Schitterend is het, het nieuwe album van Barker. Misschien niet een bijvoeglijk naamwoord dat je vaak zou gebruiken om een technoplaat te omschrijven, maar zijn debuut Utility – uitgebracht op Berghain’s huislabel Ostgut Ton – staat dan ook mijlenver af van de dwingende vierkwartspuls die met het genre wordt geassocieerd. Sterker nog, de kickdrum is volledig afwezig, de percussie is spaarzaam en daardoor komt de focus volledig te liggen op de melodieën die Barker laag na laag over elkaar heen legt in zijn euforische soundscapes. En ondanks dat Utility een muzikale hersenmassage is, die je evengoed kunt opzetten tijdens je morning commute als het uurtje voordat je weer gaat slapen, hoef je de kickdrum er niet eens bij te bedenken om je voor te stellen dat je hier ook uitzinnig op kunt dansen.
Daarmee is het album een uitwerking van Debiasing, de EP die vorig jaar uit het niets verscheen en de jaarlijstjes sierde van talloze internationale platforms. Na een week ziet het ernaar uit dat Utility hetzelfde pad gaat volgen: Jon Hopkins noemde het al ‘zijn favoriete instrumentale elektronische album in fucking tijden’, technoprins Daniel Avery raadde het aan via Twitter en Barker’s Instagramcomments staat vol met bewonderaars zoals Max Cooper, Bicep en FJAAK. Hoe Sam Barker zelf tegen al die steun aankijkt? ‘Ik zit nog steeds te wachten op de terugslag, de kritiek,’ vertelt hij peinzend via Skype. ‘Misschien verwachte ik dat het vooral een niche publiek zou vinden. Dat een paar muziekfanaten het zouden oppikken, maar het is bijzonder dat het zo goed ontvangen is. Dat had ik absoluut niet verwacht.'