Twintig jaar liggen de tracks van Peel Seamus' debuutalbum al te wachten om uitgebracht te worden. Een mix van twijfel en laksheid lag daaraan ten grondslag. Maar nu is het toch zover gekomen en brengt de Delsin Records labelbaas een collectie tracks uit die luisteren als een intiem dagboek. 'De muziek heeft me heel veel over mijn aard geleerd, inzichten die ik daarvoor niet had.'

DJ Jean achterop de brommer

Wist je dat Rhenen - op de Utrechtse Heuvelrug - stiekem een heus dance bolwerk is? Noem het gerust Bristol aan de Rijn hoor. DJ Jean komt er vandaan, Robin Albers alias Jaydee, maar ook een van stille krachten van de Amsterdamse underground, Marsel van der Wielen. Ook wel bekend als Marsel Delsin, naar het label dat ie al 25 jaar runt. En ook wel bekend als Peel Seamus, zijn dj-naam en de naam waaronder ie nu, na bijna dertig jaar in het vak, een debuutalbum uitbrengt. En denk nou niet dat het niche universum van Delsin en de ordinaire clubhouse van DJ Jean compleet andere werelden zijn. ‘Ik heb DJ Jean nog een keer achterop mijn brommer gehad, terug naar Rhenen vanaf een hockeyfeest’, lacht Marsel. Jan zat bij vrienden van me in de klas, op de MEAO. Hij kon niet meer naar huis. Hoe dat is afgelopen? We zijn thuis gekomen.’

Er is geen mooie samenwerking uit voort gekomen. Marsel van der Wielen was in zijn vroege jaren een eenzame thuispieler, een klassieke bedroom producer. Nee, een kluizenaar was hij niet, bezweert hij. Zo ging ie rustig op zijn dertiende met een paar maatjes op tienertoer. Naar de Efteling, Duinrell en de Amsterdamse Wallen. ‘Dan belde ik naar huis: pa, ik blijf in Amsterdam slapen. Oh, ehm, ok, doe je voorzichtig?’ Maar muziek maakte hij in zijn eentje, in eerste instantie op zijn Roland W30 workstation, die zijn vader voor hem kocht. ‘Mijn zus had een paar deuken in de auto van mijn pa gereden, en hij was panisch op die auto. Dus op een gegeven moment heeft ie een tweedehands auto voor haar gekocht. Ik zat op de HTS, en ik zei zelfverzekerd tegen mijn pa: ik krijg straks toch wel een auto van de zaak, geef mij maar zo’n apparaat, dat kost ook 2500 gulden. Je krijgt dan echt geen auto he, zei hij nog. Nee pa, ik wil dat instrument. Zo is het begonnen, ik was een jaar of negentien.’

Wat hij hoort als hij nu naar zijn debuutalbum luistert? Hij hoort die jongen die pas afgestudeerd is, zijn eerste serieuze baan heeft. Hij hoort hoe zijn moeder overleed toen hij 25 was, in 1999. De track ‘Forever On My Mind’ is een ode aan haar. Een andere track doet hem denken aan de paniekaanvallen die hij kreeg op zijn werk, die hij destijds nog helemaal niet kon plaatsen. ‘Matthijs van Nieuwkerk heeft ze als ie over bruggen fietst, Dennis Bergkamp in het vliegtuig, ik had ze in vergaderingen, zo’n plek waar je niet weg kunt. Op een gegeven moment ook in de rij bij de supermarkt als ik vier mensen voor me had. Dan dacht ik bij mezelf: ik kan eigenlijk pas weg als die vier mensen voor me aan de beurt geweest zijn. Als ik nu maar geen aanval krijg, dan sta ik voor lul. De angst voor de aanval verhoogt juist de kans op de aanval. Dat soort dingen verwerkte ik wel in mijn producties. En bovendien was muziek maken voor mij heel ontspannend.’

Marsel van der Wielen voelde zich ook senang met zijn eigen platform, Delsin Records. Het label begon in 1996 met een Peel Seamus cassette, en langzaam groeide het uit tot een productief en geliefd label, met releases van onder meer Steve Rachmad, Conforce en Aardvarck. Het ging zelfs zo goed dat Marsel die baan die hem al die klote paniekaanvallen opleverde durfde op te zeggen. Eerst voor een jaartje, maar hij heeft er nog altijd niet naar terug hoeven grijpen. In de nieuwe eeuw sloeg Delsin zijn vleugels internationaal uit en verschenen er prachtige albums van artiesten als Redshape, Delta Funktionen, Morphosis en John Beltran. Verfijnde elektronische muziek altijd, techno maar nooit echt om te knallen. Toch ging Delsin op een gegeven moment wel clubavonden hosten, in de clubs 11 en Trouw. Toch een leuke manier om wat extra te verdienen, vooral voor de artiesten. ‘Meestal draaiden we niet zo heel veel muziek van ons eigen label. De eerste uren wel, maar mensen komen toch naar de club om te knallen. Om zich lekker te voelen.’

Oh nee, hij is dj geworden

De dj carrière van Peel Seamus bleef altijd een beetje onder de radar, maar dat kwam ook omdat Marsel er toch nooit echt vol voor ging. ‘Ik draaide wel, maar meestal was ik blij als het klaar was. Laat mij maar openen, vind ik het leukst. Soms ging het wel echt lekker, maar het kwam ook vaak genoeg voor dat ik iets langer dan nodig met mijn platenbak bleef rommelen. Haha. Mensen gaan soms echt zo naar je staan kijken, dan dacht ik: weet je wat, ik ga mijn platen wel een beetje ordenen. Grappig he, in de kroeg kan ik uren met iemand kletsen, maar zet me op een podium… Maar een dj moet extravert zijn, dat vinden mensen leuk. Je hoort het ook vaak aan muziek van producers. Ze beginnen jong met elektronische muziek en maken dan muziek die ik heel mooi vind. Uiteindelijk gaan ze toch draaien, en dan worden ze toch ‘besmet’. Het moet draaibaar zijn. Oh nee, denk ik dan vaak, hij is dj geworden. Maar iedereen moet dat uiteraard zelf weten.’

Op het podium zie je hem dus zelden meer, maar achter de schermen speelt Marsel van der Wielen nog minstens zo’n belangrijke rol. Niet alleen met Delsin, maar ook met Nomorewords, een platforms dat hij een paar jaar later oprichtte. Nomorewords regelt de productie van vinyl en allerlei andere zaken voor labels als Dekmantel, Safe Trip (Young Marco), Indigo Aera en Spazio Disponibile (Donato Dozzy). En achter de schermen bouwde hij de nodige infrastructuur. Hij maakte in 2007 een webshop voor Rush Hour, een paar jaar later een royalty-systeem voor zijn eigen label, dat anderen nu ook gebruiken. ‘Het bedenken en ontwerpen van sites en systemen vind ik echt leuk, ook qua programmeren. Dat wil zeggen: de eerste 90%. Helaas kost de laatste 10% de helft van de tijd, haha. Maar het is wel zinvol. Eerst deed ik alles in Excel, maar met die streamingdiensten is dat echt niet meer te doen. Streaming is voor mij best een interessante bron van inkomsten. Delsin heeft in de loop der jaren meer dan 200 releases uitgebracht, zo’n 1.000 tracks. Dat loopt best ok, een euro hier, een euro daar. Het is wel interessant om te zien dat op Spotify weer andere dingen werken dan op vinyl. Rauwere house bijvoorbeeld werkt bijvoorbeeld minder op Spotify, maar ambient a la John Beltran of Yagya belandt regelmatig weer eens ergens in een playlist.’

Wat dat betreft is het een hele interessante tijd voor de introverte producer. Niche producers als Conforce of Ketel kunnen nu op een andere manier hun publiek bereiken dan twintig jaar geleden. Want serieus, mooie ingetogen techno werkt toch veel beter tijdens het koken thuis dan banging Berghain beukwerk? Marsel van der Wielen is een wandelend pamflet voor subtiele elektronica. Luistermuziek, onder de radar. ‘Ik ben echt enthousiast over ons nieuwe project: Delsin Electric Café, vernoemd naar Kraftwerk’s Electric Café. Dat gaan we doen in die nieuwe plek in Noord, Oumuamua. Gewoon lekker plaatjes draaien op zondagmiddag, biertje erbij. Dat vind ik uiteindelijk toch het allerleukst.’