De afgelopen weken werd het nieuws gedomineerd door misselijkmakende verhalen over seksueel wangedrag. Hoe moet de muziekindustrie nu verder? Juist niet door alleen te focussen op extreme verhalen over verkrachtingen en aanrandingen, maar óók in te zoomen op de giftige voedingsbodem waarin foute types vrij spel hebben: het seksisme dat in de industrie zit vastgeroest.

De BOOS-aflevering van The Voice is het topje van de ijsberg. De brief die tientallen zangeressen afgelopen woensdag via 3voor12 deelden – over hun eigen ervaringen met grensoverschrijdend gedrag – suggereert dat de bodem van de beerput nog lang niet in zicht is. Er ontstond een kettingreactie aan verhalen in de muziekindustrie.

Ook vrouwen die achter de schermen werken delen hun verhalen. De tourmanagers, stage-hosts, PR-medewerkers en technici. Die verhalen hangen ze niet in de etalage, maar je hoort ze voorbij komen in de wandelgangen van de muziekindustrie, in besloten Facebook- en Whatsappgroepen. Over een plugger die een band afraadde om vooral niet met die vrouwelijke manager in zee te gaan (‘Niemand zal dat kleine meisje serieus nemen!’). Over bandleden, managers en collega's die handtastelijk werden in de backstage, die vunzige en denigrerende opmerkingen maakten. Over vrouwelijke lichttechnici die werden weggepest, of erger. Over een mannelijke productieleider, die zijn twaalf jaar jongere werknemer meeneemt naar een buitenlandse productie, met de belofte dat ze zijn PA zou worden bij een nieuw, groot festival. Over hoe hij haar dronken voert, en ze de volgende dag wakker wordt in een hotelkamer, na een nacht waarvan ze wilde dat het nooit was gebeurd. En hoe ze kort daarna wordt ontslagen. Door diezelfde leidinggevende, omdat ze weigerde die nacht een vervolg te geven. Er zijn talloze voorbeelden.

Voedingsbodem voor giftig gedrag

Tel al die verhalen bij elkaar op, en je krijgt een beeld van een industrie die structureel onveilig is voor vrouwen. En hoewel giftig gedrag in iedere bedrijfscultuur voorkomt, spelen er wel degelijk bepaalde factoren mee in de muzieksector, die het er voor vrouwen niet bepaald veiliger op maken.

Laten we beginnen bij de informele natuur van de sector. Veel van het werk speelt zich af in uitgaanssferen, op festivals, in popzalen, de backstage, de dansvloer. Plekken waar gezopen en gesnoven wordt, waar sociale druk is om ‘gezellig mee te doen’ en door te zakken tot de zon opkomt. Maar waar drank en drugs zijn, worden grenzen sneller overschreden. Een boel sectoren hebben zulke types: leidinggevenden die zich op een bedrijfsfeest nog wel eens bovenop de stagiaire willen storten of een veel te dronken collega aanbieden om haar “naar huis te brengen”. Maar waar veel sectoren één of twee keer per jaar zo’n bedrijfsfeest organiseren, staan wij wekelijks (bijna dagelijks!) in de backstage.

Vette kans
Och, en dan is er nog die hardnekkige netwerkcultuur: een biertje backstage met de juiste persoon is dikwijls de sleutel tot een vette kans. Maar een industrie die is gebouwd op onzichtbare lijntjes tussen bekenden is per definitie onoverzichtelijk. Daardoor wordt het onmogelijk om te weten: kan deze persoon daadwerkelijk iets voor me betekenen? Of doet hij maar alsof? Ik moet denken aan een vrouw die me vertelde dat ze op haar eenentwintigste overladen werd met berichtjes van een vijftien jaar oudere industriefiguur. Dat hij achteraf de reputatie van een predator bleek te hebben, en dat ze vooral dacht: ‘Wat gênant, dat ík toen dacht dat ik het blijkbaar aan het maken was in de muziekwereld, als dat soort mensen met me wil netwerken.’ De hoop om erkend te worden, daar maken foute types gebruik van (soms zelfs onbewust). Een uitermate giftige voedingsbodem voor fout gedrag.

Schemerzone
Machtsmisbruik in de hotelkamer is een extremer voorbeeld. Wat vaker gebeurt, speelt zich juist af in die vage schemerzone van opmerkingen en gedragingen die onprettig zijn, maar niet zó fout dat je iemand er gemakkelijk op kan aanspreken. Een blik, een terloopse denigrerende opmerking, die handen op je dijbeen. Je kúnt het wel aankaarten, maar de kans is groot dat het wordt weggewuifd, of dat je wordt bestempeld als een zeikwijf. En dus laat je het maar van je afglijden. Het levert toch niets op. Komt bij dat de muziekwereld een mannenwereld is, waarvan een boel mannen al jaren hun positie bekleden en de neiging hebben om de gelederen te sluiten als er kritiek is op de status quo. Zo ontstaat een klimaat waarin grensoverschrijdend gedrag liefkozend wordt weggewuifd. ‘Ach joh, zo is hij gewoon. Je moet het je niet te veel aantrekken, hij verandert toch niet.'

