Met Queen-biopic Bohemian Rhapsody vers in het geheugen, kun je je nauwelijks voorstellen dat Freddie Mercury in het echte leven nooit publiekelijk heeft erkend homoseksueel te zijn. Freddie Mercury, misschien wel het grootste homo-icoon ooit! David Bowie, die riep even dat ‘ie biseksueel was maar trok dat later weer in. Ricky Martin kwam uit de kast toen hij al in geen jaren een hit had gehad. George Michael? Die werd ge-out in de media na een arrestatie wegens publieke ontucht in 1998.
Natuurlijk: ook vroeger waren er heus wel queer artiesten die daar open over waren. Elton John is de bekendste. Die vertelde in 1976 al in een interview niet heteroseksueel te zijn. Daarnaast hadden we Boy George, Bronski Beat, Melissa Etheridge, Frankie Goes To Hollywood, k.d. lang, Billie Joe Armstrong van Green Day… maar dat lijstje met muzikanten uit de jaren 70, 80 en 90 droogt snel op in vergelijking met de waslijst hedendaagse LHBTQIA+ artiesten. Lil Nas X, Sam Smith, Hayley Kiyoko, frontman Olly Alexander van Years & Years, girl in red, Orville Peck, Arca, Frank Ocean, King Princess, Troye Sivan, Halsey, MNEK, The Japanese House, Kim Petras, Adam Lambert, Lionstorm, Miley Cyrus, Janelle Monáe… Zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar het zit ‘m niet eens alleen in de hoevéélheid artiesten - het gaat ook om de ondubbelzinnigheid waarmee ze over zaken als liefde en seks zingen. Ze zijn stukken uitgesprokener dan de meesten van hun voorgangers waren. Of, in de woorden van King Princess in een eerder interview met 3voor12: ‘You can not just look gay, you can also say you're gay.’
Hoewel velen uit genoemde waslijst in de alternatieve hoek vallen, behoren anderen tot de grootste en bekendste artiesten van dit moment: Frank, Miley, Lil Nas, Halsey - en natuurlijk Sam. Diens derde album Love Goes zag eind oktober het levenslicht en is uitgesprokener queer dan Smiths eerdere werk, schreef BuzzFeed: ‘[Deze plaat] is een momentopname van een nieuwe, vrijere Smith, als persoon en als popster. (…) Het is een vuistslag tegen de diepgewortelde cis-normativiteit in popmuziek.’ Smith is een van de weinige internationaal gevierde popsterren die zich openlijk identificeert als non-binair: hen voelt zich net zo vrouwelijk als mannelijk. Vorig jaar maakte de zanger publiekelijk bekend zich niet thuis te voelen bij de voornaamwoorden ‘hij’ en ‘zijn’ en aangesproken te willen worden met ‘hen’ en ‘hun’. Zo’n grote, Grammy-winnende artiest die zó uitgesproken is over genderidentiteit en geaardheid (Smith maakte in 2014 al bekend op mannen te vallen): ik vind het een verademing. Vooral omdat ik pakweg twaalf jaar geleden nog niet zo snel zag gebeuren dat een artiest van hun kaliber hier, op het hoogtepunt van diens carrière, mee naar buiten treedt.
Voor lange tijd in de geschiedenis van de popmuziek hielden de meeste niet-heteroseksuele artiesten hun geaardheid ambigu of geheim. Anno 2020 lijkt het tij gekeerd. Dat is niet alleen belangrijk voor de muziekindustrie, maar ook voor de jongeren die met die muziek opgroeien, betoogt journalist Tim van Erp (30).
Een stukje praktijk dan maar? De Volkskrant publiceerde twee weken geleden een recensie van het nieuwe Sam Smith-album, maar de krant ging niet mee in de gewenste genderaanduiding van de zanger. Oftewel: Smith heette gewoon ouderwets 'hij' in plaats van 'hen'. Jente Lammerts vroeg de krant via Twitter de recensie aan te passen. De eerste paar dagen bleef reactie uit, waarop Lammerts erop wees dat aanpassing niet per se ingewikkeld is: LINDA deed het zo.
