Joost Klein viel in een diep dal en raakte verstrikt in een kruistocht door de GGZ. Nu is hij terug met een hyperpersoonlijk, bloedstollend én soms hilarisch album waarin hij zijn levensverhaal vertelt. ‘Ik dacht: what the fuck! Hoe heb ik dit kunnen vangen?’

Fryslân, het vandaag verschenen album van de 24-jarige Joost Klein, komt binnen als een mokerslag. In de eerste twee minuten rapt Joost in een bijna koddige flow over een nineties boom bap beat: ‘Bel mijn vader elke dag, maar die man die is dood. Ik keek hem aan toen ie stierf, sliep sindsdien met de deur op een kier. Ik neem een slok van mijn bier, tot ik last heb van mijn darmen en mijn nier. Ik heb een steen verlegd in de rivier, ik heb een lyricale sniper en je zit in mijn vizier. Ik heb grote ballen als een stier. Mijn vader die was weg, zag mijn ma in een psychose. Ik kreeg hulp aangeboden maar dat vond ik niet nodig.’

En even later: ‘Me ma kwam uit het gekkenhuis een jaartje later. Zij was net weer thuis, ik kwam een taartje halen. Ik zag haar liggen op de bank met een hartstilstand. Yes, altijd een grote mond maar hier werd ik stil van. Ik heb geen werk, maar verwerk mijn trauma’s. Ik ben op kaas, broertje ik lijk op Gouda. Dit is die blote piemel in de sauna. Fuck you, doe dit voor de flora en de fauna.’ 

Wow. Zo slingert Joost je op Fryslân in 34 minuten heen en weer tussen emoties, van behendige woordspelingen en eigenwijze grapjes naar keihard, rauw verdriet. Hij vertelt hoe hij op jonge leeftijd in een jaar tijd zijn beide ouders verloor, hoe hij in de afgelopen paar jaar op zoek ging naar hulp en verstrikt raakte in zijn kruistocht door de GGZ. Maar na het hartverscheurende ‘Florida 2009’, waarin hij terugblikt op de crematie van zijn vader en moeder, last hij ook een rookpauze in. In een folky voetstompsong met banjo zet-ie een zwaar aangezette bromstem op: ‘Oh, als ik rook, dan gaat het perfect’, gromt hij vrolijk. Een liedje later verklaart hij over een hiphouse-beat de liefde aan Fryslân met de Zuid-Afrikaanse Jack Parow. Er klinkt bezwerende new wave en geinige Doe Maar-ska met een hele zware tekst (‘Ik zat in een gekke psychose, ik was het leven zat. Ik zocht mezelf want meer heb ik niet nodig. Misschien was het god die mij een teken gaf.’). Rockliedje ‘Antwoord’ ontspoort totaal via een outro van Gladde Paling en ‘Disco Belgica’ eindigt met een loeiharde hardtechnobeat van Used Music. Uiteindelijk concludeert hij op ‘Liverpool’: ‘Ik was even een tijdje weg, was met me eigen in gevecht. Maar ik heb het met mezelf bijgelegd, ik heb grenzen verlegd, wat een ander ook zegt.’

(tekst gaat verder na de foto)

Een soort millenniumcrash

Het is een nu al iconische plaat, een verwarrende plaat zoals we nooit eerder hoorden in Nederland, een plaat waarop Joost al zijn hersenkronkels durft te openbaren, een plaat die een Edison verdient! En het mooie is: de flauwe grapjes voelen net zo eerlijk en oprecht als de zwaardere teksten.

‘Ik kan niet anders zeggen dan dat ik zo ben. Zelfs tussen al die donkere wolken vind ik oprechte humor’, vertelt hij drie dagen voor de albumrelease. Hij zucht. ‘Ik ben best wel ehm… nerveus. De albumrelease voelt als een soort millennial crash. Het voelt als het begin van nieuwe tijden. Met meer eerlijkheid, meer positiviteit, minder doemdenken.’ We zitten op een bankje in Amsterdam Noord, turend over het IJ. ‘Mijn ouders komen uit Amsterdam, ik ben hier vroeger vaak geweest. Toen ik zelf in Amsterdam woonde, werd dit een plekje om tot rust te komen, een broodje te eten, boeken te lezen. En ik heb weleens het gevoel gehad dat ik hier kon spreken met whatever that may be. Met mijn ouders, met mijzelf.’ 

Hij heeft een hele berg aan vrienden meegenomen voor dit ene interview, mensen die hij nu zijn familie kan noemen. Producer Teun de Kruif alias Tantu Beats, met wie hij het hele album maakte. Online grappenmaker Apson Mussa. Zijn manager en jeugdvriend Louis. Clip-regisseur Alanis Brouwers. Ze filmen dit interview voor Joost z’n eigen kanalen (‘dan hebben beide bedrijven er iets aan’), maar zijn er ook voor mental support. ‘Ik moet altijd even naar Teun kijken, hij is mijn JP van Lingo’, grinnikt Joost wanneer hij effe de draad kwijtraakt. Dan springt Teun in, stuurt hij bij en geeft een lief knikje naar Joost. Joost: ‘Ik zweer: zonder Teun zou ik hier niet eens zitten. Da’s geen leugen, ik krijg nu tranen in mijn ogen. Het betekent zoveel voor me, het is gewoon óns album. We hebben dit samen gemaakt.’

CV Joost Klein

2008: begint met het maken van creatieve video’s op YouTube
2016: EP Dakloos
2017: album Scandinavian Boy via Top Notch
2018: album M Van Marketing met Donnie en eerste keer op Lowlands
2019: album Albino en album 1983
2020: EP Joost Klein 7 en cover ‘Ik Wil Je’met De Kreuners
2021: compilatie Albino Sports, Vol. 1 en single ‘Fok De Blok’ met StuBru
2022: album Fryslan en grote shows op o.a. Pinkpop, Rock Werchter, WOO HAH!, Zwarte Cross en Pukkelpop

Een nieuw diep, duister gat

Eerlijk, eigenlijk doet Joost liever helemaal geen interviews. ‘Misschien zeg ik teveel, en dat wil ik helemaal niet. Voorheen was ik in media vaak niet meer dan het “weeskind”, maar ik heb nog liever dat je me volledig afkraakt dan dat het alleen maar draait om de verheerlijking van een zielig verhaal. Ik ben geen object ofzo. Ik ben misschien wel weeskind, maar daar heb ik niet voor gekozen. I didn’t apply for that job. Als ik een album maak, waarom draait het dan niet om de muziek?’

Waarom dan toch dit interview, waarin hij ook juist persoonlijk wordt? Hij weet waar hij niet op wil ingaan, geeft zijn grenzen helder aan, en weet ook wat hij wel wil vertellen. Hij wil zware thema’s bespreekbaar maken, zegt hij keer op keer, hij wil zijn podium inzetten. Ga aan jezelf werken, is de boodschap. Zoek hulp, maar weet ook dat er in die hulpverlening héél wat misgaat, en het een zware weg gaat worden. 

Joost kan het weten. ‘Elk jaar heb ik wel het gevoel dat ik in een burnout zit, al jaren. Ik wilde wel een pauze nemen, maar dan kreeg ik weer een aanvraag en dacht ik: “Fuck, shit, ja, wie zegt daar nou nee tegen? Oh, en het geld is ook iets meer dan de vorige keer?” Ik heb lang op een erfenis geleefd, maar ik was als kind al heel bang om geen geld meer te hebben. Dat ik bijvoorbeeld dakloos zou raken. Tegelijkertijd werd mijn podium steeds groter.’ 

Toen twee jaar geleden de wereld ineens stil viel, donderde Joost in een nieuw diep, duister gat. ‘Ik had kosten gemaakt voor een show in Tivoli, ik had daar al best wel veel in geïnvesteerd, maar dat was het eerste event dat gecanceld werd. Ik kreeg allemaal boze mailtjes, terwijl ik juist het gevoel van belonging zocht. Ik moest dit juist niet bij anderen zoeken, maar bij mezelf. Ik dacht dat ik mijn werk was, en niet meer dan dat. Ik werd heel negatief over mezelf. Een hele nare periode was dat. Ik sliep niet, ik at niet. Ik zat alleen nog maar op mijn laptop en op mijn iPad dingen te maken. Ik heb zelfs LEGO®-stopmotions gemaakt. Honderden video’s geëdit. Ik was simpelweg te veel alleen.’

(tekst gaat verder na de foto)

Joost en Tantu Beats

Gigantische wachtlijsten in de GGZ

Dus ging hij op zoek naar professionele hulp, en daar stuitte hij op de gigantische wachttijden binnen de Geestelijke Gezondheidszorg, op de bureaucratie die het heel moeilijk maakt om hulp te krijgen. ‘Ik was al maanden aan het mailen en bellen, maar je komt op een wachtlijst terecht die steeds langer wordt.’ 

NOS op 3 bracht via een app heel simpel in kaart hoe groot dat probleem is. Heb je serieuze psychische problemen, dan loop je daar vaak al maanden mee rond. Je durft pas naar de huisarts te stappen als het echt heel erg wordt. Zodra je serieus gaat nadenken over van een flatgebouw springen, bijvoorbeeld. 

Bel je op vrijdag 30 september éíndelijk de huisarts, dan kun je waarschijnlijk maandag 3 oktober bij diens praktijk terecht. Dan heb je op zijn vroegst twee weken later een afspraak met een zogenaamde praktijkondersteuner huisartsen voor geestelijke gezondheidszorg. Concludeert de POH-GGZ dat je traumatherapie nodig hebt, dan duurt het nog zo’n 130 dagen (!) voordat je eindelijk aan die therapie kunt beginnen. En dat is in het beste geval. Stel dat je nu je je been breekt, en op z’n vroegst in januari naar het ziekenhuis kan voor hulp! Dat is ondenkbaar. En dat terwijl mensen die mentale hulp nodig hebben, soms zelfs in levensbedreigende situaties kunnen komen. Zeker als klachten verergeren omdat je níét de juiste hulp krijgt. Of omdat je gefrustreerd raakt van het wachten. En wachten. En wachten.

En door de meest onbenullige details kan de wachtlijst ook weer langer worden. Oh, heb je geen zorgpas? Nou, kom dan over een maand maar weer terug. Heeft u medicatie gekregen om tot rust te komen? Nee, die moet u eerst afbouwen, pas zodra u drie maanden helemaal nuchter bent, kunnen we u verder helpen. Tja, dan ben je alweer terug bij af, en misschien wel weer te psychotisch om hulp te krijgen. 

Joost op WOO HAH!

Joost op WOO HAH! 2022

Joost op WOO HAH! 2022

Onorthodoxe hulp en het Traumacentrum

Uiteindelijk wist Joost toch de hulp te krijgen die hij nodig had, in eerste instantie via professionals die het ook niet eens zijn met deze gang van zaken in de GGZ en via onorthodoxe wegen bijsprongen. ‘In mijn eentje lukte het me niet om te mediteren, maar met iemand naast me opeens wel. Dat vond ik het fijnste ooit, ik werd helemaal blij en moe. Wauw.’ Hij omarmde spiritualiteit in zijn leven, leerde op zijn ademhaling focussen, is zelfs eens in een ijsbad gedoken. 

En ten slotte belandde hij in Traumacentrum Nederland ‘ergens in the middle of nowhere’. ‘Je kunt daar heel specifiek op bepaalde trauma’s ingaan, je kiest een of twee trauma’s alsof het Pokémon-kaarten zijn en bespreekt die. Heel heftig. Zulke trauma’s verwerken, daar is het nooit te laat voor. ik heb mensen van tachtig gezien in traumaverwerking. Ik heb heel veel van hen geleerd en zij ook van mij. Wow, ik ben niet alleen in de wereld. In zo’n centrum krijg je bijvoorbeeld lichaamstherapie en EMDR: je krijgt een balkje voor je met flitsen, een koptelefoon met aritmische tikjes, dan krijg je nog iets in je handen en gaan ze op een gegeven moment ook nog vragen stellen. Zo proberen ze je werkgeheugen te overbelasten, volgens mij. Sindsdien snap ik het woord “verwerken” pas. Ik zie mezelf niet per se als een computer, maar mijn brein is wel goed zo te vertalen: dingen lekker in mapjes stoppen, opruimen, op een harde schijf zetten, in de kast flikkeren. Dat is wat ik aan het doen ben, en daar is dit album een bloemlezing van, van begin tot eind.’

(tekst gaat verder na de foto)

Het album als verwerkingsproces

Nu gaat het dus een stuk beter met Joost. Hij kan weer in zijn eentje in de trein naar Berlijn, om muziek te maken met Teun. Jarenlang lukte dat eigenlijk niet meer. Hij ziet dingen niet meer helemaal zwart-wit. ‘Ik heb nu steeds meer middelen in mijn hoofd om niet gelijk te denken: “OH DIT IS KUT!” of “DIT IS GEWELDIG!” Ik neem meer denktijd. Ik observeer.’

Middenin dat proces maakten Joost en Teun ook Fryslân. ‘Een volledig independent en organisch album’, benadrukt Joost. ‘We hadden heel veel mooie persoonlijke gesprekken. Bij Teun voelde ik me voor het eerst gehoord, ik kon mijn ups and downs delen met hem. En ik kwam tot het inzicht: misschien moet ik muziek niet alleen als escapisme gebruiken. Ik schrijf niet alleen meer voor de lol, maar ook om voor mezelf tot de core te komen.’ 

