Ook op de tweede dag van DGTL gaat het om de toonaangevende dj’s die precies binnen het spanningsveld opereren tussen de mainstream en meer credible clubcultuur. Maceo Plex gaat van serieus naar een tikkeltje potsierlijk, Âme staat weer eens als duo op de planken en Laurent Garnier staat als flamingo te swingen.

Een beetje pijn doet het wel: de beste dj van de tweede dag DGTL staat slechts voor een half gevuld loodsje te draaien. Call Super is zijn naam, zijn vorig jaar verschenen album Arpo is magistraal – vol abstracte IDM, ambient house en dub-bassen vervlochten met klarinetpartijen – en zijn sets zijn om hele andere redenen te gek: soms mixt hij zo snel dat je hem ervan verdenkt alleen even een breakje van een plaat te gebruiken. Terwijl jij je achter de oren krabt hoe hij die tribal plaat in een opgefokte raveklassieker mixt, is hij alweer drie stappen verder. Vandaag draait hij het tegenovergestelde van lomp, maar wel op hoog tempo, speels en energiek. Dan gaat–ie van een dubby track naar een supercheesy nineties house-kraker (‘Move Your Body!’) die precies goed valt. Oké, de loods is wellicht matig gevuld, maar er wordt wellustig gedanst: die gast met een knuffelbeertje op z’n shirt gebonden zwiert extatisch heen en weer, z’n vriend met kerstlichtjeskroon gooit zijn vuist nog harder in de lucht. 

Het duurt wel even voordat DGTL vandaag zo op stoom wil komen. Het is tien graden te koud, de zon laat zich geen moment zien en de kleurrijke zomerse outfits blijven veelal verstopt onder lange zwarte jassen. Dan kun je nog zo je best doen om op te warmen bij downtempo-veteraan Nightmares on Wax – die voor de gelegenheid wat meer vaart geeft dan je wellicht van zijn ultieme stoner-platen gewend bent –, maar het is eigenlijk leuker om bij Nathan Fake bij zijn live-set op de vingers te gluren in de kleine Resident Advisor-koepel. Wat een krakkemikkige oude laptop heeft de Border Community-vedette meegesleept (met zo’n rood pluizig bolletje als muis!), en wat voegt hij simpele toetsenpartijtjes toe aan atmosferische electro, om ze met een goedkoop gitaarpedaaltje weer door de mangel te halen. Zijn bijna kitscherige arpeggio’s pitcht hij af en toe weird omhoog, en soms verwisselt hij de breakbeats voor een snelle techno-kick. Echt goed is het ook niet, er gaat net iets teveel fout in de set, maar het is een welkome afwisseling tussen de groots opgezette techno en house van DGTL.

DGTL 2018

Tom Trago

Want daar staat DGTL om bekend: als eerste festival van het seizoen de grote dance-knallers naar Nederland halen. In de gigantische Amp-broeibak staan de platte Ibiza-kanonnen Hot Since ’82 en Eats Everything en zet Ida Engberg zichzelf op de kaart, in de Generator-loods is het loeiharde techno wat de klok slaat met Blawan, Dax J en Jeff Mills

Als je niet oppast beland je in de Frequency-plantenkas, waar een jongen als Seth Schwarz een mopje viool speelt over zijn platgetreden deephouse. Damien Lazarus met z’n malle hoedje heeft er zelfs een hele band achter zich staan, en krijgt de tent aardig plat met vocalisten, wat Afrikaanse grooves en de illusie van voodoo in zijn muziek. In diezelfde kas – en hetzelfde muzikale straatje – doet de Nijmeegse producer Satori het overigens veel beter en smaakvoller. 

Het belangrijkste voor DGTL is echter de enorme Amp-tent, waar de toonaangevende dj’s staan die precies binnen het spanningsveld opereren tussen de mainstream en meer credible clubcultuur, en van oudsher hoog in de dj-populariteitspoll van Resident Advisor opduiken. De hele dag klinkt er serieuze, melodieuze house en techno, en de eerste die er de heupen aan het swingen krijgt is Amsterdammer Tom Trago. Aan de vooravond van zijn albumrelease draait hij liefst drie keer op DGTL: vanavond zal hij nog een disco-set doen met kneiters van D Train, Prince en Chaka Khan en later draait–ie ook nog op de after, maar zijn set op de mainstage is diep en ernstig. Of nou ja, hij kan het niet laten om te resetten met het euforische kinderkoor van Joubert Singers-gospeldiscotune ‘Stand on the Word’ als slotnummer.

