De laatste keer dat Romy zichzelf verloor op de dansvloer? Misschien op Glastonbury, bij de set van haar besties/geweldige dj’s HAAi en I. JORDAN. Of nee, misschien toch die Brusselse block party, waar ze als dj vanaf het laadplatform van een hotel popanthems en househits stond te draaien. Of nee! De allerleukste keer, zo vertelt Romy vanaf de bank van het Beggars-hoofdkantoor in Amsterdam, dat was alweer een paar maanden geleden. Ze draaide in Kopenhagen, kwam er die avond achter dat haar goede vriendin Avalon Emerson (die eerder dit jaar in de Bravo op Lowlands draaide) bij het Deense queerfeest Group Therapy draaide, en ging spontaan langs. ‘En die nacht was zooooo gaaf,’ vertelt Romy glimlachend. ‘Avalon draaide geweldig, in de club waren geen telefoons toegestaan, ik kon mezelf totaal verliezen in de muziek. Ik ben meer het type dat vanaf de zijkant observeert, een verlegen danser dus, maar steeds vaker lukt het om niet meer zo zelfbewust te zijn, minder in mijn hoofd te zitten en mezelf écht te laten gaan. In de club komen al je emoties naar de oppervlakte, de muren die je optrekt gaan naar beneden en opeens heb je gesprekken die je op klaarlichte dag nóóit zou hebben. Zulke nachten, dát is waar mijn album over gaat.'
Zo, we vallen meteen met de deur in huis. Aan het woord: Romy Madley-Croft (34), beter bekend als de gitarist en zangeres van The XX, maar de afgelopen jaren heeft Romy zichzelf opnieuw uitgevonden: als maker van euforische dansvloer-anthems met behulp van Fred again.. en superster-dj HAAi en als dj op festivals als Glastonbury en Down The Rabbit Hole. Vandaag verschijnt dat solodebuut, Mid Air genaamd, een album vol pophouse over euforische momenten in de club, momenten waarop je loskomt van de vloer, de lucht in wordt getild door de muziek en gewichtsloos staat te dansen.