De heetste producer van de UK gaf afgelopen week zijn eerste Nederlandse show. Voor Fred again.. ligt keihard clubben in Berlijn en zingen in het gospelkoor van Brian Eno helemaal niet zo ver uit elkaar. ‘Het is de ultieme vorm van meditatie.’

‘If we can live through this…’, verzucht The Blessed Madonna vanaf een videoscherm, ‘what comes next will be marvelous!’ En ja hoor, de Melkweg gaat totaal uit z’n plaat. Maar echt totáál. Opeens is de ultieme lockdown-hit ‘Marea (We’ve Lost Dancing)’ de ultieme post-corona-knaldrang-plaat. We hebben het dansen verloren, maar nu hebben we het dansen weer herwonnen! Zo voelt het echt, vandaag in de Melkweg. Fred again.. staat dus op het podium keihard te grijnzen. Dit is de allereerste Nederlandse show van de Britse producer, alle tickets waren in een dag weg en vanaf de eerste tot de laatste tel gaan de armen omhoog voor zijn toegankelijke, licht melancholische dancepop-tunes. Hij heeft z’n show ook ontzettend slim vormgegeven: twee go-pro’s op hem en zijn bandgenoot zodat je ziet hoeveel hij live doet met zijn keyboard en samplers. Hij verbouwt zijn tracks live on the spot, strooit hopsa stukkies Burial en Frank Ocean door zijn eigen producties en zingt ook zelf. Dit wordt geheid een festivalhit op Lowlands, en daarna kan hij ook een zaal aan die drie keer zo groot is.

Al die producties? Die maakt de 28-jarige Fred Gibson alias Fred Again.. (die puntjes horen erbij) het liefst als hij buiten zit, vertelt hij twee uur eerder in een kleedkamer van de Melkweg. Op treinstations en in parken, met zijn laptop op zijn schoot, koptelefoon op en het geroezemoes van de echte wereld om hem heen. Sterker nog, spits je oren terwijl je zijn Actual Life-platen en EP’s luistert, en je hoort hoe hij het omgevingsgeluid in zijn danceproducties verweeft. Opeens zit je naast hem op het Liverpool Street Station in Londen, of hoor je de metro wegrijden terwijl iemand een sigaretje opsteekt. Fred heeft wel een hotshot studio, zegt hij, waar hij werkt met sterren als Ed Sheeran, Stormzy, Romy en Headie One. ‘Maar die gebruik ik steeds minder! Als ik begin te werken aan een nummer, heb ik vaak dat verschrikkelijke gevoel van een leeg vel papier: er is nog niks. Je speelt een noot en denkt: “Wat een rotzooi, die noot heb ik al eerder gespeeld.” Je speelt een akkoord en denkt: “Oh, dat akkoord heb ik al eens gehoord.” Als ik eerst het omgevingsgeluid in mijn project sleep, dan voel ik me direct vrijer om daaroverheen te spelen, te onderzoeken welke stemming de soundtrack bij die wereld zou moeten hebben. Dus dat doe ik: ik neem het omgevingsgeluid op met mijn iPhone en zet dat zo hard mogelijk. Dat werkt mega-inspirerend, ik zit niet meer in een doods digitaal vacuüm te werken. Zelfs als je maar twee noten speelt, bestaan ze opeens ook in de echte wereld en niet alleen in een digitale.’

Hij kan totaal nerden over de klank van die iPhone-opnames: ‘De compressie van de dictafoon-app is te gek, die van Whatsapp heeft weer een ander algoritme maar klinkt ook geweldig. Ik ben in de studio vaak eeuwen bezig om de microfoons goed klaar te zetten, en realiseer dat ik negen van de tien keer de voorkeur geef aan het geluid van mijn telefoon.’

CV Fred again..

2014: albums met Karl Hyde en Brian Eno
2015: producties voor Roots Manuva en Ellie Goulding
2016: o.a. ‘After The Afterparty’ van Charli XCX en tracks voor Stefflon Don
2018: produceert voor o.a. George Ezra, Shawn Mendes, Mr Eazie en Clean Bandit
2019: produceert groot gedeelte van Ed Sheeran-album, BTS en Stormzy
2020: brengt mixtape Gang uit met Headie One
2021: solo-albums Actual Life en Actual Life 2 en hit ‘Marea (We’ve Lost Dancing)’
2022: clubtracks met HAAi en India Jordan

(lees verder na de video)

Met een laptop in de rookruimte van de club

Zo legde hij ook de week vast dat hij in zijn uppie naar Berlijn ging om alle clubs af te struinen. ‘Soms nam ik mijn laptop mee, die klapte ik om 4 uur ’s nachts in de rookruimte open, nam ik het omgevingsgeluid op en begon ik muziek te maken.’ Want vergis je niet, hoe toegankelijk en melancholisch zijn muziek ook is, Fred is een echte clubber. ‘Op mijn vijftiende ging ik voor het eerst naar een club, naar Fabric in Londen. Mijn maten en ik hadden fake ID’s laten maken. Ik speelde klassiek piano, maar begon ook dubstep te luisteren. Het was zo’n opwindende tijd in Londen. Elke week kwam er wel een tune uit die mij en mijn vrienden omver blies.’ Hij begint hyperenthousiast een rijtje op te sommen: ‘Ik weet nog dat ik voor het eerst ‘Midnight Request Line’ hoorde, ik weet nog dat ik voor het eerst ‘Eastern Jam’ van Chase & Status hoorde, ‘I Can’t Stop’ van Flux Pavillion, ‘Sweet Shop’ van Doctor P, Excision met ‘Bass Cannon’. WOW. Via die muziek leerde ik produceren.’

