‘If we can live through this…’, verzucht The Blessed Madonna vanaf een videoscherm, ‘what comes next will be marvelous!’ En ja hoor, de Melkweg gaat totaal uit z’n plaat. Maar echt totáál. Opeens is de ultieme lockdown-hit ‘Marea (We’ve Lost Dancing)’ de ultieme post-corona-knaldrang-plaat. We hebben het dansen verloren, maar nu hebben we het dansen weer herwonnen! Zo voelt het echt, vandaag in de Melkweg. Fred again.. staat dus op het podium keihard te grijnzen. Dit is de allereerste Nederlandse show van de Britse producer, alle tickets waren in een dag weg en vanaf de eerste tot de laatste tel gaan de armen omhoog voor zijn toegankelijke, licht melancholische dancepop-tunes. Hij heeft z’n show ook ontzettend slim vormgegeven: twee go-pro’s op hem en zijn bandgenoot zodat je ziet hoeveel hij live doet met zijn keyboard en samplers. Hij verbouwt zijn tracks live on the spot, strooit hopsa stukkies Burial en Frank Ocean door zijn eigen producties en zingt ook zelf. Dit wordt geheid een festivalhit op Lowlands, en daarna kan hij ook een zaal aan die drie keer zo groot is.
Al die producties? Die maakt de 28-jarige Fred Gibson alias Fred Again.. (die puntjes horen erbij) het liefst als hij buiten zit, vertelt hij twee uur eerder in een kleedkamer van de Melkweg. Op treinstations en in parken, met zijn laptop op zijn schoot, koptelefoon op en het geroezemoes van de echte wereld om hem heen. Sterker nog, spits je oren terwijl je zijn Actual Life-platen en EP’s luistert, en je hoort hoe hij het omgevingsgeluid in zijn danceproducties verweeft. Opeens zit je naast hem op het Liverpool Street Station in Londen, of hoor je de metro wegrijden terwijl iemand een sigaretje opsteekt. Fred heeft wel een hotshot studio, zegt hij, waar hij werkt met sterren als Ed Sheeran, Stormzy, Romy en Headie One. ‘Maar die gebruik ik steeds minder! Als ik begin te werken aan een nummer, heb ik vaak dat verschrikkelijke gevoel van een leeg vel papier: er is nog niks. Je speelt een noot en denkt: “Wat een rotzooi, die noot heb ik al eerder gespeeld.” Je speelt een akkoord en denkt: “Oh, dat akkoord heb ik al eens gehoord.” Als ik eerst het omgevingsgeluid in mijn project sleep, dan voel ik me direct vrijer om daaroverheen te spelen, te onderzoeken welke stemming de soundtrack bij die wereld zou moeten hebben. Dus dat doe ik: ik neem het omgevingsgeluid op met mijn iPhone en zet dat zo hard mogelijk. Dat werkt mega-inspirerend, ik zit niet meer in een doods digitaal vacuüm te werken. Zelfs als je maar twee noten speelt, bestaan ze opeens ook in de echte wereld en niet alleen in een digitale.’
Hij kan totaal nerden over de klank van die iPhone-opnames: ‘De compressie van de dictafoon-app is te gek, die van Whatsapp heeft weer een ander algoritme maar klinkt ook geweldig. Ik ben in de studio vaak eeuwen bezig om de microfoons goed klaar te zetten, en realiseer dat ik negen van de tien keer de voorkeur geef aan het geluid van mijn telefoon.’