Ruim een week later is er dan toch antwoord van de eindredactie van de Volkskrant, die zegt niet in deze taalverandering mee te willen, omdat het 'vooralsnog te verwarrend' is. 'Het probleem is: de betreffende groep claimt een aantal bestaande woorden die allemaal al een betekenis hebben (zoals 'hun' en 'diens'). Als je die opeens gaat gebruiken in een nieuwe betekenis ontstaat er bij veel lezers verwarring.' Er zouden dus eigenlijk nieuwe woorden moeten worden bedacht, maar die er zijn (nog) niet. Als de terminologie meer ingeburgerd is, zal de Volkskrant natuurlijk volgen, maar omwille van de duidelijkheid willen we in dit geval niet voorop lopen.'
I kissed a girl
Twaalf jaar geleden kwam ik zelf uit de kast. In de jaren die daaraan voorafgingen had ik geen openlijk niet-heteroseksuele artiesten naar wie ik opkeek. Dat wil wederom niet zeggen dat die er niet wáren. Elton John stond toen ik dertien was op nummer één met 'Sorry Seems To Be The Hardest Word' (de versie met boyband Blue). George Michael scoorde het jaar daarop een hitje met 'Amazing'. In eigen land hadden we Gerard Joling en Gordon. Maar - neem me niet kwalijk - dat waren toen al niet meer de popsterren waar de gemiddelde tiener naar luisterde. Grote contemporary artiesten als Sam Smith die onbeschaamd queer waren in muziek, videoclips en stijl… als ze er toen waren, kende ik ze niet.
Op mijn zestiende identificeerde ik me het meest met Mika. Zijn debuutplaat Life In Cartoon Motion was de soundtrack van de route richting mijn coming-out. Maar ook Mika - inmiddels acht jaar oud and proud - repte toen met geen woord over zijn homoseksualiteit. In de zomer waarin ik uiteindelijk uit de kast kwam, werd 'I Kissed A Girl' van ene Katy Perry een wereldwijde hit én mijn lijflied. Dat het nummer tekstueel nogal problematisch is - ‘it's not what good girls do’ zingt ze over die kus - had ik als achttienjarige niet door. Voor mij was die titel een statement: kijk, het is oké om iemand van hetzelfde geslacht te zoenen. Het lied symboliseerde mijn nieuwbakken zelfvertrouwen. Maar: Katy Perry víel zelf helemaal niet op vrouwen.
Om te peilen hoe dit voor andere LHBTQIA+’ers was, besluit ik bekenden in verschillende leeftijdsgroepen - van 18 tot 51 - te vragen naar hun tienerjaren. Ik ben niet de enige die dit zo beleefd heeft, blijkt al snel. ‘Ik besef nu dat ik zo’n artiest best wel heb gemist, zonder het echt te missen’, zegt Marlies (29). ‘Als ik nadenk, kom ik niet verder dan Missy Higgins. Óf ze waren er niet óf ik kende ze niet. Als ik kijk naar wat ik nu zie, is er veel meer diversiteit en variatie en wordt er naar mijn idee ook explicieter over gezongen.’ Michiel (30), die een blog over popmuziek runt, denkt daar hetzelfde over. ‘Ik heb het gevoel dat er minder een moment wordt gemaakt van een coming-out, dat het minder groot nieuws is als een artiest niet-hetero is.’ Zelf vond hij pas nadat hij op zijn achttiende uit de kast kwam in Adam Lambert een eerste homoseksuele artiest met wie hij zich identificeerde.
Er was ook een generatie die opgroeide in een tijd waarin de ene na de andere openlijk homoseksuele Britse hitsensatie verrees: de eerste helft van de jaren 80. De nu 51-jarige Iebele was een tiener toen groepen als Bronski Beat, Frankie Goes To Hollywood, Culture Club en Soft Cell op de piek van hun populariteit waren. En dat levert een heel andere herinnering op. ‘Ik dacht toen juist dat er veel ruimte was voor queer artiesten’, vertelt hij. Niet alleen was die periode in de popmuziek volgens hem open-minded, die ruimdenkendheid droeg ook bij aan zijn persoonlijke ontwikkeling. ‘Ik vond het bijvoorbeeld heel mooi dat Boy George pittige uitspraken deed over zijn geaardheid. Daardoor, en door zijn uiterlijk, dacht ik: ik mag er dus ook zijn. Ik probeerde er zelfs een beetje als hem uit te zien’, zegt hij lachend. ‘En 'Smalltown Boy' van Bronski Beat gíng inhoudelijk over homoseksualiteit, zowel lied als videoclip. Dat kwam echt bij me binnen.’
