We schreven er al veelvuldig over: Glastonbury was dé grote droom van de Amsterdamse rockartiest Pip Blom. Al jaren geleden tikte ze het blog The Road To Glastonbury vol, dit jaar speelde ze voor het eerst op het festival. ‘Het was suuuuuperleuk’, vertelt Pip. ‘Het was precies wat ik had verwacht, maar dan nog veel overweldigender.’
Ze deed welgeteld drie shows. De belangrijkste: de openingsspot van de John Peel-stage vrijdagochtend om 11.30. ‘Eerlijk gezegd gingen we ernaartoe met de verkeerde verwachting. Er werd ons verteld dat we voor het meest uitzinnige publiek ooit zouden spelen, een ramvolle tent die smacht naar livemuziek. Wij kwamen het podium op en dachten…’ Ze laat een dramatische stilte vallen. ‘Is dit het nou?… Ik denk dat er ongeveer 5000 mensen waren. Het was vol, maar niet ramvol. Het stroomde al snel verder vol, het werd een supertoffe show en de stagemanager – die er al dertig jaar werkt – vertelde dat het een van de drukste openingsshows was die hij ooit had gezien. Toch heel cool, dus.’
Slapen op Glastonbury doe je als artiest gewoon in een tentje. ‘Wij kampeerden letterlijk achter de John Peel Stage op een camping voor genodigden waar ook de kinderen van John Peel zelf sliepen. Die camping was luxe in de zin van: er zijn een stuk of zes compostwc’s, waar je een schepje aarde over je ontlasting gooit. Maar je bent al lang blij dat je niet eindeloos hoeft te lopen om naar de wc te gaan. Het schijnt dat achter elk podium zo’n camping staat.'