‘I been duckin’ the pandemic, I been duckin’ the social gimmicks. I been duckin’ the overnight activists, I’m not a trending topic’, zo rapte Kendrick Lamar vorig jaar op zijn grote terugkeer in de hiphopwereld. Vier jaar lang was hij stil geweest. Ook rond de moord op George Floyd bleven zijn lippen verzegeld, ook toen de coronapandemie Amerika in chaos achterliet was Kung-Fu Kenny nergens te bekennen, en ook rond de presidentsverkiezingen van 2020 liet hij zijn stem niet gelden. En dat werd hem door de zwarte gemeenschap niet bepaald in dank afgenomen. Waarop reageerde Lamar vervolgens in de track ‘family ties’ van zijn neefje Baby Keem? Niet zozeer op de grote wereldcrises zelf. Nee, het is vooral een reactie op de vele mensen die vonden dat hij – Pulitzer-prijs-winnaar, groot kunstenaar, stem van het onderdrukte Amerika, maker van hét protestanthem ‘Alright’ – niet stil kon blijven terwijl de wereld weer eens in de fik stond.
Zo worstelt hij op zijn nieuwe album Mr. Morale & The Big Steppers met de verwachtingen die de mensheid van hem heeft. ‘Kendrick made you think about it, but he is not your savior’, stelt hij op ‘Savior’. En ook grote rappers als J. Cole en Future zijn geen messias. Nee, we rammelen van alle kanten, zegt Kendrick, we zijn net zo imperfect als iedereen.
Op de hoes poseert Kendrick dus met de doornenkroon van Jezus, maar ook met een pistool onder zijn riem gestoken. ‘Heavy is the head that chose to wear the crown’, parafraseert hij Shakespeare. Ja, hij ziet ook wel dat hij verantwoordelijkheden heeft – hij is tenslotte de omega, een halve god, de beste rapper ter wereld! –, maar hij kan niet iedereen behagen. Alsmaar herhaalt hij het mantra: ‘I can’t please everybody. I can’t please everybody. I can’t please everybody.’ Sterker nog: hij weet niet eens of hij wel kan voldoen aan zijn éigen verwachtingen.