Er is veel te bespreken met de dark queen of electro, Helena Hauff. Haar fabuleuze back to back met Eris Drew op Draaimolen bijvoorbeeld, en haar fonkelnieuwe mix voor fabric. Een voorblik naar de gekte van ADE is ook op zijn plaats. Maar misschien wel het meest interessante dat ze te vertellen heeft is hoe de herstart na de lockdowns haar opzadelde met een serieus slaapprobleem. ‘In de zomer gaat het wel, maar nu staat het clubseizoen weer voor de deur.’

Een beetje dj van statuur heeft de gigs voor het uitkiezen. Welke clubs, welke festivals, met welke andere dj’s, met wie absoluut nooooit meer. Je doet wat grote shows voor je naam, wat kleine clubs omdat ze zo leuk zijn, een goed-getimede sessie voor Boiler Room, hier en daar een vriendendienst. Maar je bent als dj pas echt gesetteld als je gigs begint uit te kiezen op basis van factoren buiten het optreden zelf. Omdat je zo graag een keer naar India wilt, of omdat je ergens wilt draaien waar bergen zijn, omdat je die thuis nu eenmaal niet hebt. Helena Hauff heeft sinds een paar jaar een nieuwe hobby: klimmen. Het doet haar goed, het daagt haar uit. ‘De eerste keer dat ik op klimvakantie ging was in Fontainebleau, in de buurt van Parijs. Ik ging er direct na een gig heen, had nauwelijks geslapen. Binnen tien minuten was ik geblesseerd, ik heb de hele vakantie met een brace gelopen. Zo moet het dus fucking niet! Maar ik speelde laatst op het Glitch Festival op Malta. Daar ben ik expres langer gebleven omdat je er heel goed kunt klimmen. En daarna ging ik direct door naar Zwitserland.’

In Nederland valt weinig te klimmen (zelfs op de VAM-berg niet), en toch komt ze graag bij ons. Ze bloeide op en groeide door tot headliner op Dekmantel, is een terugkerende gast in de Utrechtse club WAS en was onlangs nog te bewonderen op Draaimolen, back to back met Eris Drew. De twee wisten elkaar uitstekend te vinden, ondanks dat ze heel verschillende stijlen hebben. Eris' euforische, psychedelische house, Helena's messcherpe electro en techno. ‘Sowieso, die setting. Ik bedoel: Draaimolen is denk ik het allermooiste festival waar ik ooit heb gedraaid. Hun backstagecatering is onovertroffen, gemaakt door sterrenkoks. Al herinner ik me ook een gig in The Pit, hun podium in een uitgegraven kuil. Prachtig, maar een crime met vinyl. Overal vloog zand rond, mijn vinyl ging totaal naar de knoppen. Die avond was een worsteling, maar dit jaar was alles perfect.’

‘Ik draaide dit keer dus op het bospodium van Eris en Octo Octa, en de dj’s voor me waren stuk voor stuk haast in tranen door de immense vibe tijdens hun sets. Het geluid was goed, het licht te gek. Ze hebben daar echt iets neergezet, er ontstond een gevoel van community. Ik had nog nooit met Eris gedraaid en het was zo geweldig. Als je draait met iemand die doorgaans anders draait dan jij zoek je naar de overlap. Ik heb haar wel eens een electroplaat horen draaien, maar zij draait meestal meer housey en veel langzamer dan ik. Ik ben wel dol op de breaky rave die ze kiest. Dan probeer je ergens in het midden uit te komen. Ik ben ervan overtuigd dat mensen niet meer echt konden horen welke track nu van mij is en welke van haar. We hadden zo nog tien uur door kunnen gaan.’

Nauwelijks te clearen

Voor wie een goed beeld wil krijgen van Helena Hauff’s eigen stijl is er een verse Boiler Room opname uit Malta (waar je dus goed kunt klimmen), en anders is er een hagelnieuwe mix in de befaamde fabric serie, een reeks gemixte compilaties die al sinds mensenheugenis bestaat. Ver voor de hippe streamingfeestjes. Het is een vak apart en ook een heel gedoe, blijkt uit het antwoord op de vraag of het toeval is dat bijna alle tracks in die mix uit de laatste vijf jaar komen. ‘Nee, dat is geen keuze, maar noodzaak. De oude tracks zijn nauwelijks te clearen, Detroit-klassiekers bijvoorbeeld.’ Besef even wat een bizar verschil dat maakt: bij Boiler Room of HÖR draai je in een club en staat het je als dj vrij te draaien wat je wilt, maar zo’n ouderwetse mix-cd vraagt eindeloos puzzelen en juridisch checken. ‘Het is een eindeloos proces. Het eindresultaat is totaal anders dan de eerste mix. Want als je een track vervangt werkt die erna vaak ook niet meer.’

