Met zo'n zeven jaar op de teller stond Grauzone langere tijd vooral bekend als een retrofestival waar gelauwerde cultacts gevierd werden. Juist bij die cultacts zien we het dit weekend leeglopen als een lekke ballon, maar een paar van de spannendste postpunkhypes werpen zich maar wat graag op als headliners van de avond.

Het ene moment sputtert-ie piepend en krakend poezië in de microfoon. Even later wringt-ie een stel vrij virtuoze atonale saxofoonflodders uit z’n instrument. Zo hé, het is dat de zevenenzeventig(!) jaar oude Ted Milton er geen jaar jonger uit ziet dan z’n leeftijd, en z’n stem daadwerkelijk van perkament lijkt, maar wat is deze oudemannenband stiekem achteloos cool. Op de vrijdagavond speelt Blurt in het kleinste zaaltje van het Paard strakke postpunk met een funkschwung, maar dus ook met grote knipogen naar de free jazz. De band debuteerde al in ’79(!), heeft tussendoor nooit een pauze genomen en klinkt precies als het type band dat vanaf het begin al verdoemd was tot de obscuriteit: niet te draaien op de radio, waarschijnlijk z’n tijd te ver vooruit, maar goed, dat zijn dus precies het soort vondsten waar je tijdens een weekend als dit op wilt stuiten.

Dat zegt immers ook iets over het type festival dat Grauzone is: je vindt er veel oude culthelden, sommigen nog een stuk obscuurder dan anderen. Diep verankerd in de jaren tachtig ook, van gruizige postpunk en industrial tot wave en heavy psychrock. Een festival voor het type fanatiekeling die een postpunk special van 3voor12 leest en zich afvraagt waarom in godsnaam de tijdloze klassiekers van wave-band Clan of Xymox niet in die lijst staan. Wat dat betreft is Grauzone (ja, van die Zwitserse band, ja) ook wel een nogal retro festival. Per slot van rekening begon het festival in de Melkweg met boekingen als Echo & The Bunnymen! Dat merk je ook aan het overtuigend oudere publiek. Tegelijkertijd voel je ook wel het festival gaandeweg aan het bouwen is en over de jaren een stuk breder is gaan zitten.

Die drang om breed te gaan voel je in ieder geval in de programmering. Er staat een enkele Le Guess Who?- of Rewire-achtige act, maar ook spannende dj’s om diep de nacht in te draaien. Op de vrijdagavond is het Braziliaanse RAKTA een hoogtepunt. Gedrieën maken ze loodzware (maar mega coole!) pulserende psychrock vol drones, motorik en bezwerende vocalen met delay waardoor je je gemakkelijk kan voorstellen dat ze nog wel eens een speldje in een pop willen prikken. Aan de andere kant van het spectrum weet Marissa Nadler in de Kleine Zaal te bekoren met fijnzinnige, sombere folkliedjes. En nóg zo’n opvaller is TAMARYN, een dreampopzangeres die op haar meest poppy momenten eigenlijk nog het meest naar Grimes doet denken. Maar de belangrijkste troefkaarten van het festival zijn The Murder Capital en Shame. Het boeken van de meest happening postpunkbands van het moment (eerder stond Idles er ook al!) voelt als een opzettelijke actie om af te doen met dat ouwemannenimago. En die aanwas lijkt – enigszins voorzichtig – op komst. Of, zoals een lief dametje tijdens een schattig gesprekje in de rokersruimte van festivallocatie het Paard zegt: ‘Zo goed dat de jeugd zich hier ook voor interesseert!’

