‘Caught my reflection in your eye, now you’ve seen me from both sides, am I hideous?’ zingt Oliver Sim op ‘Hideous’, de prachtige eerste single van zijn eerste studioalbum Hideous Bastard. Het is waanzinnig intiem liedje dat overloopt van onzekerheid, angst en verdriet, gevangen in zwierige synthpop vol strijkers en de engelachtige zang van Bronski Beat’s Jimmy Sommerville. Op het nummer bevraagt Sim openlijk of hij lelijk is, een monster zelfs. In de laatste tellen van het nummer deelt hij wat er achter die mantel van zelfhaat verborgen gaat, in de hoop dat het hem zal bevrijden: ‘Been living with HIV since seventeen, am I hideous?’
Het voelde niet als een dramatische onthulling, vertelt hij twee weken na de release, vanaf de bank in een grachtenpand in het Amsterdamse Centrum. Sim, een verzorgde man van 33 in een chique beige trenchcoat, is supercharmant en grappig, maar ook niet bang om het achterste van zijn tong te laten zien. ‘Eigenlijk wilde ik het nummer gewoon online zetten, hup, klaar mee.’ Sim grinnikt ongelovig. ‘Tot mijn moeder ingreep. Ze zei dat ik het beter eerst met mijn inner circle kon bespreken, en ik ben zóóó blij dat ze dat deed. Anders had ik het nu heel zwaar gehad. Jij en ik hebben elkaar net ontmoet. Om nu al over mijn HIV-status te praten? Dat was twee jaar geleden, toen ik het nummer schreef, onmogelijk geweest. Om de woorden eruit te krijgen, om me niet viezig te voelen. Nu heb ik het zo vaak verteld, en iedere keer voelt het minder heftig en zwaar.’
Hij had dan ook mensen om zich aan op te trekken. ‘Ik dacht altijd dat ik niemand anders nodig had dan Romy en Jamie, maar ik heb zelfs nieuwe vrienden gemaakt. Zo kwam Jimmy Sommerville op de plaat. Hij heeft heel veel betekent voor HIV en de queer community, hij was heel lief en zorgzaam. Hij gaf me goed advies: “Doe dit alleen als je er écht klaar voor bent. Als je publiekelijk wilt gaan, doe het dan puur voor jezelf. Je bent geen martelaar.”’