De Franse legende Laurent Garnier doet er alvast wat koddige dansjes op en geeft Trago een veelbetekenende knuffel voordat hij het overneemt met jungle-geluiden en iets wat klinkt als een MIDI-cover van een Enya-hit. Het is alweer twee jaar geleden dat–ie het laatst in Nederland draaide, en het is weer een genot om naar hem te kijken. Tijdens een emo-breakdown staat hij er als flamingo op een been, met z’n ogen dicht, en in lange loopy techno-passages stampt hij zijn voet in double-time op de grond terwijl hij met zijn vingers wappert. Evengoed pakt hij de fameuze synthlijn uit ‘I Feel Love’ om er een veel stevigere kick onder te schuiven, maar om de een of andere reden voelt zijn set toch wat routineus.

Dat is sowieso een beetje het gevaar van de bigroom house en techno in zo’n grote tent op DGTL: strak georganiseerd en ambitieus opgezet, maar daardoor muzikaal soms weinig verrassend en zichzelf wel heel erg serieus nemend. Hetzelfde probleem heeft Maceo Plex, die zijn set begint met een bijna ravey breakbeat en navigeert langs loeiharde techno en epische beatloze breaks waarbij alle handjes de lucht in gaan. Maar wanneer hij een plaat met langdurige monoloog over ‘respect voor elkaar’ opzet, voelt dat toch een tikkeltje potsierlijk.

Dan maar even langs Denis Sulta, de jonge Schot uit de hoek van Jackmaster die zijn zwoele house met een enorme drive draait en er zelf keihard op staat te dansen. Zo hard, dat–ie telkens weer zijn gigantische bril terug op zijn neus moet drukken. Ja, en even een portobello-burger scoren met gember en hoisin-saus. Helemaal niet verkeerd: hij is bijzonder smaakvol, ligt minder zwaar op de maag dan een reguliere halfgare festivalburger en je houdt het er nog langer op vol ook. 

Dat er helemaal geen vlees wordt geserveerd op DGTL is inmiddels al net zo vanzelfsprekend als het Innervisions-geluid dat er al jaren de klok slaat. Vorig jaar was Dixon nog headliner van de zondag, dit jaar staan die andere twee labelbazen samen als afsluiter geprogrammeerd. Frank Wiedemann (live) en Kristian Beyer (dj) treden ieder afzonderlijk al jaren onder de naam Âme op, en het is inmiddels zo uitzonderlijk dat ze samen spelen, dat ze het kunnen verkopen als Âme II Âme

Meteen al is duidelijk dat vooral Wiedemann zijn setup de laatste jaren nogal heeft uitgebreid: stond hij vroeger met slechts een enkele midi-controller en zijn laptopje op het podium, tegenwoordig sleept hij een hele erg aan samplers, effecten en keyboards mee. Hij neemt het voortouw, en hoewel hij erom bekend staat nogal hyperactief van de ene na de andere melodielijn te schieten, houdt hij het nu veel minimaler en ritmischer. Beyer laat ondertussen een fraaie nieuwe Red Axes-remix horen met onheilspellend gekrijs en opgefokte trommels, en natuurlijk heel veel onuitgebracht Innervisions-werk, waar Wiedemann dan weer een desolate toetsenpartij overheen speelt en af en toe een herkenbare vocaal van een oude tune. Maar ze gaan wel degelijk een andere richting in dan je van ze gewend bent: geen melancholische arpeggio’s, weinig emo-momenten, en alles voor de groove. Het heeft een weergaloze impact, en ze pakken er de mainstage compleet mee in. Terwijl een Fransman met lichtgevende schoenen poeslief vraagt of je even wat ruimte kunt maken – omdat hij je niet per ongeluk wil bezeren in zijn nogal woeste dans-passen – en Beyer nog eens een glaasje champagne inschenkt lijkt Wiedemann de tijd uit het oog te zijn verloren: hij vergeet zowaar een memorabel slot aan de set te breien. Zo is het plotsklaps 11 uur ’s avonds, moet het geluid uit en staat iedereen wat verbaasd rond te staren. Curfew is curfew, hè? Zo strak is DGTL georganiseerd, en dat siert het festival, maar tegelijkertijd miste vandaag de spontaniteit en het avontuur waar je toch een beetje op hoopt.