Daar zijn we weer! DGTL, Amsterdam, een bleek zonnetje en wat spetters, het festivalseizoen is geopend. Ook dit jaar heeft het dancefestival weer een keur aan AAA-namen op het snijvlak van mainstream en underground. Maar ook een Amsterdams talent dat hard aan de poort rammelt.

Nog geen vijf stappen op het terrein, en daar staan ze al: de vier jongens in psychedelische T-shirts, een poes met gigantische paarse ogen. Het zijn identieke shirts, en dus vallen ze nogal op. Vorig jaar waren ze er ook, en toen maakten ze zich onsterfelijk door een telefoon te vinden en retourneren. Of telefoon, gsm noemen ze dat bij onze zuiderburen. Belgen zijn het, en ze maken er een traditie van om met Pasen naar Amsterdam af te reizen. Ze staan in meerdere opzichten model voor de DGTL bezoeker: het barst hier van de vriendengroepen uit heel Europa, die er klaar voor zijn om al dan niet in party-uniform vol het festivalseizoen in te duiken.

Even verderop zitten een jongen en een meisje te chillen in de bezemwagen die om de een of andere reden is blijven staan op het terrein. Het ding hoeft pas uren later weer aan het werk om gesneuvelde feestgangers op te vegen, en het staat er wat plompverloren op het middenterrein. Ze houden hem netjes heel hoor, dat wel. De sfeer is zoals altijd ontspannen op DGTL, dat dit jaar relatief oké weer heeft, en zoals elk jaar een line-up vol AAA-namen. DGTL moet het hebben van de grote namen, maar het is ook een festival waar aanstormend talent de kans krijgt een breed publiek te bespelen. 

De poezenshirtmannen

Betonkust & Palmbomen II

Dat geldt bijvoorbeeld voor Oceanic, het wonderkind van De School. Hij heeft voor deze zomer onder meer een gig in de grote Lowlands Bravo op het programma staan, en mag hier ook de grootste tent warm draaien. Het is niet zo dat hij nooit eerder op zo’n groot podium heeft gestaan, maar al te vaak hebben we het hem nog niet zien doen. Mooi hoe hij zo vroeg op de dag zelfverzekerd voor zijn eigen stijl kiest: redelijk kalm en open, met veel gebroken beats maar ook altijd ruimte voor melodie. Veel eigen producties ook een tracks van bevriende producers. Daarmee drukt Oceanic duidelijk zijn stempel op deze namiddag. Al moet gezegd: niet al zijn platen werken goed, gek genoeg omdat er wat producties tussen zitten die niet voldoende kracht hebben voor dit grote soundsystem. Dat is dan misschien het gebrek aan ervaring? Evengoed een hele mooie set.

De meeste dj’s hier hebben die ervaring natuurlijk volop. En dat moet ook wel, want op DGTL moet je goed weten wat je wilt. Je ziet dj’s die er te veel risico nemen vaak een beetje de mist in gaan. Neem bijvoorbeeld Palmbomen II en Betonkust, twee bevriende producers die een b2b live-set geven. Oftewel: om de beurt vlechten ze een track van henzelf in de set. Palmbomen met zijn filmische wave-house, Betonkust iets pittiger, met acid-invloeden. Mooie tracks met van die lekker breeduit galmende electro-drums, maar het publiek lijkt het nog niet helemaal te kunnen volgen, zeker ook wanneer het halverwege ook nog stil valt door een technisch probleem.

Toch is het goed dat zo’n act er ook tussen staat. Net zoals dat kleine Kornuit activatietje - een miniclub midden op het terrein - eigenlijk charmanter is dan die grote loodsen. Maar de meeste mensen hier komen wel degelijk voor die grote kanonnen. Voor Recondite bijvoorbeeld, de ontspannen Duitser met zijn trage maar intense techno. Recondite is behoorlijk stijlvast, maar hij speelt wel altijd veel onuitgebracht werk, zodat zijn set niet drijft op hitjes. Wonderlijk om te merken dat deze open, op het eerste gehoor niet al te opdringerige techno zo intens over kan komen. Dat komt onder meer door Recondite’s sublieme controle over de verschillende elementen in zijn producties. Wat-ie vaak doet bijvoorbeeld is het omhoog pitchen van een synthmelodie, die tegelijk in volume laten toenemen en op het moment suprême wegtrekken en er iets heel zwaars voor terug te brengen. Trucs misschien, maar nog altijd heel indrukwekkend in zo’n grote tent.

Heel anders is de liveset van Red Axes, een Israelisch duo dat op het podium nog een extra muzikant meebrengt. Met die kittige knotjes en die roodomrande ogen zien ze eruit als echte blowfreaks, en hun muziek is bijpassend rafelig. Live spelen ze met synths en af en toe gitaar, met Israelische melodieën tussen de straffe Europees klinkende house-producties. DGTL pikte Red Axes al in een vroeg stadium in hun carrière op en ziet deze twee nu doorgroeien tot volwaardige hoofdpodiumact. Mano Le Tough - die na hen staat - is dat stadium zelfs allang voorbij. Eerdere edities mocht de Ier zelfs een eigen podium hosten, nu draait hij net voor Tale Of Us. Mano vlamt met de nieuwe Four Tet remix van Bicep en krijgt de glimlachers op zijn hand met Krystal Clear’s ‘Neutron Dance’, zo’n vrolijkmakend disco-wave nummer dat uit de jaren tachtig lijkt te komen maar eigenlijk gewoon dit jaar verscheen op Gerd Janson’s label. Waar veel dj’s in de categorie Mano Le Tough tot voor kort vaak een hele vrolijke, uitbundige discoplaat inzetten om een accent te zetten, kiezen ze nu steeds vaker voor de iets koelere, witte variant. 

Job Jobse doet zelfs bijna niets anders vandaag. Hij zit op een bijzonder stijlvaste koers vandaag, met veel van die gruizige house-wave crossovers. Heel strak en met veel drive allemaal, met af en toe uitstapjes naar licht corny hits. Hij laat ons meeblèren met Zombie Nation’s hooligan-electro ‘Kernkraft 400’ en Moby’s ‘Go’ en laat zijn dansers om kwart voor elf even stilstaan bij het naderende einde met een sentimenteel trance anthem ‘Not Over Yet’. Dat wil best landen bij een publiek dat zo ingetuned is als deze DGTL crowd. Twee Franse meisjes bij de uitgang van zijn tent zijn tijdens slotnummer ‘Enjoy The Silence’ wanhopig op zoek naar after-kaartjes, maar die zijn allemaal al gevlogen. Voor wie niet op tijd toegeslagen heeft, wacht de bezemwagen.