Kleine speldenprikjes

Men is geneigd om aan die kleine opmerkingen en subtiliteiten voorbij te gaan en ons alleen over de extremen op te winden, de verkrachtingen en de aanrandingen. Maar als je de subtiliteiten niet aanpakt, houd je die extreme uitingen óók in stand.

Dat punt wordt in de nasleep van The Voice schromelijk gemist. Zoals bleek uit de reactie van OOR-hoofdredacteur Koen Poolman op showcase/conferentie Noorderslag, tijdens het panel waarbij de Pop Media Prijs werd uitgereikt. ‘Bij ons werken alleen maar nerds en watjes. Ik kan me niet voorstellen dat dit onderwerp bij ons speelt.’ (Het typische mechanisme van mannen die andere mannen de hand boven het hoofd houden, want ‘ik kan het me niet voorstellen dat híj dit zou doen!’). En in dezelfde adem: dat er de afgelopen twee jaar geen vrouw op de redactie van het muziekblad is geweest, en waarom er toch zo weinig vrouwen muziekjournalist worden: ‘Mannen zijn toch meer muzieknerds die alles willen uitzoeken.’ Hoe krijg je het voor elkaar om op zo'n moment zo'n opmerking te maken? Nul zelfreflectie.

Serieus genomen
Een ‘veilige werksfeer’ betekent niet alleen het recht om niet aangerand te worden (kom op zeg!), maar ook: word ik serieus genomen? Vrouwelijke professionals in de muziekindustrie ervaren stelselmatig het tegendeel: producers die worden aangezien voor personal assistants en herhaaldelijk de vraag krijgen of ze ‘even koffie willen halen’. Een tourmanager die steeds wordt aangezien voor ‘het vriendinnetje van’. De muziekjournalist die regelmatig argwanend wordt aangekeken als ze over een of andere band praat. ‘Oh, vind je dat vet? Noem eens drie tracks!’ Oh, en deze kent iedere vrouwelijke muziekliefhebber: 'Goh, je weet best veel van muziek... voor een vrouw.' Het is frustrerend, het is denigrerend, een vermoeiende bevestiging dat je in de eerste plaats een vrouw bent, een feit dat dikwijls je competenties overschaduwt. Dat het speelveld vanaf het begin niet gelijk is. En dat je als de enige vrouw in de kamer moet bewijzen dat je anders bent dan 'andere vrouwen' (wat betekent dat überhaupt?!), dat je hier niet zit om het diversiteitsgehalte op te krikken. Die ondermijning is giftig. Het schept een cultuur waarin vrouwen minder ruimte mogen innemen. Ruimte die je nodig hebt om aan te geven wanneer iemand je grenzen overschrijdt.

Smerige feminist

Wat gebeurt er als je dit aankaart? Als je je wél opstelt als die harde feminist? Vraag het aan Aafke Romeijn, de uitgesproken artiest die samen met Laura Jansen en Linde Schöne die sterke brief pende. ‘Op social media is iedereen het met me eens, maar als ik dan mannen persoonlijk aanspreek? Bijvoorbeeld met de vraag: “Waarom programmeer je minder vrouwen dan mannen?” Er zijn mannen die het gesprek graag aangaan: “Hoe kan ik hierin veranderen?” Maar ik heb vaak genoeg mails gehad van mannen uit de industrie die zeggen: “Jij met je smerige feministische gezeik, ik zorg ervoor dat je nooit meer hier geboekt of gedraaid wordt.” Het loont niet om je hiertegen uit te spreken.’

En dat stemt moedeloos. In podcast FunX Base vertelde Dieuwertje Heuvelings (voormalig playlister bij Spotify) over de periode dat ze in Amerika werkte, als A&R bij een label, en in een “diversiteits-werkgroepje” zat. ‘Dat is zó vreselijk pijnlijk, omdat mannen nog stééds niet naar je luisteren… Je zit tegenover de mannen die het voor het zeggen hebben, om aan hen uit te leggen waarom het belangrijk is dat vrouwen zich veilig voelen. Ik heb vaak genoeg ernstige situaties meegemaakt, en dat is één van de redenen waarom ik uiteindelijk zoveel stappen heb teruggezet uit de muziekindustrie. Keer op keer blijkt: het is niet veilig.’

En nu?

Geen wonder dat er zo weinig vrouwen rondlopen achter de schermen. Maar goed, hoe verander je dat dan? De brief ‘Wat we eigenlijk willen zeggen’ deed al een aantal slimme suggesties. Eén: trainingen voor mensen die de industrie intreden, over omgangsvormen en professioneel gedrag. ‘Sensitiviteits-trainingen’, daar doen we vaak lacherig over. Maar voordat Bilal Wahib een minderjarige overtuigde om zijn piemel te laten zien, had zijn management hem best wat kunnen bijbrengen over de macht die uitgaat van zijn status. Het punt: sommige mensen, ook A&R’s, ook boekers, zijn zich niet bewust van de macht die ze uitstralen, en daar mogen ze best bewust van worden gemaakt. Dat komt echt niet alleen jonge vrouwen ten goede.

Meldpunten
Twee: onafhankelijke meldpunten. De noodzaak ervan is een ramp voor slachtoffers (want de schade is dan al gedaan), maar het probleem is dat de misdragingen van specifieke individuen een publiek geheim zijn in de industrie. Vrouwen kunnen nergens aankloppen om hun verhaal te doen, waardoor foute figuren ermee blijven wegkomen. En in je eentje naar voren stappen heeft geen nut, dan krijg je een klassieke ‘he said, she said’-situatie. Hoe meer verhalen over dezelfde persoon je hebt, des te sterker je zaak.

Belangrijkste punt is dat het in een machocultuur voor veel vrouwen doodvermoeiend is om de enige vrouw in de kamer te zijn, en dat dat systeem nooit verandert tenzij er méér vrouwen rondlopen. Het gesprek over quota (in de muziekindustrie) speelt natuurlijk al jaren, maar daarbij ging het vaak over de hoeveelheid vrouwen op festival line-ups. Zo ging Primavera voor de volle 50/50 line-up, en zagen we ook in Nederland een forse toename van vrouwelijke artiesten op de posters. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dat niet óók achter de schermen kan. Er zijn zelfs internationale acts als The Knife/Fever Ray die er zaak van maken om met een 50/50 crew op tour te gaan. Lotje Horvers werkt als tourmanager van die band, en van M83 en Robyn, en zij zíét hoe het eraan toegaat op die 50/50 tours: vrouwelijke crewleden zijn meer op hun gemak, er heerst geen kleedkamercultuur, en dat is óók fijn voor de mannen die zich niet op hun gemak voelen bij een macho ver-pis-wedstrijd. Want ja, die zijn er natuurlijk ook gewoon.

Vraag en aanbod

Het is natuurlijk niet zo simpel als ‘neem meer vrouwen aan’. Het is ook een kwestie van vraag en aanbod. Dat herkent Horvers. Kort geleden heeft ze de organisatie Backstage Pass opgericht, waarmee ze diversiteit achter de schermen wil bevorderen. ‘Een groot struikelblok is het gatekeeping systeem’, zegt ze. ‘Stel, er is een vacature voor een technicus vrijgekomen, dan zoeken mensen in hun netwerk. Dat is logisch, want je kunt niet proefdraaien in deze industrie: je vraagt een visum aan, je zit meteen 24 uur per dag aan iemand vast, en als ze geen goed werk verrichten, heb je een probleem. Dat maakt het ook lastig, want als jij besluit: ik wil lichttechnicus worden, dan heb je niet meteen ervaring. Daarom moeten nieuwe mensen een kans krijgen op de kleine functies en tours, en vanuit daar doorstromen.’ Precies zoals we festivals zagen doen met hun artiesten: gestaag bouwen aan talent via de kleine stages, om ze zo uit te laten groeien tot sub-headliners. 

Zichtbaarheid
‘Maar als niemand is opgeleid, kun je die niet aannemen’, vervolgt Horvers. ‘Daar focus ik me nu op: hoe krijgen we meer vrouwen bij die opleidingen? Daar zijn we nu mee bezig met Backstage Pass: projectdagen in popzalen als Paradiso, Dynamo in Eindhoven, waar vrouwen uit de industrie vertellen over hun werk: technici, tourmanagers. Onder het mom: ‘You can’t be what you can’t see.’ Bij de opening zetten we een grote internationale campagne op, waarbij we bands vragen om hun vrouwelijke crewleden uit te lichten, juist om de zichtbaarheid te vergroten.’

Die verandering, daar kun je niet passief op zitten wachten. Het vereist goodwill, bewustzijn, en de wil dat om te zetten in actie en actief beleid. En dat, wanneer je dan die vrouwelijke lichttechnicus, tourmanager of stage host aanneemt, je héél duidelijk maakt aan je crew: op de werkvloer is een zero tolerance policy voor grensoverschrijdend gedrag. Gedraag je, anders lig je eruit.