‘Dit is zo overweldigend. Ik heb nog nooit voor zo’n publiek gestaan!’ Froukje’s ogen glinsteren ongelovig terwijl ze naar haar duizendkoppige publiek staart. Bizar ook: het afgelopen jaar brak de Rotterdamse keihard door, ze draafde al meermaals op voor radioshows, tv-registraties en een piepkleine sessie hier en daar. Maar zelden voor meer mensen dan een handjevol crewleden. Deze zondag merkt ze voor het eerst wat voor fysieke reactie haar stuwende elektronische pop kan teweegbrengen: dansen, gek! Ja, echt, vanaf track één (‘Groter Dan Ik’) is het áán. Rechtsvoor wordt een meisje, stuiterend als een skippybal, even overweldigd door de collectieve euforie. Ze werpt zich in de armen van een vriendin: ‘Ik ben zóóó blij!’ snikt ze.
Je begrijpt: er hangt elektriciteit in de lucht tijdens de laatste Fieldlab, waar deze zondag 1.500 mensen mochten feesten in naam van de wetenschap. Op een heus popfestival, zo-eentje waar we het afgelopen jaar alleen maar konden dromen, met twee stages, een foodcourt, en barren waar het bier gretig wordt getapt. En anders dan in de Ziggo Dome, waar de deelnemers werden verdeeld in bubbels, worden de teugels op deze testivals gevierd. Hoe dat eruit ziet, en wat het nut is van deze evenementen, dat beschreven we al een dag eerder, op het dancefestival dat hier op het Lowlands-terrein werd opgetuigd: de mondkapjes vliegen binnen no-time af, afstand houden gebeurt niet, en het nieuwe normaal is als een vage kennis die stilletjes in de meute verdwijnt. Als deze testevenementen geen besmettingshaarden blijken, dan is de festivalzomer plotseling wel héél dichtbij. Rest er nog één vraag: zijn de artiesten er een beetje klaar voor?