Little monsters
Tien jaar later zag het muzieklandschap er alweer totaal anders uit. Alle hierboven genoemde bands waren of uit elkaar of niet meer succesvol. De muziekwereld was niet helemáál heteroseksueel, maar veel queerder dan de Vogue-videoclip van Madonna werd het niet. Merijn, nu 41 en in de jaren 90 een tiener, blikt dan ook heel anders terug op zijn jeugd dan Iebele: ‘Dat soort artiesten was er niet, al bedenk ik nu wel dat ik cd’s van R.E.M. had. Maar Michael Stipe was nog niet uit de kast.’
De veranderingen in het afgelopen decennium lijken van een ander kaliber dan die in de jaren 80: blijvend, wijder verspreid en ingrijpender. Het meest kenmerkend is dat ze zich niet beperken tot één bepaalde stroming Britse popartiesten. Anno 2020 kunnen mainstream popsterren als Smith en Cyrus queer zijn, maar ook grote namen uit de hiphop- en r&b-wereld (Lil Nas X, Frank Ocean), alternatieve acts (The Japanese House) en zelfs country-sterren (Orville Peck). Dat heeft impact op de jongeren die opgroeien met al die boegbeelden - dat diverse scala aan artiesten die je tonen dat je jezelf kunt en mag zijn. Immers: als je in de jaren 80 niet van popmuziek hield, verdampte de hoeveelheid LHBTQIA+-idolen al gauw. Nu vind je in elk genre wel iemand om tegenop te kijken. Zo vertelt Max (18): ‘Deze artiesten hebben mij erg geholpen in mijn eigen gevoelens begrijpen en uiten. Troye Sivan bijvoorbeeld, naar wie ik als jongetje vol interesse keek op YouTube (Troye kwam in een van zijn video’s uit de kast, red.) en die nu een grote popster is.’
In diezelfde rondvraag wordt, met name door diegenen onder de 25, opvallend vaak Lady Gaga genoemd. Zij is sinds het begin van haar carrière openlijk biseksueel en een fervent voorvechter van LHBTQIA+-rechten, maar haar invloed reikt verder dan dat. Gaga is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor een andere belangrijke verschuiving in de popmuziek: de opkomst van de underdog. In haar muziek en communicatie naar fans toe richt ze zich nadrukkelijk op jongeren die voor hun gevoel buiten de maatschappelijke norm vallen of gepest worden. Zij was één van hen, zo benadrukt ze met regelmaat. Haar nummer 'Born This Way' is een expliciete ode aan diversiteit die wereldwijd op nummer één belandde, al werd de tekst in enkele conservatieve landen gecensureerd. ‘Als ik Born This Way op de radio hoorde, had ik het gevoel dat ze het een beetje voor mij zong’, zegt de 21-jarige Alexander, 12 toen het nummer een hit was. Daarmee onderstreept hij mijn punt: zo’n nummer wás er niet toen ik 12 was. Dat zeg ik niet omdat ik mezelf zielig vind, maar om aan te geven wat Gaga heeft betekend voor met zichzelf worstelende pubers en voor het muzieklandschap. De 30-jarige Michiel was net uit de kast toen Gaga doorbrak en omschrijft haar concerten als ‘een ervaring die ik deelde met mensen die door min of meer dezelfde worsteling zijn gegaan om uit de kast te komen. Het gaf een gevoel ergens bij te horen, waar het op de middelbare school nog weleens aan ontbrak.’
Door nummers als Born This Way zijn we 'anders zijn' gaan vieren. In mijn optiek heeft Gaga het pad geëffend voor artiesten die zingen voor de buitenbeentjes (dat uitte zich onder meer in een reeks empowerment anthems in de jaren 10, van Katy Perry’s Firework tot Kesha’s We R Who We R) en voor artiesten die zelf een buitenbeentje zijn. Langs de heteronormatieve meetlat van de entertainment-industrie tenminste. Sam Smith vertelde onlangs aan Vogue dat het Gaga was die hen als tiener inspireerde hun genderidentiteit te omarmen: ‘Ik was vijftien toen [haar debuutalbum, red.] The Fame uitkwam en geobsedeerd door haar. Ze gaf me de volledige toestemming om mezelf te zijn en trots te zijn op mijn queerness.’
