Weinig feesten bekleden zo’n belangrijke – en controversiële – plek in de Nederlandse dancegeschiedenis: met de eerste Thunderdome feesten legde ID&T de bouwstenen voor alle dancefeesten die Nederland in de dertig jaar daarna rijk is geworden. In documentaire Thunderdome Never Dies diepen regisseurs Ted Alkemade en Vera Holland uit wat de tijdloze aantrekkingskracht van het feest is. ‘Heel kaal, keihard rammen is heel puur.’

Geen jongerencultuur uit de Nederlandse geschiedenis spreekt zo tot de verbeelding als gabber. De kale koppen, de trainingspakken, de Air Maxjes. Heb je ze niet zelf over straat zien wandelen – of liep je er zelf mee rond – dan ken je ze wel van internetgekkies-compilaties vol beelden van mensen die net effe iets te lekker gaan, één grote waas van malende kaken en hakkende lichamen. Ja, op het moment dat de gabbercultuur mainstream wordt, raakt hij met een zweem van spot omringd. Tegelijkertijd is er geen invloedrijker dancefeest in Nederland te vinden dan Thunderdome, het epicentrum van de gabberhouse. Met wat begint als het grootste examenfeest dat Nederland ooit heeft gekend, legt een stel schooljongens in 1992 de bouwstenen voor alle grote dancefestivals die Nederland in de dertig jaar daarna rijk zal worden.

In de nieuwe documentaire Thunderdome Never Dies, die vanaf 14 november in de bioscoop te zien zal zijn, vertellen regisseurs Ted Alkemade en Vera Holland het hele verhaal van voor tot achter: hoe Thunderdome een pijlsnelle opmars maakt, hoe de gabbercultuur daardoor keihard in elkaar klapt en hoe Thunderdome daarna jarenlang blijft wankelen. Maar ook, en des te belangrijker: hoe Thunderdome in 2017, na vijf jaar radiostilte, weer een grootse comeback weet te maken. Binnen een halfuur nadat de aankondiging is gemaakt zijn de 40.000 kaarten voor het zilveren jubileum volledig uitverkocht. En dat smaakt overduidelijk naar meer, want over iets meer dan een week vindt er weer een editie plaats.

(Tekst gaat door na de trailer.)

‘In de urgentie daarvan zagen we een kans om een stuk over het verleden uit te leggen,’ vertelt Alkemade vol enthousiasme. Startpunt van de zoektocht is François Maas, de projectmanager van ID&T aan wie Alkemade de wederopstanding van Thunderdome wijt: ‘Toen we François leerden kennen was hij bezig Thunderdome opnieuw op de kaart te zetten, nadat het vijf jaar lang dood was. De vraag die we ons daarbij stelden was: “Hoe gaat hij dat voor elkaar krijgen?”'

Nadat ze Maas op een festival leren kennen besluiten Alkemade en Holland om hem op de voet te volgen, van festival naar festival. ‘Hij is een enorme promoter die iedereen lijkt te kennen bij ieder festival, en bij wijze van spreken overal gratis binnen mag lopen,’ vertelt Alkemade. Voor hen is Maas een belangrijk ankerpunt in de documentaire, iemand die ze weet voor te stellen aan een heleboel mensen die op een bepaalde manier verbonden zijn met het feest, van de promoters en de dj’s tot de loyale bezoekers. ‘Iedereen die we leerden kennen, sprak over het “Thunderdome gevoel”. Dat was voor ons de zoektocht.’ 

Een boel geschudde handen en tweeënhalf jaar later zit de film, naast beelden uit het archief van ID&T, tjokvol met persoonlijke verhalen van sleutelfiguren uit de geschiedenis van het feest. Zoals ID&T oprichters Duncan Stutterheim en Irfan van Ewijk, dj’s waaronder DJ Dano, DJ Promo en The Prophet, MC Da Mouth Of Madness, een fotograaf en, even belangrijk, de bezoekers van het feest, die ze leerden kennen via festivals en online groepen. ‘Er zijn zoveel bijzondere verhalen te vinden. De ene heeft z’n liefde daar gevonden, de andere heeft er juist vrienden verloren door het uitgaansleven. Zo was er iemand die nepshirtjes uit z’n kluisje verkocht om daar wat bij te verdienen, en weer een vader die nu zijn zoons meeneemt naar de nieuwe feesten, terwijl hij vroeger zelf met zijn vrienden er naartoe ging. Iedereen heeft op zijn eigen manier wel wat met het merk.’

(Tekst gaat door na de foto.)

Het hoofdpodium van Thunderdome

Bovendien willen Alkemade en Holland met de documentaire laten zien hoezeer het hardcore feest een stempel op de Nederlandse muziekindustrie heeft gedrukt. ‘Thunderdome was één van de eerste, nee, het allereerste feest dat die elektronische muziek wist te vertalen naar grote evenementen voor zo’n 15.000 mensen. Ze moesten pionieren in het onderhandelen over dj’s, het transport van de productie, licht, techniek, de professionalisering van dj’s. In die tijd lag dat zo gescheiden van de pop-industrie in de concertzalen. Als je het terug rekent, dan is Thunderdome die kennis gaan afstralen naar Sensation, Mysteryland, Q-Dance. Dat is allemaal door hen aangezwengeld. Allemaal gebouwd op de kennis van een vriendenkring.’

Tegelijkertijd benadrukt Alkemade dat, ondanks dat er in de film met veel liefde over het merk wordt besproken, ze erop letten dat het geen anderhalf uur durende commercial moest worden. ‘Juist door die keerzijdes te belichten. Thunderdome heeft altijd gewiebeld, het ging bijna failliet, mensen gingen er aan onderdoor, door de drugs en door de werkdruk. In de film leggen we dat verleden juist parallel met hoe we het nu zien: dat Thunderdome een wedergeboorte krijgt na vijf jaar dood te zijn geweest. En dan komt de vraag opnieuw: “Lukt het ze nu wel om door te gaan?” Eén keer terugkomen is prima, blijven bestaan is moeilijk. Je ziet dat er nu net zoveel twijfels en onzekerheden zijn.’

Desondanks begrijpt Alkemade ontzettend goed waarom het feest aantrekkingskracht blijft uitoefenen. ‘We smachten allemaal naar een stukje realiteit. Thunderdome verbloemt niks, het is heel-recht-voor-je-raap, en dat juist in een tijd waarin we proberen te verbloemen. Heel kaal, keihard rammen is heel puur. Dat is precies waarom Thunderdome zo tijdloos is.’

Thunderdome Never Dies is vanaf 14 november te zien in de bioscoop.

Meer gabber- en hardcoreverhalen: