Net als debuut Sprained Ankle (2015) staat Julien Baker's tweede album Turn Out The Lights vol intieme liedjes over verdriet, hoop en hartenzeer. Maar waar Sprained Ankle een eenzame plaat is – alleen zij en haar gitaar, in haar eentje geschreven in een kleine oefenruimte en zonder enig besef van de buitenwereld en haar aanstaande succes – zet Baker op de opvolger bewust een stap naar buiten, weg van de isolatie.
Dezelfde stap zette ze ook in therapie. 'Het was groepstherapie, van het soort waar je binnen komt en zegt “Hi, I'm Julien,” en iedereen tegelijk antwoordt met “Hi, Julien.”' Ze zet er een monotone stem voor op, zoals groepstherapiesessies klinken op televisie. 'De therapeut zei, “Julien, we zijn blij dat je gekomen bent.” Dus ik antwoordde “Ja, happy to be here!” Oh, wacht. Ik ben helemaal niet blij om hier te zijn, anders was ik hier verdomme niet geweest.' Toch bleek het een fijne ervaring, eentje waar ze nu gemakkelijk en zonder een schrijntje zelfmedelijden over praat. Die zelfontwikkeling vond ook zijn weg naar haar muziek op Turn Out The Lights.
In de lobby van het Lloyd Hotel vertelt ze erover, bedachtzaam maar vol passie, opgewekt en serieus tegelijkertijd. Baker is jong, pas 22 jaar oud, maar ze is zich bewust van alles: hoe ze haar songs schrijft , de manier waarop ze ze uitlegt en hoe ze zich verhoudt tegenover de buitenwereld. Als de vertegenwoordiger van de platenmaatschappij haar glaasje kraanwater komt brengen, begint ze zich direct te verontschuldigen: 'Oh god, sorry dat ik je hierom gevraagd heb! Echt, wat vreselijk verwend van me. Nee joh, je hoeft het niet voor me in te schenken, je bent toch geen ober!'
(Tekst gaat door onder de video)