Die trots en dat vieren van anders zijn zien we ook terug in Gaga’s fanbase, door haar liefkozend tot Little Monsters gedoopt. ‘Little Monster zijn betekent dat je jezelf mag zijn’, zo omschreef een fan het tijdens haar Born This Way Ball Tour in 2013. Gaga’s fans vormen samen een safe space waarbinnen niemand veroordeeld of buitengesloten wordt. Dat zien we nu ook bij andere artiesten terug. Neem de fans van Hayley Kiyoko, die haar steevast Lesbian Jesus noemen. Dat maakt hen tot haar apostelen; het evangelie dat ze verspreiden is er een van liefde (voor jezelf en voor elkaar), ruimdenkendheid en inclusie. Kiyoko heeft in interviews verteld hoezeer ze verwachtte veroordeeld te worden toen ze uit de kast kwam. In plaats daarvan kreeg ze onvoorwaardelijke steun. In PAPER Magazine zei ze daarover: ‘Ik besefte: ik kan mezelf zijn en mensen zijn daar oké mee.’ Die support van het publiek geeft artiesten als Kiyoko het zelfvertrouwen en de bevestiging door te gaan met zich uitspreken, waarmee de zichtbaarheid van queerness in de muziekwereld weer wordt vergroot.
3FM-dj Vera Siemons (27), zelf lesbisch, ziet eenzelfde gemeenschapszin terug bij de fans van girl in red. ‘‘Do you listen to girl in red?’ is online codetaal geworden voor: ‘Ben jij een meisje dat zich aangetrokken voelt tot andere meisjes?’ Er worden zelfs posters met die slogan gedrukt door haar platenmaatschappij die wereldwijd werden opgehangen, ook in de LHBTQ-vrije zones in Polen. Een daad van activisme, voortgekomen vanuit popmuziek.’ Ook Vera staat regelmatig stil bij hoe anders het een decennium geleden was. ‘Muziek als die van girl in red of King Princess kon ik als tiener niet vinden. Toen ik in 2018 bij het concert van die laatste was, ging er een wereld voor me open. Stond ik daar als 25-jarige tussen meiden die tien jaar jonger en zó uitgesproken en vol zelfvertrouwen queer waren. ‘Sit on my face!’ schreeuwde een meisje richting het podium. Ik voelde me bijna trots. Die verandering is absoluut teweeggebracht door muzikale boegbeelden. Niet alleen omdat ze zíngen over queer zijn, maar ook omdat ze zichzelf op social media blootgeven.’
En die muzikanten inspireren niet alleen fans, maar ook collega’s. Zo interviewde Vera vorige maand Romy van The xx, die in haar recente solo-liedjes ervoor kiest om te zingen over ‘haar’ in plaats van ‘jij’. Ook Romy liet zich daarvoor door andere queer artiesten inspireren: ‘Zij moedigden haar aan zelf ook opener te zijn. Tien jaar eerder had ze dat soort rolmodellen niet’, vertelt Vera. Platenmaatschappijen die denken dat zoiets mannelijke fans wegjaagt, zijn niet meer van deze tijd, vindt ze. ‘Lesbische vrouwen zoals ik vinden het fijn om een vrouw op de radio te horen die over vrouwen praat, maar andere The xx-fans en muziekliefhebbers zetten het heus niet af zolang het ook gewoon een sterk liedje is.’
Ondanks die representatie zijn we er nog niet. Waarom anders zou afgelopen zomer streamingplatform Pride Radio zijn opgericht, dat uitsluitend muziek van queer artiesten draait? ‘Het idee ontstond toen Ariana Grande werd aangekondigd als headliner voor Manchester Pride in 2018’, vertelt oprichter Gyor Moore (28). ‘Daar kwam aardig wat kritiek op. Waarom stond daar een heteroseksuele vrouw, die weliswaar door veel homo’s op handen gedragen wordt, maar niet zelf queer is? Terwijl we zoveel talentvolle artiesten binnen de gemeenschap hebben? Ik bedacht: waarom maak ik geen platform dat die artiesten wél een podium biedt?’
Pride Radio-slogan ‘discover queer music’ doet al vermoeden dat het zich concentreert op muzikanten die nog niet door het grote publiek ontdekt zijn. Gyor: ‘Toen ik rondvroeg welke acts niet mochten ontbreken, kreeg ik enorm veel namen door die ik niet kende. Voor mij was dat extra bevestiging dat veel LHBTQIA+ muzikanten onderbelicht blijven.’ Bovendien is Pride Radio meer dan alleen muziek. Het gaat ook om queer imagery, videoclips bijvoorbeeld - een artiest uit zich immers vaak op meer manieren dan alleen in songteksten.
