London Calling is weer een ontdekfestival dat niet focust op de grote namen, maar op nieuwkomers. Over twee dagen streken in Paradiso heel veel acts voor het eerst neer op een Nederlands podium. Maar welke bands weten ook op te stijgen? Dit waren onze favoriete shows.

London Calling 2019

Van The Dandy Warhols en Stereophonics tot The Libertines en Damien Rice, van Franz Ferdinand en The Darkness tot Editors en The Kooks, van Florence and the Machine via The xx naar Tame Impala: al sinds 1992 trekt London Calling twee keer per jaar nieuwkomers naar Paradiso, die daarna vaak een grootse doorbraak beleven. Aanvankelijk lag de focus op de opwindende Britse scene, al gauw werd dat breder. 

Na een paar jaar ook namen te boeken die al veel langer meelopen (Spoon en Sebadoh?!) richt het festival zich de afgelopen edities weer op debutanten. Deze editie was een wat dunne: weinig bands die overtuigend de mainstage van Paradiso aankonden, veel acts die in de bovenzaal veel beter tot hun recht waren gekomen. Maar nog altijd kun je op London Calling een blik in de toekomst werpen: The Howl & The Hum zou zomaar een festivalsensatie kunnen worden, Another Sky gaat London Grammar nog eens achterna, Pottery wordt je nieuwe indierockfav en wie weet roert Hand Habits dadelijk een bos op Vlieland tot tranen.

Stel dat Gareth Liddiard je op straat om een euro zou vragen, dan zou je er niet op vertrouwen dat–ie ‘m echt voor de tram wil gebruiken. Zo uitgewrongen ziet het middelpunt van het Australische Tropical Fuck Storm eruit. Ooit waren hij en zijn vrouw op links, Fiona Kitschig, de drijvende krachten achter The Drones. Hun nieuwe band is nog opwindender: ze spelen noiserockgrooves die zwalken als een Britse toerist, inclusief een vleugje The Birthday Party en expres rommelige maar razendsnelle gitaarloopjes. Liddiard blaft zijn absurde teksten uit, en het wordt nooit helemaal duidelijk of ze een karikatuur neerzetten of echt knettergek zijn. Superspannend.

Klinkt als: Fat White Family voor de afkickkliniek, met Mauro Pawlowski in de gelederen
Kijk: Chameleon Paint

 

Een emoliedje, een grootse rocksong, een soort Alt-J tune en een Springsteen-anthem: vorig jaar speelde UK gitaarband The Howl & The Hum de kleine zaal van London Calling al tot een extatisch hoogtepunt, deze show in de Grote Zaal is het ultieme visitekaartje voor de festivals. Bonuspunten voor de frontman: hij is een excentriek ventje dat zo uit een Harry Potter-film had kunnen zijn weggelopen en een emotionele liefdesverklaring brengt aan de Fiat Punto van je vader. Geef die man een radiohit! En een show op Pinkpop! Flipendo!

Klinkt als: Sam Fender, maar met meer pit
Kijk: Chameleon Paint

‘Elf of twaalf jaar geleden stond ik hier ook al, precies op hetzelfde moment.’ Oké, Hayden Thorpe is hier op London Calling bepaald geen debutant, maar toch ook weer wel. Zijn band Wild Beasts implodeerde na vanuit strak gestileerde indie op te schakelen naar Amerikaanse spierballenrock. Dat was eigenlijk voor niemand leuk, dus stortte Thorpe zich op een eigen carrière. Op het podium speelt hij zijn - vandaag verschenen! - debuutalbum zonder de pruttelende elektronica. Aan een elektrische piano en zijn lekker melodramatische schmierende stem heeft hij genoeg om de traanklieren stevig te masseren.

Klinkt als: een pianoconcert van Thomas Azier
Kijk: live in 3voor12 Radio

4. Pottery

En dan steekt er op de zaterdag tóch nog een band met kop en schouders bovenuit. Het is op de nipper: als het Brits-Canadese Pottery aantreedt in de kleine zaal is die allang niet meer zo bomvol als de rest van de avond. Het mag de pret niet drukken. Wat heet: Pottery speelt zijn puntige postpunk strak doch speels. De meest plotselinge tempowisselingen worden gebracht vol jeugdig bravoure en zelfs de luidste schreeuw is gedompeld in een gezonde dosis nonchalance. 

Klinkt als: Parquet Courts in een zeldzaam vrolijke bui
Luister: 'Hank Williams'

5. Hand Habits 

Meg Duffy van Hand Habits is op z'n zachtst gezegd niet op haar mondje gevallen. Wie halverwege haar set de kleine zaal verlaat wordt vriendelijk uitgezwaaid en die mensen die wel blijven maar liever op hun telefoon kijken, die zegt ze helemaal niet te zien staan. Het zou hartstikke vervelend kunnen zijn, maar de voormalig sessiegitarist van Kevin Morby en The War On Drugs brengt het met zo'n charisma dat ze ermee wegkomt. Wat ook helpt zijn haar gloedvolle liedjes, die het luisteren ook zonder toespraak vooraf wel af zouden dwingen. Met subtiele gitaarsolo's, een stiekeme uithaal en verder vooral niet te veel weet Duffy te betoveren.

Klinkt als: de stille kracht achter de indiefolksound van nu  
Kijk:
Live on Audiotree 

6. Stonefield

Mooi kut, een snaar breken halverwege je eerste show in Nederland. Ze vangt het fier op, de gitariste van Stonefield, en speelt haar proto-metalriffs gewoon op de andere snaren. Ze wordt geflankeerd door haar drie zussen, en samen maken ze duistere rock op het label van King Gizzard & The Lizard Wizard. Vooral die drummer en gitarist zijn een supercool tandem, en de synthesizer maakt het geheel nog net wat satanischer.

Klinkt als: vier Australische zusjes die in hun garage Black Sabbath coveren
Kijk: Far From Earth live

7. Tomberlin 

Sarah Beth Tomberlin is nou niet de meest uitgesproken podiumpersoonlijkheid. Ze zingt haar minimalistische folkliedjes feilloos, maar met de uitstraling van iemand die voor het eerst meedoet aan de open mic op haar middelbare school. En gek genoeg werkt dat heel goed. Haar houding accentueert het ongemak dat schuilt in haar liedjes, zoals de hartverscheurende 'I'm Not Scared'. Tomberlin streelt de snaren van haar gitaar, keert zich volledig in zichzelf en stelt elke toehoorder in staat hetzelfde te doen.

Klinkt als: hypnotiserende neuzelfolk waarin intimiteit en ongemak elkaar vinden
Kijk: Live at Paste Studio

8. Another Sky

De gitarist is een held op halve sokjes (letterlijk) die precies weet waar z’n delay pedaal zit, de drummer zet diepe triphopritmes in, maar het is de zangeres van Another Sky die de Londense groep echt naar een hoger level tilt. Ze heeft een geweldige donkere stem, waarmee ze af en toe gierende sprongen neemt.

Klinkt als: London Grammar met ballen
Luister: ‘The Cracks’

 

9. Emerson Snowe 

Emerson Snowe is de leukste goofball van London Calling. Als een soort Edward Scissorhands met een te kleine gitaar past hij perfect in de scene rond weirde landgenoten als Alex Cameron, Kirin J. Callinan en Donny Benét, maar de Australiër lijkt ook Mac DeMarco goed bestudeerd te hebben. Het is allemaal nogal rommelig, maar met 'Sunlight' en 'Human' heeft Snowe toch zomaar twee leuke indiehiets op zak waarop de voorste rij vrolijk moshen alsof het weer 2014 is. 

Klinkt als: de liefdesbaby van Alex Cameron en Mac DeMarco, of de nageboorte daarvan
Luister: 'Human'

10. Weakened Friends

De zaterdagavond van London Calling blijft lang tam. In de grote zaal weten weinig acts te overtuigen en in de kleine zaal slaat introspectieve folk de klok. Tot Weakened Friends de lont in het kruitvat steekt dan. Het Amerikaanse trio maakt een brutale mix van punk, grunge en garagerock die al is goedgekeurd door J Mascis van Dinosaur Jr. De bandleden stuiteren over het podium, vallen tegen elkaar aan en kunnen hun geluk niet op als ze nog tijd blijken te hebben voor één laatste nummer. 

Klinkt als: de jaren negentig die belden of ze hun muziek terugmochten
Kijk: Live on Audiotree

 

Meer ontdekkingen van 2019