Damo Suzuki & leden van Kikagaku Moyo, Bo Ningen, Ariel Pink & Minami Deutsch

Cultlegendes die de zaal leegspelen

De grap is juist dat de gelauwerde cultacts waar Grauzone mee is begonnen, geen zin lijken te hebben om de headliner uit te hangen. Neem nou Damo Suzuki, voormalig frontzanger van de iconische krautband CAN, die op de planken staat met een Japanse supergroep. Cool dat Grauzone zo'n project samenstelt, maar deze anderhalf uur lange psychedelische krautrockimprov voelt vooral als een vervreemdende paddotrip. Nog zo'n legend bij wie de zaal al snel leeg loopt: Stephen Mallinder, bassist van cultband Cabaret Voltaire, die het nu gooit op gedateerde leftfield house. En waar Thurston Moore Group duidelijk voelde als de grote headliner van de vrijdagavond, loopt de zaal leeg als een lekke ballon. Moore staat bekend als een concessieloze experimentalist (neem nou dat uur lange nummer waar de band vorig jaar mee toerde), dus de grote headliner spelen voelt toch een tikkeltje buiten z'n comfortzone. Een makkelijke show is het in ieder geval niet. Vandaag worden er muzikale collages van traag atmosferische geluiden tot minutenlange feedback opgebouwd, waar uiteindelijk een melodie doorheen mag prikken. Ontzettend vet voor de standvastige Thurston Moore-fans vooraan, maar als je met Sonic Youth-noisepop in je achterhoofd bent gekomen, kom je vanavond bedrogen uit. Echt lang duurt het niet voor de eerste afhakers het voor gezien houden, en tijdens de halfuur lange toegift is er waarschijnlijk minder dan een kwart van de zaal over. Zo speel je dus een publiek op virtuoze wijze weg.

Shame bij Grauzone

De helden van het weekend

Echt een wereld van verschil bij de bomvolle zaal voor The Murder Capital, die zich op de vrijdag als headliner van de avond toont. De Ierse postpunkband schoot het afgelopen jaar de lucht in met het intense album When I Have Fears, waarop ze een ode brengen aan een overleden vriend. Dit doen ze ook aan het begin van hun show, tijdens een aangrijpende speech over verloren vriendschap en de staat van een brandende wereld. Die wanhoop krijgt de zaal tijdens ‘On Twisted Ground’ misstil, maar The Murder Capital kan ook met songs knallen waar zo’n headlinerpositie om vraagt. Tijdens het intense hoogtepunt van de show dikt het publiek vooraan in voor de vaste stagedive van frontman McGovern, waarmee hij de zaal zo goed als uitspeelt. Een beetje ongemakkelijk is het wel, hoe de generatiekloof fysiek zichtbaar wordt tussen de frontlinie van de moshpit en het wat oudere festivalpubliek dat het moshpitgeweld gadeslaat, maar het is overduidelijk dat de Ierse postpunkband voor iedere generatie de show van de avond gaf.

Nog beter lukt het Shame om die kloof te overbruggen. Dat ligt misschien ook aan de energie waarmee ze hun show vanaf het begin tackelen: de frontman klopt zich op de borst als een woesteling, trekt aan zijn eigen tepels en spuugt over de microfoon alsof hij zijn territorium aan het afbakenen is. In vergelijking tot The Murder Capital is het smeriger, zeker getuige de vuige basloopjes die de bassist doorde zaal pompt. De band speelt een blok aan nieuw materiaal, maar het zijn vooral de bekendere songs aan het einde die de grootste reactie weten te ontketenen. Tijdens ‘Tasteless’ staat een enthousiaste groep al uit volle borst mee te schreeuwen, en gedurende de show voel je die open ruimte tussen de voorste rijen en het wat schuchtere publiek erachter langzaam doorbreken, tot je ook een stel hossende veertigers met gebalde vuisten in de moshpit ontdekt.

Maar de act die als de ultieme Grauzone-act voelt, staat al eerder die avond voor een volgepropt, kleiner zaaltje te spelen dat het goedkeurend en eensgezind gadeslaat. Tijdens de show van De Ambassade wordt het duidelijk hoezeer de Nederlandse waveband is gegroeid het afgelopen half jaar. Hun gruizige, koele wave voelt tegelijkertijd dansbaar en funky vanwege de rollende bas en synths, en Pascal Pinkert prevelt er onverstaanbaar zijn vocalen overheen. Wanneer de band als laatste liedje hun prijssong ‘Geen Genade’ inzet, hijgt Pinkert in de microfoon: ‘Dat willen jullie wel, hè?’ Daarmee is het geen onstuimige postpunkband, geen cultlegende, maar juist een Nederlandse new wave band die het gat tussen nostalgie en nu, jong en oud, weet te overbruggen.