet. Wat maakt het allemaal uit—het is the land of the Vlie! Vang anders nog wat krabben ofzo.