Dat Lorenz Brunner, de man achter de loeistrakke techno van Recondite, in Berlijn woont, is natuurlijk geen verrassing. Maar dat hij nog steeds veertig procent van zijn tijd doorbrengt tussen de bossen en boerderijen van zuid Duitsland al net zo min. ‘Ik zwerf graag tussen verschillende identiteiten.’

‘Mensen proberen me wel eens te verleiden tot een glimlach’, zegt Lorenz Brunner. ‘Ze laten me iets grappigs zien op hun telefoon, proberen mijn aandacht te trekken. Maar zo werkt het voor mij niet. Ik snap het wel hoor. Je bent op een zomerfestival, de zon schijnt, je hebt een goede tijd, en je wilt dat met iedereen delen. Maar dat ik niet terug lach, betekent niet dat ik geen leuke tijd hebt.’ 

Ja, er is iets bijzonders aan de serieuze houding van Recondite achter zijn apparatuur in de club. Maar dat is niet zozeer het gebrek aan uitbundigheid, niet het ontbreken van de gulle glimlach of de handen omhoog, nee, het is juist de volkomen ontspanning die hij uitstraalt. Een ontspanning die doorwerkt in zijn open producties. Zo zie je maar: dat contrast tussen de drukke stad vol met prikkels en het plattelandsleven is voor Recondite helemaal geen contrast. ’Dat vind ik nou het grootste compliment denkbaar. Want zo is het voor mij precies. Voor mij geen adrenaline op het podium, eerder het tegenovergestelde. Sommige mensen hebben echt een soort zenuwen nodig om zich te kunnen concentreren. Ik kan de situatie het best aanvoelen als ik me volledig los voel.’

Je hoort het beter dan ooit op zijn nieuwe album Daemmerlicht. Duits voor schemering en dat is wat het is. Het schemerlicht van de vroege ochtend van de nachtbraker die niet de club uit rolt. Maar net zo goed het eerste zonlicht van de ochtendmens op zijn zondagse wandeling. Het is geen muziek om op te dansen, maar filmische ambient met gebroken beats. ‘Ik begon eraan toen ik even helemaal geen trek meer in de club had. Het was 2015 en ik was in een jaar tijd van nul naar 140 optredens per jaar gegaan. Na twee jaar was ik compleet uitgeput. Die fase heeft niet lang geduurd hoor, want na die tijd heb ik al heel wat clubtracks gemaakt, maar deze muziek had dan ook helemaal geen haast. Dit is mijn vijfde album in vijf jaar, niemand zat ongeduldig te schreeuwen om nieuw materiaal.’

Het is dus allemaal heel snel gegaan voor Recondite. Ineens was hij er, terwijl hij toch al over de dertig was. Tot dat moment werkte hij als fysiotherapeut in een Oostenrijks ski-dorp. Hij was er met een omweg terecht gekomen nadat hij er op school een zooitje van had gemaakt. In school had hij geen interesse, wel in sport en muziek. Al was dat in eerste instantie helemaal geen elektronische muziek. ‘Ik luisterde vooral naar hiphop. Wu Tang Clan, Nas, sommige West Coast rapers. Het voelde allemaal erg ver van me. Niet alleen fysiek, maar ook qua cultuur. Ik groeide op in een plek die gedomineerd werd door landbouw en strenge religie. Ik ben zelf niet opgegroeid op een boerderij, maar mijn vader wel. En om ons heen waren wel overal boeren. Hiphop voelde voor mij als een totaal andere wereld.’

Hij maakte naam toen hij overschakelde op elektronische muziek. Zijn stijl is onmiskenbaar: kaal en eenvoudig, maar met een heel goed gevoel voor melancholische melodieën. Schoolvoorbeeld van wat Recondite doet is de track ‘Levo’, zo een waar in detail hoorbaar is en elke subtiele verschuiving van de volumeknop inslaat. Zijn producties vallen goed bij zo’n beetje alle smaakmakers van de internationale underground. Hij bracht EP’s en albums uit bij Innervisions, Ghostly International, Hotflush, Life & Death, Dystopian en Afterlife, waar een zo’n label achter je naam al voor een boost in je carrière kan zorgen. En dan heeft hij ook nog eens zijn eigen label Plangent Records. ‘Ook hier geldt: ik verbind me niet graag aan een platform. Ik wil mijn identiteit niet vast leggen. Ik werk met al die mensen graag, het voelt alsof ik overal vrienden heb.’

Het geeft Recondite een unieke en comfortabele positie. Want hij maakt simpelweg non-stop muziek, terwijl anderen de business beslissingen nemen. Zo surft hij bijvoorbeeld heerlijk mee op het succes van Tale Of Us en hun Afterlife feesten, maar krijgt hij niet de shit over zich hen die hen ten deel valt. ‘In een Resident Advisor recensie over hun Fabric Mix ging het vooral over hun zakelijke keuzes, waar vervolgens veel mensen op reageren. Ik beschouw Matteo van Tale Of Us als mijn grootste vriend in de muziek, en ik ken hem als een gepassioneerd muziekliefhebber. Het steekt sommige mensen dat Tale Of Us er een strikte zakelijke routine op na houdt, maar ik weet uit eigen ervaring dat iedereen achter de schermen het toch echt voor de muziek doet. Maar als je in profiel groeit, moet je nu eenmaal leren omgaan met kritiek.’

Volgende week speelt Recondite voor de derde keer live op DGTL, met een liveset die in technische zin nooit echt verandert (misschien een midi-controller meer of minder), maar inhoudelijk wel. ‘Mijn gemiddelde set bevat zo’n zeventig procent onuitgebracht materiaal’, zegt hij. De set die hoort bij zijn nieuwe album neemt hij niet mee. Hij deed die maar twee keer, in Berghain Saule.