‘Wacht even, ik moet even mijn LOVE-lampje aanzetten.’ Luke Slater neemt een duik links achter op de bank - rechts achter de Zoomers thuis - en zoekt het lichtknopje van een neon-lamp. Lekker kitscherig, maar tegelijk natuurlijk een verwijzing naar een van zijn klassiekers. ‘Love’, zo heet de veertiende track op zijn album Freek Funk uit 1997, een melancholische housetrack, gemaakt voor het moment dat de rush langzaam overgaat in de comedown. Slater grabbelt nog steeds, en er lazert iets onbestemds naar beneden, maar dan heeft ie het lichtknopje te pakken. ‘Belangrijk toch?’ Zeer belangrijk.
Daar zit hij dan, Luke Slater, met zonnebril alsof hij net uit de club gerold komt, maar verder zo fris als een hoentje. Want ook hij heeft natuurlijk bijna anderhalf jaar zijn vak niet kunnen uitoefenen. Maar het is tijd om weer uit die verdomde cocon te ontsnappen. Slater deed al een paar gigs in zijn thuisland Engeland, die hem zichtbaar goed gedaan hebben. Tijd dus voor een nieuw Planetary Assault Systems album, zijn techno-alias dat precies de knaldrang weerspiegelt die de technovedette graag wil overbrengen. Maar er is meer, want in de lockdownperiode werkte Slater ook aan een liveproject rond een ander alias: The 7th Plain. Onder die naam speelt hij 14 oktober in het Muziekgebouw aan ’t IJ. ‘Of nou ja, ik geloof het wel. Het is zo’n chaos joh, ik ben door alle wijzigingen de draad kwijt. Ik geloof wel dat die 7th Plain show doorgaat, maar ik had dacht ik ook nog ergens een optreden als Planetary Assault Systems staan. Ik merk het wel.’ Oh ja: Planetary Assault Systems staat wel degelijk op ADE, bij Audio Obscura op zaterdag. En onder zijn eigen naam wordt Luke ook nog verwacht in Radion op een feest van DJ Bone.
Voor jonge dj’s is het vervelend dat hun carrière in de knop gebroken werd door corona, maar iemand als Luke Slater, die al sinds het begin van de house in clubs leeft, was de shock nog veel groter. Zijn leven is volkomen vergroeid met de dancewereld. Nu er weer van alles kan en mag tijdens ADE, trekt hij een oud alias uit de opslag.
Ambient room
Laten we eens beginnen bij The 7th Plain, een project dat terug gaat naar de vroege jaren negentig. Luke Slater, geboren in Reading, draait op dat moment al een paar jaar mee in de house scene. Hij was er als de kippen bij eind jaren tachtig, en het was voor hem een openbaring. The 7th Plain noemt hij ‘mijn geheime project’. Ja, het kwam daadwerkelijk uit, op het befaamde label Peacefrog, ‘maar het voelde als iets persoonlijk, iets voor mezelf’. De tracks variëren van melancholische ambient tot lichtvoetige dansvloermuziek, ver weg van de vuige elektro-house die hij onder zijn eigen naam uitbracht en de laagjes-techno onder het Planetary Assault Systems alias. ‘Door de jaren heen kreeg ik af en toe een verzoek om die muziek live te spelen, maar het voelde niet juist om dat in een techno-setting te doen. In de jaren negentig zelf had het misschien gekund, want elke club en elk festival had een ambient room, een ruimte naast de hectiek van de dansvloer, waar mensen op kussens naar mooie muziek lagen te luisteren. Ik vond dat altijd fantastisch. Dat is wat je wilt toch: tune in, drop out.’
De laatste jaren stoeide Slater weer met dat 7th Plain alias. Zo maakte hij onder die naam een prachtige remix van zijn eigen 'Love' (daar is hij weer!), bracht hij drie compilaties uit op A-TON (sublabel van Ostgut Ton) en draaide hij een keer als ambient dj in de Berghain Halle, een betonnen spelonk onderin de Berlijnse technotempel. 'Dat was mijn eerste ambientset ooit en ik vond het geweldig. Boven was Berghain in volle gang, beneden draaide ik. Ik weet nog dat na mij het podium leeg bleef. Wie draait er nu, vroeg ik nog, maar die artiest bleef liever achter het gordijn. Ik weet niet meer wie het was, wel dat we tevergeefs een half uur hebben gezocht waar hij nu was.'
