Big Thief gitarist Buck Meek vond de liefde in Amsterdam en moest een jaar lang liefdesbrieven schrijven om die eerste ontmoeting in stand te houden. Nu heeft hij een fonkelend album gemaakt over liefde, familie en over de verhalen die ons maken. Hij keert deze week terug naar Nederland, voor optredens op Vlieland en in de stad die zijn leven veranderde.

Of Buck Week zich nog iets herinnert van de vorige keer dat hij op Into The Great Wide Open speelde, met zijn band Big Thief? Natuurlijk! Hoe kun je zo’n eiland vergeten? En bovendien: het was die show waarbij drummer James Krivchenia niet op kwam dagen en Big Thief voor de gelegenheid een trio was. ‘Geen probleem’, zegt gitarist Buck Meek. ‘We hebben bij Big Thief een gouden regel: iedereen mag eens in de zeven jaar een show missen. Zonder opgave van reden, op het laatste moment, het maakt niet uit. We hebben er zelfs een woord voor verzonnen: matasana. Op een dag krijgen we een Adrianne matasana, en ja, dan gaan we ook gewoon spelen. Dat gaat rellen worden! De mijne heb ik vorig jaar in Parijs uitgespeeld. Wat er aan de hand was? Dat ga ik natuurlijk niet vertellen, er moet wel iets geheim blijven.’

Dit jaar neemt Buck Meek een kersverse soloplaat mee naar Vlieland. Haunted Mountain heet hij, en hij verscheen afgelopen vrijdag. Die berg uit de titel verwijst naar zijn huis in het Santa Monica gebergte, vlakbij Los Angeles. Een plek op 1.000 meter hoogte met beperkt telefoonbereik en de wereld aan medicinale kruiden, spinnen en ratelslangen in de tuin. Een paradijs, noemt Buck Meek het, vooral nu hij er woont met de liefde van zijn leven, Germaine Dunes. Ze is een Nederlandse, en hij ontmoette haar bij een optreden in Amsterdam. Als we zijn liedjes over haar mogen geloven was het een donderslag bij heldere hemel, één enkele blik die zijn leven veranderde. Pure, jaloersmakende liefde.

Bijna dood

‘Zo is het ook echt’, beaamt Buck. ‘Ik zag haar en voelde meteen dat ze familie was, een klik vanaf een afstandje. We hebben die hele avond samen door de stad gezworven. Ze nam me mee naar een soort krakersbar in Noord met een sauna en hebben de hele avond alleen maar gepraat en gepraat. Ze werkte in die tijd als ruimtevaart-onderzoeker, dus we hebben over het heelal gesproken. En ze had ook een tijdje onderwater-biologie gestudeerd, dus ze wist ook van alles over walvisgeluiden. Echt, ik werd compleet van mijn sokken geblazen door deze vrouw. Aan het eind van de avond moest ik weg. We hebben elkaar op de wang gekust, en dat was dat. We hebben elkaar een jaar lang brieven geschreven voor we elkaar opnieuw konden ontmoeten en samen gingen kamperen.’ Ruimtevaart, een lange-afstands-relatie, bij elkaar opgeteld levert het een liedje op over een alien die op aarde neerdaalt en even snel weer verdwenen is als-ie verscheen. Maar inmiddels wonen Germaine en Buck dus samen tussen de kruidenplanten in dat Californische paradijsje.

Zelf groeide Buck Meek op in Wimberley, Texas, een klein plaatsje in de heuvels tussen Austin en San Antonio. Zijn vader maakte er kunst met glas, zijn moeder was eerst kinderpsycholoog, tot ze haar baan opzegde om de Meek Studio & Gallery te runnen. ‘Wimberley was een mooie plaats om op te groeien hoor, het was traditioneel een plek waar mensen naartoe trokken die de stad ontvluchtten, er was echt een kunstcommunity met veel outlaw songwriters. Ray Wiley Hubbard komt er vandaan, gitarist Slim Ritchie, een hoop oude muzikanten die nog gespeeld hadden met de legendarische Bob Wills & His Texas Playboys. Blaze Foley heeft er een tijde gewoond. Elke vrijdag was er een bluegrass jam in het Catfish restaurant, en daar zaten van al die ouwelui met hun banjo’s, violen en mandolines.’

Mannen vol met muziek, en de jonge Buck Meek leerde er folkmuziek spelen om op te dansen. Ze zaten ook vol verhalen, de een nog uitzinniger dan de ander. Verhalen van het muzikantenleven, en vooral van het leven on the road. Dat fascineerde Buck Meek altijd al, ook in de verhalen van zijn ouders. Zo ving hij in het nummer ‘Cyclades’ de bijna-dood-ervaring van zijn pa uit de tijd vóór die zijn moeder ontmoette. Hij schoof onderuit met de motor en overleefde het maar net. En het verhaal van hun honeymoon samen, een paar jaar later, in Griekenland. ‘Ze reden op een regenachtige, winderige weg op de Cyclades eilanden, vlogen uit de bocht en spinden recht op een vrachtwagen af. Als door een wonder schoten ze dwars door de lege laadruimte van de truck heen. Ongelofelijk, magisch! Maar toen ik het daar laatst met mijn moeder over had, zei ze: hoe kom je daar nou bij, dat is helemaal niet gebeurd! We hebben wel een ongeluk gehad, maar dat met die vrachtwagen heb je compleet uit je duim gezogen. Dat was dus mijn jeugdherinnering. Ik vind dat geweldig, dat we dat kennelijk doen met herinneringen, we overdrijven ze en zijn vervolgens overtuigd dat het echt zo gebeurd is.’

Black-out

Buck Meek heeft talloze van die bijna-dood-herinneringen, vertelt hij trots. Eentje doen? ‘Ok, komt ie. Ik zou een keer naar Hawaii met mijn toenmalige vriendin, haar zus woonde daar en we zouden bij haar overnachten. Alleen: in het vliegtuig maakten we het uit, en dus zat ik op Hawaii zonder vriendin en zonder geld. Ik heb een maand rond gelift, elke dag mango als diner, en toen belandde ik in het huis van een vriend. Die woonde vlakbij de vulkaan in verlaten avocadoboomgaard. Je kon er niet echt meer iets verbouwen, omdat de lavastroom te dichtbij liep. Die vriend zei me: eet vooral op wat in de koelkast staat, voel je thuis! Ik vond in de kast een enorme pot met kokosnotenvlees, en die heb ik half leeg gegeten. Daarna weet ik niets meer, ik ging out, werd wakker in de jungle. Wat bleek: het was geen kokosnoot, maar geconcentreerde marijuanaboter. Het kostte me bijna een dag om weer bij te komen. Eenmaal bij mijn positieven was ik compleet verdwaald in die boomgaard en stond ik plotseling oog in oog met twee gigantische waakhonden. Ik was in de hut van iemand anders, en ze stonden klaar om me aan te vallen. Het werd een staring contest van een uur voor ze afdropen. Nee, er was niemand bij als getuige, je zult mijn verhaal moeten vertrouwen, maar dit is wel 100% mijn herinnering.’

Een goed verhaal moet je niet kapot checken, daar moet je een liedje van maken. Al die individuele ervaringen er herinneringen, die vormen samen de kern van ons mens-zijn, en ze moeten vastgelegd worden voor ze vervliegen. Met die mentaliteit is Buck Meek een aardig oeuvre bij elkaar aan het schrijven. Sinds 2014 verschenen drie albums en een verzameling b-sides van zijn hand. En dat terwijl hij zijn handen vol heeft als gitarist van Big Thief, dat in diezelfde periode vijf platen uitbracht en uitgroeide tot een van de meest bezielde indiefolkbands van deze tijd. Meek is er gitarist, in de schaduw van de magische frontvrouw Adrianne Lenker. Maar hoewel haar charisma enorm is, voelt Big Thief toch als meer dan ‘haar band’. Big Thief is een unit.

Dat zagen we ook zo mooi in dat ene rare maar mooie moment op Best Kept Secret, een jaar geleden. De band is net begonnen met het nummer ‘Not’ als Lenker ineens de tekst kwijt is. ‘Fuck, I forgot the words’, zegt ze. Buck Meek voegt toe: ‘A lot of feelings lately, sometimes we forget the words.’ Hij doelt daarmee op een rel die op dat moment gaande is over het al dan niet spelen in Tel Aviv, wat de band op veel kritiek kwam te staan vanuit sympathisanten van de Palestijnse zaak. De volle tent ziet Adrianne Lenker worstelen met haar black-out, terwijl de band doorspeelt en Buck probeert te souffleren. Het duurt twee volle minuten tot ze zich herpakt en het nummer een vlammend vervolg krijgt. Een nachtmerrie? Niet echt. Het was geen gênant moment, het was precies waarvoor je naar een band als Big Thief komt kijken.

‘Eigenlijk is het altijd zo geweest, al zijn we er wel beter in geworden. In het begin zouden we misschien gestopt zijn, of we hadden ons geschaamd. Maar we hebben door de jaren heen veel gesprekken gevoerd over vertrouwen in elkaar. We willen met de flow mee kunnen gaan, het risico nemen dat alles uit elkaar sodemietert en kwetsbaar zijn tegenover je publiek. Het is namelijk heel menselijk om fouten te maken, we zijn geen perfect product dat klaar is om geconsumeerd te worden. Dit is hoe we muziek maken. We veranderen de setlist elke dag en als we in de tourbus iets schrijven moet het direct dezelfde dag live gespeeld worden, ook als we het nog niet goed kennen. Dat spel met het zwaard van de angst is de definitie van onze vriendschap en van onze band.’