Natuurlijk droomde Jacob Lusk elf jaar geleden van een grote doorbraak toen hij meedeed aan American Idol. Natuurlijk hoopte hij op meer toen hij in de studio zat met Nate Dogg. Maar het was de ontmoeting met twee filmmakers die hem eindelijk de juiste richting gaf. Nu is Gabriels de hotste debutant van het moment.

Sommige mensen hebben het talent je te overweldigen met hun stem, en Jacob Lusk is zo iemand. Elf jaar geleden deed hij dat op de stip bij American Idol: hij trok zijn stem open en de voltallige jury belandde in die befaamde tv-jury extase, alsof ze nog nooit zoiets moois gehoord hebben. Hij deed het afgelopen zomer als zanger van Gabriels op Down The Rabbit Hole, oog in oog met een tent die misschien één, twee liedjes van hem kende. Hij doet het ook vandaag, dwars door het scherm van de Zoom-call heen. En dan niet eens door te zingen - dat doet ie ook, in afwachting van het unmuten van de journalist. Nee, hij doet het met een bulderende lach en een stemverheffing waar alle meters van in het rood slaan. 'Hahahaha, het was een zestien urige werkdag. We hebben onze eerste videoclip opgenomen - het titelnummer van ons album Angels & Queens. Ik heb de hele dag gedanst. Je kent me, ik ben nogal een grote gast, dus de hele dag dansen is niet niks, hahaha!'

Precies met dit duizelingwekkende enthousiasme zal Jacob Lusk alle vragen beantwoorden. Zo af en toe draait ie ergens opzichtig omheen, dat wel, maar die gulle lach geeft hem evengoed een ontwapenende indruk. Een jaar geleden verscheen Lusk op de radar met de debuut-EP van Gabriels, Love And Hate In A Different Time. Er volgde een waanzinnig optreden op Le Guess Who? en een halfjaar later een op Down The Rabbit Hole. Daarmee was duidelijk: dit is er een om in de gaten te houden. Hier is iets bijzonders aan de hand. Het moet Jacob Lusk zelf ook verrast hebben, want hij timmert al zo lang aan de weg. Je weet wel, elf jaar geleden, die poging bij American Idol. En dan die enorme lijst grote sterren waar hij in het verleden mee werkte.

Big chocolate boy

‘Diana Ross, Beck, St Vincent’, somt hij ze op. ‘Gladys Knight. Meestal studiowerk, soms ging ik ook mee op tour. Het was wijlen Nate Dogg die me de eerste kans gaf, lang geleden. Hij zocht achtergrondzangers voor een kerstalbum.’ Geloof me, als Jacob Lusk met zijn warme stem en een leven lang ervaring in de kerk iets kan, dan is het wel een kerstalbum vol zingen. ‘Dat dacht ik ook, dat dacht ik ook’, buldert Lusk. ‘Midden in het opnameproces miste ik een keer de trein - het was drie uur heen, drie uur terug - en Nate Dogg liet me in de studio overnachten. Iedereen zei: wat, laat je Jacob hier blijven? Ja, zei hij, hij mag hier pitten. Die nacht hebben we samen geschreven.’

Maar een echte doorbraak leverde het hem nog niet op. Jacob Lusk vond zijn muzikale richting pas toen zijn twee bandgenoten in Gabriels hem min of meer bij toeval ontdekten. Ryan Hope is een filmmaker uit het Engelse Sunderland, die zijn geluk beproeft in Los Angeles. Ari Balouzian is een Armeense Amerikaan en klassiek geschoold muzikant. Samen werkten ze aan muziek voor een film, en zo belandden ze bij het gospelkoor waar Jacob Lusk dirigent van was. ‘Ze hadden mijn koor ingehuurd voor een klus, maar ik was er niet bij. Maar ja, ze hadden arrangementen nodig, en die maak ik nu eenmaal. Ze hebben me bij mijn kerk opgewacht, in de koorruimte een mobiele studio ingericht en me wat vocalen laten inzingen. Ze zeiden: ‘WIE BEN JIJ?!? Zo werden we vrienden.’

Dat deze drie mannen elkaar vonden slaat eigenlijk nergens op, vindt Lusk zelf. Zelf is hij een ‘big chocolate boy’ uit Compton, opgegroeid met alleen zijn moeder, als enig kind. Zijn vader overleed toen Lusk twaalf was. Aan moeders kant is hij ook nog eens het enige kleinkind, en dat band met zijn grootmoeder is daardoor nogal hecht. Hoe die jeugd er precies uit zag, daar wil hij niet zo veel over kwijt. Ja, hij groeide op in die beruchte wijk van LA waar ook NWA vandaan kwam, en Kendrick Lamar. Maar een getto wil hij het niet noemen, meer een dorp met veel families. Hij werd er streng christelijk opgevoed, heel streng.

Taboe

Hij zingt erover in ‘Taboo’, een van de nummers op het debuutalbum. ‘Bible says it’s bad but not for me. Don’t bring me fruit then say I can’t eat.’ Dat klinkt onmiskenbaar als iemand die de wereld wil vertellen dat hij homo is. Dat zou niet verrassen, met zijn zangerige manier van spreken en zijn grote muzikale gelijkenis met gay icon Sylvester, maar over zijn liefdesleven en zijn geaardheid wil Lusk het duidelijk niet hebben. Hij zegt dat het liedje ‘Taboo’ gaat over hoe de strenge regels van het geloof ‘soms mensen in de weg kan staan te zijn wie ze zijn’. Misschien moeten we het daar maar bij laten, want we kennen de verhalen uit het verleden, ten tijde van American Idol. Er werd toen ook over hem beweerd dat hij op mannen valt. Hij ging er niet op in, maar een tante claimde tegen de pers dat dat absoluut niet het geval was, en dat de familie ervoor bidt om ‘zijn vrouwelijke geest’ te laten verdwijnen. Wat Lusk wel wil vertellen is hoe hij in zijn volwassen leven langzaam maar zeker zijn eigen vorm van geloven vond. ‘Ik geloof dat God van iedereen houdt, zelfs van mensen die niet van hem houden. Ik ben opgegroeid met een heel streng verdelende God, achteraf krankzinnig.’

Er staan meer dingen op Angels & Queens die heel persoonlijk over hem lijken te gaan, terwijl dat niet per se waar is. Dat komt onder meer doordat de andere twee leden van Gabriels ook hun verhalen in de liedjes storten. En dan zijn er ook nog verhalen over vrienden en vreemden. Het nummer ‘Mama’ bijvoorbeeld begon bij een vriend van de band, wiens moeder in een gewelddadige relatie zat. Het pijnlijke perspectief van de zoon die zijn moeder moet bijstaan, misschien wel redden, en in elk geval geruststellen. ‘Mama don’t you cry. It’ll be alright in the morning.’ ‘Dat was het startpunt, en toen kreeg Ryan’s moeder ineens kanker. Niet lang erna overleed ze. ‘Mama’ werd een ode aan alle moeders en de opoffering die ze doen. Ook mijn moeder, die hard werkte. Ze wilde niet dat ik de muziek in ging, maar dat ik dokter zou worden. Mijn oma zei het laatst nog tegen me: je kunt altijd nog naar med school, je cijfers zijn nog niet verlopen, waarom doe je dat niet? Waarom doe ik dat niet? Omdat ik voorbestemd ben om in een band genaamd Gabriels te zingen!’ 

Weer volgt een onwaarschijnlijk krachtig lachsalvo, dat je doet afvragen hoe dat moet gaan in de studio, bij een flinke uithaal. ‘Haha, mic control baby!’, countert Lusk. ‘Mic control. Weten wat je doet, in de studio en op het podium. Je kunt kiezen: houd je je in of trek je de microfoon weg? Op het podium trek ik de microfoon soms helemaal tot aan mijn voeten naar beneden. Want inhouden, dat is geen optie. Maar je moet wel je momenten kiezen, niet de hele tijd voluit zingen. Die balans hebben Ari en Ryan en ik denk ik goed voor elkaar.’

Dat is waar. En dat andere waar Lusk zo trots op is klopt ook: Gabriels is niet zomaar te vangen. ‘Nee toch? Hahaha. No way baby. Je denkt: we zijn dit maar we zijn niet dit. We denkt: we zijn dat, maar dat zijn we ook al niet!’ Of Gabriels is het juist allemaal wél. Gabriels is een soul-act die gesampled kan worden in de nieuwe Kendrick Lamar plaat. Het klinkt klassiek, maar ook modern. Het klinkt ruw en duister, maar ook smooth als The Delfonics en The Whispers. Lusk zelf klinkt magistraal groot maar ook hoog en licht. En dat alles soms binnen een liedje, soepel en avontuurlijk gepresenteerd door Sounwave, een producer die al werkte met Kendrick en Beyoncé. De wereld krijgt nu dus een debuutalbum, maar… het is maar de helft. Nee, de tweede helft is ook klaar, beweert Lusk, maar die komt pas in maart uit. ‘Maar ken je dat gevoel, dat kerst er aan komt? Je weet dat de cadeautjes al in huis liggen? Nou, dat is dit, we kunnen niet langer wachten!’