Toch is de mix er gekomen, en uiteraard ook voorzien van een pak vinyl met negen tracks. Ook hier speelt licensering een rol, net als de vraag of een release op vinyl wat toevoegt. ‘Ik heb voor tracks gekozen die moeilijk te vinden zijn op vinyl. Ik weet uit eigen ervaring hoe irritant het is als een track alleen voor 200 euro te kopen is.’ Op de fysieke compilatie staan onder meer haar eigen track ‘Turn Your Sights Inward’ en een exclusive van Magda Rot, een classic van Radioactive Man en een van de meest gedraaide tracks in Hauff’s sets, Illektrolab’s ‘Overdrive’, een track die ze in 2018 al in haar main stage closing set draaide op Dekmantel. ‘Het is een ruwe plaat met enorm veel energie, ik draai die hele EP veel maar deze track het meest. Als je van electro houdt hoort deze in je collectie.’

Zonder twijfel het grootste cadeautje op die twee plakken vinyl is een zeldzame Autechre-remix van een track van D’Breez, ‘Crazy For Love’. Het is een prachtige cooldown plaat, die dan ook als laatste in haar mix zit, een delicate productie met vervormde vocals. ‘Ik heb die plaat gevonden in 2009, 2010, zoiets, het is een compilatie uit 1999. Ik was hem eerlijk gezegd uit het oog verloren, maar ik kwam hem laatst tegen toen ik bij mijn verhuizing door stapels vinyl heen ging. Hij zat in een witte hoes, dus ik had niet meteen door wat het was, maar dacht: wow, dit is geweldig. Mensen moeten deze track weer horen. Ik ben blij dat D’Breez en Autechre er ook zo over dachten.’

Insomnia

Er is nog een nadeel aan zo’n thuismix voor fabric: er is geen feedback van publiek. Dat is toch waar je een beetje van leeft als dj. Wat dat betreft heeft het wel wat weg van een isolation lockdown set, het type sessie waar Helena Hauff er zo min mogelijk van deed. DJ’en is een fysiek beroep, als je mensen niet in beweging krijgt ben je niet geslaagd. Toen de clubs bijna twee jaar dicht waren door covid, kwam Helena Hauff dan ook letterlijk haar bed niet uit. ‘Dat klinkt triest hè, maar alles wat ik wilde doen ging niet door, overal ging een streep door. Dus ja, wat is dan het nut van opstaan? Ik ben blij dat het voorbij is.’

Toch ging Hauff met een andere mentaliteit weer van start na de lockdowns. Ze had haar leven helemaal ingericht op het dj-bestaan, stond op doordeweekse dagen zelden voor twee uur op en pakte tijdens het werk net even te vaak een drankje aan. Dat moest anders, besloot ze. Een verstandige keuze, maar wel een die in haar gezicht ontploft. Sinds dit jaar lijdt ze namelijk aan hevige slapeloosheid. ‘Tegenwoordig sta ik om zes uur ’s ochtends op, ik wil mijn leven niet alleen maar ’s nachts doorbrengen. Maar mijn lichaam kan er niet aan wennen. Ik heb weken gehad met nauwelijks slaap. Mijn tandvlees begon op te zwellen, oude blessures begonnen op te spelen, ik kon op een gegeven moment amper lopen. Ik heb echt alles geprobeerd om het onder controle te krijgen, maar het lukt niet. Tijdens een trip naar Amerika probeerde ik vier dagen mijn thuis-tijdzone aan te houden, maar dan zie je dagenlang geen daglicht en aan het eind ben je alsnog doodmoe. In de zomer gaat het wel, maar nu staat het clubseizoen weer voor de deur.'

Het is eigenlijk ronduit oneerlijk, maar wel de realiteit van veel dj’s. En let’s face it, het hoort er bij, die ongezonde omkering van dag en nacht. Ook met kringen onder haar ogen aarzelt Hauff geen moment onder haar roeping, en ach, met de juiste make-up en het juiste clublicht transformeert ze moeiteloos tot de dark queen of electro. ‘Ik heb het nodig, het werk. Op pad zijn en draaien. Ik zou de slechtste pensionado in het universum zijn.’ Goed, tot op ADE dan maar.