Ja, we zijn een eind gekomen, erkent Gyor. ‘In mijn tienerjaren had je Geer en Goor en dat was het voor mijn gevoel wel. Frank Ocean kwam uit de kast in hetzelfde jaar als ik. Dat vond ik enorm inspirerend.’ Maar nee, een invloedrijke artiest als Ocean met talloze streams en Grammy’s op zijn naam levert nog niet genoeg zichtbaarheid op. ‘Een handjevol queer people is niet genoeg tussen de duizenden mainstream-artiesten die dat niet zijn. Er zijn zoveel muzikanten die de schoonheid en diversiteit binnen de LHBTQIA+-gemeenschap tonen die nu niet gezien of gehoord worden.’
Terwijl ik bejubelde hoe ver we zijn gekomen ten opzichte van mijn tienerjaren, word ik door Gyor met de neus op de feiten gedrukt. ‘Ik heb met verschillende Nederlandse artiesten gesproken die door platenlabels werden afgewezen omdat ze ‘te queer’ waren, werden aangeraden hun videoclips niet te expliciet te maken of niet over een specifiek geslacht te zingen. Ik schrok er enorm van dat dit in Nederland nog gebeurde.’
Die anekdote vreet aan me. Dat we er nog niet helemaal waren wist ik wel, maar het ziet er een stuk minder rooskleurig uit dan ik dacht. Onwillekeurig moet ik denken aan Nederlands hiphop-duo Lionstorm, waarvan de leden naast collega’s ook geliefden zijn. Hun videoclip Vies werd meermaals door YouTube geblokkeerd, een teaser van Emo Track vorig jaar van Instagram verwijderd. ‘Als maar genoeg mensen aangeven dat ze het niet willen zien, wordt iets gewoon weggehaald’, zeiden ze daarover tegen OutTV. ‘Het maakt voor ons het zichtbaar maken van lesbische liefde lastiger.’
Zo schuurt er nog iets terwijl ik dit stuk schrijf. Want draag ik zelf niet bij aan de generalisatie van queer people door al die enorm diverse artiesten in al die verschillende genres op één hoop te gooien? Het laatste wat we zouden moeten willen, is dat zij beoordeeld worden op basis van alleen geaardheid of genderidentiteit, lijkt mij. Marc Almond, de openlijk homoseksuele zanger van jaren 80-groep Soft Cell, zei ooit dat hij geen ‘homoseksuele artiest’ genoemd wilde worden. Dat zette mensen er alleen maar toe aan zijn werk te marginaliseren, vond hij: ‘Alsof het niet interessant is voor wie niet gay is.’ Als ik muzikanten samenvat onder de noemer ‘queer muziek’, suggereer ik dan niet hetzelfde? Ook dit vraagstuk leg ik voor aan Gyor. ‘Ik snap hoe gevoelig het kan liggen dat artiesten op basis van hun geaardheid en gender op Pride Radio staan. Al deze muzikanten hebben immers hun eigen verhaal, hun eigen muziek, hun eigen kunst. Natuurlijk zou ik hen normaliter niet selecteren op hun queerness, maar weet je wat het is? Voor mainstream media zijn wij sowieso ‘anders’. En dat anders zijn vieren we bij Pride Radio; we zijn daar trots op. Wanneer we allemaal gelijk zijn, kan dat label weer weg. Maar tot dan is die zichtbaarheid nodig.’
De 21-jarige Alexander vertrouwt me wanneer ik hem spreek voor dit artikel toe: ‘Ik luisterde als tiener veel naar Kim Petras, maar ik wist toen nog niet dat zij een transvrouw en een queer icon is. Ik vond haar muziek gewoon leuk. Eigenlijk ben ik er niet mee bezig of een artiest queer is of niet.’
En dat is prachtig. Goede muziek is goede muziek, en het is natuurlijk mooi als iedereen zo ver is dat het simpelweg niet meer boeit van wie een artiest houdt of hoe die zich identificeert. Maar zolang nummers als Born This Way in sommige landen nog gecensureerd worden en acts als Lionstorm gerapporteerd, mag die queerness in de industrie nog wel een tikkeltje worden opgeschroefd.