Neem een nummer als ‘Florida 2009’, waarin Joost terugblikt op de crematie van zijn pa. ‘Dat was een gedicht dat al láng in mijn telefoon stond, maar ik dacht dat ik het niet kon delen. Maar Teun zei: “Neem dit op!” Ik vertrouwde hem zo erg dat ik dacht: “Fuck it. Wat heb ik nu nog te verliezen?” Dit is wat vriendschap voor mij betekent, dat dit kan. Woorden zoals raar en weirdo, die hangen al mijn hele leven om me heen. Dikke prima, maar dat is tussen Teun en mij niet. Er is niks weird.’ 

‘Ik heb “Papa en Mama” heel veel geluisterd. De eerste dertig of veertig keer moest ik alleen maar huilen. Ik dacht: what the fuck! Hoe heb ik dit kunnen vangen? Als een capsule, als een balletje energie. Nog steeds als ik het luister of speel: ik vóél het echt. Het is een manier van verwerken voor mij.’

Teun springt bij: ‘We hebben best veel pogingen gedaan om dat goed te vangen. Je hebt het juiste canvas nodig. We hebben misschien wel drie verschillende producties geprobeerd. Wat nou als we zo’n soort beat…? Nee, dan wordt het iets te oppervlakkig. En wat nou als we…? We hebben alle drums uiteindelijk weggelaten. We zijn allebei super conceptuele denkers. We denken allebei heel erg duidelijk vanuit kaders als we iets maken, en zoomen vanuit daar in. Fryslân werd het beginpunt, maar wat betekent Friesland? Joost: ‘Plekken zoals Friesland creëren verloren zielen. In mijn leven zoeken die elkaar op. En dan zul je winnen! Dat hoop ik altijd, ik las dat ooit in iemands Twitter-bio: verloren zielen zullen winnen.’

Joost live op Pinkpop 2022

Joost live op Pinkpop 2022

Joost live op Pinkpop 2022

Joost Klein wordt groot op tour

Nu het album af is, gaat het verwerkingsproces gewoon verder. Dat zagen we al op Pinkpop, op Vaderdag nota bene, toen Joost voor het eerst veel nummers live deed en middenin ‘Papa en Mama’ brak en ‘Florida 2009’ deed met tranen in de ogen, zittend op het randje van het podium met een Friesland-vlag als dekentje om hem heen. Ik heb nog nooit zoveel mensen met tranen in de ogen zien toekijken bij een concert, iedereen wilde Joost achteraf omhelzen. ‘De weken daarna was ik niet te genieten. Die show heeft veel losgemaakt, ik kreeg weer meer troep in mijn hoofd, meer ruis. Heel veel mensen gingen ‘Florida 2009’ toe-eigenen. Het werd hun nummer. Op TikTok zijn er honderden video’s met dit nummer, voor de crematie van een opa of oma of huisdier. De eerste dagen vond ik dat echt niet leuk. Ik dacht: had ik het voor mezelf moeten houden? Nu zie ik in: hiermee kan ik mensen helpen. Ik kan mijn duisternis omzetten in licht. Al sinds mijn eerste YouTube-video zeg ik: al help ik vijf mensen met wat ik doe, het is allemaal goed. Het is er nu sowieso ééntje; dat ben ik.’ 

De komende twee maanden gaat Joost dus op een helemaal uitverkochte tour waarvoor hij in totaal 12.000 tickets verkocht. Sta maar eens bij stil. Joost Klein wordt groot. Tien shows doet hij met een heleboel van zijn lieve vrienden, waaronder ook gitarist Dylan van Dael die verantwoordelijk is voor de gitaar op het album. En dat zou best intens kunnen worden met zulke loodzware muziek, maar hij heeft er vooral zin in. ‘Tour is altijd een veilige plek. Er komen altijd lieve mensen. Ik wil dat mijn shows een plek zijn zoals ik zelf nooit had, een plek van saamhorigheid waar je wel bij mag horen, waar je niet het lelijke eendje bent. Kom! I don’t care who you are. Ik weet dat het heel spannend gaat zijn, sommige muziek, maar ik sta er wel voor open om het gewoon te proberen.’

Joost Klein: 't Gaat Beter-tour (helemaal uitverkocht)​​​​​​​

1 oktober: Melkweg, Amsterdam
7 oktober: Doornroosje, Nijmegen
13 oktober: Melkweg, Amsterdam
21 oktober: Nieuwe Nor, Heerlen
23 oktober: Neushoorn, Leeuwarden
7 november: Het Depot, Leuven
9 november: Vooruit, Gent
11 november: Muziekodroom, Hasselt
18 november: De Oosterpoort, Groningen
25 november: 013, Tilburg