Langzaam maar zeker raakte hij ook verslingerd aan techno. De kick in een van zijn grote hits, ‘Kyle (I Found You)’ is direct geïnspireerd door de Berlijnse technotempel Berghain. ‘Het geluidspalet in de grote zaal daar is magnifiek. De eerste keer dat ik er kwam, klonken er twee uur lang alleen maar industriële drums op 160 BOM. Wow. Het is als een functionele, langzaam over je heen rollende golf. Het is net ambient, vind ik, het is de ultieme vorm van meditatie.’

(lees verder na de foto)

In het hobby-koortje van Brian Eno

Zoals je jezelf kunt verliezen in het dansen, zoals je kunt opgaan in een collectief op de dansvloer, zo kan Fred dat ook het gospelkoortje in Londen waar hij zo’n beetje wekelijks aanschuift sinds hij zestien is. De koorleider? Brian Eno, de man die met Roxy Music al een uitstekende carrière had, maar daarna nog veel invloedrijker werd: hij heeft eigenhandig het ambient-genre uitgevonden en werd een toonaangevende producer voor o.a. Talking Heads, U2 en Coldplay. Ja echt, die Brian Eno heeft een vrolijk eigen hobby-gospelkoortje waar regelmatig lui als Paul Simon, Annie Lennox en Paul McCartney aanschuiven, maar Fred ook al sinds zijn zestiende kind aan huis is. ‘Dat koor is als yoga voor Brian! Het is goed voor lichaam en geest, na drie uur groepszang voel je je gereinigd. Er zijn inderdaad grote paralellen te trekken tussen dat en clubben. Totaal. Ik kwam er binnen via een vriendin van mijn moeder, en wist wel een beetje wie Brian was, maar niet zo goed als nu. Misschien was dat maar beter ook. Er was een kleine harde kern: soms waren er maar 8 mensen, soms 25 of 30. Grappig genoeg kon ik helemaal nog niet zo goed in harmonie zingen, maar ik had een praktisch nut: ik was de klassiek geschoolde guy die kon onthouden in welke toonsoort we zaten. Dat was mijn unique selling point. Dan vroeg Brian: “Wat is dit?” En riep ik: “D majeur!”’

Langzaam maar zeker veranderde de relatie tussen Fred en Brian Eno en wierp Eno zich zelfs op als een mentor. Op twintigjarige leeftijd produceerde hij met Eno samen al een plaat voor Karl Hyde (Underworld) en zo werken de twee nog altijd samen. ‘Alles wat ik maak, laat ik aan hem horen. We hebben laatst zelfs samen een album gemaakt. Wat ik het meest aan hem waardeer, is dat hij nog altijd kinderlijk enthousiast kan worden als hij iets hoort wat hem opwindt. Het is zo belangrijk om dat vast te houden als je ouder wordt. En ik weet zeker dat ik een miljoen lessen van hem heb geleerd, we hebben honderden gesprekken gevoerd over ambient en muziek in z’n algemeenheid, maar ik vind het moeilijk om aan te wijzen wát ik precies van hem heb meegenomen.’

Uiteindelijk een rouwdagboek

Nou ja, als je erover nadenkt is het vermengen van omgevingsgeluid met je muziek iets dat Eno zo’n beetje heeft bedacht, en de manier waarop Eno met Talking Heads al stemmen samplede was baanbrekend. Fred again.. doet hetzelfde: zo gebruikt hij een hartverscheurende speech van Sabrina Benhaim om ook zijn eigen depressieve gevoelens te uiten, en zijn zijn Actual Life-albums uiteindelijk een rouw-dagboek: hij werd krankzinnig verliefd, zozeer dat het zijn leven veranderde, en vervolgens werd ze ziek. Heel erg ziek. En uiteindelijk overleed ze. ‘Het is een lang verhaal’, zucht hij, dat hij liever niet vertelt: hij kan er amper over praten zonder meteen in tranen uit te barsten. ‘Het rouwproces is een ontzettend lange reis, dat kan ik je wel zeggen. Het is zó moeilijk om te beseffen: oh, wacht… ze komt nooit meer terug. Mijn volgende plaat gaat er ook over, en de muziek daarna waarschijnlijk ook. Het is geen proces dat eindigt bij: “Alles is nu oké.” Nee, het is een veel langere reis waar ik waarschijnlijk de rest van mijn leven mee bezig blijf.’