En dus probeert de organisatie in allerlei branches inspiratie op te doen. Innovatieve food concepts in wereldsteden, interessante nieuwe theaterproducties, maar ook hospitality in hotels onderzoeken ze constant met het hele team. Maar ook: pretparken. Michiel Beers noemt onze eigen Efteling als voorbeeld, een plek die niet alleen draait om achtbanen, maar waar ook de prullenbakken een attractie zijn. Zo ver wil Tomorrowland ook gaan. Geen enkele kabel mag er te zien zijn, geen lelijk hek in zicht. ‘We hebben geluk dat we van de provincie Antwerpen, eigenaar van het terrein, mogen investeren in het terrein. We hebben een langlopend contact. Dat gaat allemaal in samenspraak met een landschapsarchitect. Als je ziet wat we de afgelopen jaren allemaal verbeterd hebben: stroom onder de grond, drainage voor het gras, fiberkabels, wateraansluitingen. We proberen te werken aan een vaste infrastructuur. Dat is ook de enige manier om in zes weken zo’n festival op te bouwen.’
Zoals elk festival is Tomorrowland uiteindelijk natuurlijk ook maar een dorp op een stuk gras, uit de grond gestampt voor twee weekenden. ‘Een stad eerder, het zijn toch een kleine 100.000 mensen per dag. Moet je je voorstellen dat je drie dagen de sleutels krijgt van een stad als Breda. Zes dagen mag je de stad runnen, en daarna gaat ie weer op slot. Alle restaurants, de politie, de dokter, iedereen gaat dan een jaar lang nadenken: hoe kunnen we dit volgend jaar nog beter doen. En dan vaak ook nog met allemaal nieuw personeel, dat is de complexiteit van een festival.’
En dus zien we op Tomorrowland de meest wonderlijke creaties. Uitgedoste podia met fonteinen, stoomtreinen, ronddraaiende elementen. Op elk vlak gaat het festival oneindig veel verder dan vijftien jaar geleden. Maar Michiel Beers neemt daar niet alleen de credit voor. Hij beseft dat hij ongelofelijk geluk heeft met het festivalklimaat in de Benelux. ‘Er zijn hier zoveel festivals op een heel kleine oppervlakte, mede daardoor zijn er veel leveranciers die gespecialiseerd zijn in festivals, dit is een wisselwerking die de hele sector in Benelux moet koesteren. Tien jaar geleden had je overal nog stinkende Dixie’s, nu zijn overal spoeltoiletten, veel properder. Dat kunnen wij niet alleen. Wij kunnen wel om een bepaalde innovatie vragen waarin leveranciers vaak tot het uiterste in willen meegaan, maar als een leverancier vervolgens geen voldoende grote afzetmarkt heeft, gaat ie het nooit doen. Ik geef nu enkel het voorbeeld van toiletten, maar zo zijn er honderden voorbeelden. Alleen zo kan de lat omhoog.’
De voorsprong van de Benelux is oneindig groot op omringende landen, en ook op Amerika, waar Tomorrowland een paar edities kende. Het avontuur eindigde toen Amerikaanse partner SFX onderuit ging. Precies, hetzelfde bedrijf dat onder meer ID&T en Awakenings overnam. ‘In Amerika moesten we stellingen bestellen in Pennsylvania, bussen in Miami. Dat is alsof je materialen uit Madrid en Moskou haalt, ondenkbaar bij ons. Ik vind het wel jammer dat we daar gestopt zijn, en ook in Brazilië. Daar hebben we een paar fantastische edities kunnen doen voor 60.000 bezoekers per dag, Tomorrowland waardig. Maar de economische crisis heeft hard toegeslagen. Ze zeggen wel eens dat bij ons crisis is, maar als je onze situatie vergelijkt met die daar… In Brazilië is het een bijna onmogelijke uitdaging geworden om een festival als Tomorrowland te organiseren.’