'The 7th Plain heeft me nu gered', zegt Slater. 'De lockdown begon, ik zat twee maanden thuis en dacht: wat nu? Die eerste twee maanden waren leuk hoor, ik heb de studio geverfd en eens uitgerust. Maar daarna ontstonden er hele gesprekken in mijn hoofd.'
'Goh, het is eigenlijk net alsof je met pensioen bent. Heb je daar weleens serieus over nagedacht, of dat wat voor je is?'
'Verdomd ja, zo moet het voelen om met pensioen te zijn.'
'Vind je het wat?'
'Ik? Nee, maar echt: no way. Als dit het is, dan is pensioen afschuwelijk saai!'
Deur op slot
'Ik ben aan die liveshow gaan werken, en aan een nieuwe Planetary Assault Systems plaat.' Die plaat ligt vrijdag 15 oktober in de digitale schappen, in de ADE week. Het is er ook de ideale soundtrack voor, een ruwe, gelaagde en gejaagde technoplaat zonder opbouw. Vlam, naar de piek van de avond. 'Ik had geen zin om lang rond te kliederen, gewoon recht op mijn doel af. Dat is op bijna alle Planetary album zo, op Arc Angel na. De muziek is altijd bedoeld voor de dansvloer, en ik produceer de tracks altijd super snel. Is het niet snel klaar, dan is het niet goed.'
Planetary Assault Systems is op dit moment Luke Slater's bekendste alias, en de reden dat hij anno 2021 nog volstrekt relevant is. En dat terwijl hij het alias rond de millenniumwisseling bijna tien jaar begroef. Die relevantie dankt hij aan de opkomst van Berghain, de laatste vijftien jaar. En dat gaat twee kanten op: Luke Slater dankt de tweede helft van zijn carrière aan de Berlijnse club, en Berghain bouwde zijn kale maar gelaagde techno-imperium op het fundament dat Slater's Planetary Assault Systems in de 90s legde. 'Ik ben al sinds het begin een van de internationale residents van de club, maar dat is eigenlijk nooit zo afgesproken. Onze band gaat verder terug. Ik herinner me een Planetary gig in 1996 in Ostgut, de voorloper van Berghain op een andere locatie. Het was een van mijn favoriete shows dat jaar. Toen Michael, de eigenaar, me later vroeg in zijn nieuwe club te draaien, ben ik gekomen. Het bleek alles te zijn wat ik wilde in een club. Een plek waar mensen zichzelf kunnen zijn en waar een geweldig soundsystem staat.'
Berghain is een typisch voorbeeld dat nachtclubs veel meer zijn dan entertainment. De club laat al die jaren al zien dat het kopiëren van de huisregels niet genoeg is om een cultuur te creëren. Ja, een Funktion One systeem klinkt goed. Inderdaad, telefoons verbieden zorgt voor meer intimiteit. Maar daarmee heb je de ziel van een club nog niet te pakken. Die wordt gevormd door de mensen binnen, de dansers die bijdragen aan het geheel. Hun energie, hun beweging. Precies waar het grootste taboe op lag de laatste anderhalf jaar. Kunst mocht mondjesmaat, maar alleen op een stoeltje. Dat het publiek zelf onderdeel wordt van de performance, dat beseft geen politicus. 'Ik vind het ronduit crimineel hoe weinig respect er de afgelopen tijd was voor onze cultuur. Hoe nachtclubs alles in hun schoenen geschoven kregen, en hoe weinig bewust de politiek is wat het voor mensen betekent. Politici komen natuurlijk ook niet in clubs. Of ja, misschien in commerciële dancings waar mensen rond een stapel handtasjes staan te dansen.'
'Ik moet er niet aan denken dat ik nu 18 zou zijn', vervolgt Slater. 'Toen ik zelf die leeftijd had stond ik voor het eerst achter de draaitafels. Ik drumde, luisterde naar hiphop, en opeens viel het kwartje. Het was alsof ik een deur binnen stapte en ineens het leven begreep. Niets minder dan dat. Tot die tijd was ik nergens goed voor. Ik wil niet zeggen dat ik een bad guy was, maar ik was een puinhoop. Nu nog steeds, maar nu is het niet erg meer. Ik was niet gemaakt voor de manier waarop je je lever 'heurt' te leven. Ik heb die deur waardoor ik binnen kwam achter me dicht getrokken en op slot gedaan. En als de lockdown me iets geleerd heeft, dan is het wel dat ik er nog lang niet klaar mee ben.'