‘All my niggas in the whole wide world, play this song and sing it on your terms.’ Solange zingt het vederlicht en bijna geruststellend in ‘F.U.B.U.’, terwijl ze langs de eerste rijen loopt en jongens en meisjes met dezelfde donkere huidskleur een voor een diep in de ogen kijkt. ‘This shit is for us. This shit is for us.’ Het is een superintense boodschap van empowerment, en je ziet hoe iedereen die ze uitpikt op precies dezelfde golflengte zit, wéét waar het om gaat. Wanneer ze tussen twee jonge gasten gaat staan, bouwen ze samen eventjes een uitzinnig feestje, zonder dat je je buitengesloten hoeft te voelen.
Ook piepjonge witte meisjes blèren de tekst woord voor woord mee. Het heeft iets liefs om te zien hoe enthousiast ze zijn, maar toch ook iets geks om hen ‘niggas’ te horen roepen. Op haar website ging Solange erover in gesprek met haar moeder en schrijver Judnick Mayard: het zomaar gebruiken van het n-woord is het soort micro-agressie waar je als zwart mens in een witte wereld elke dag mee te maken hebt. Vandaar dit nummer: ‘For us by us.’
Vandaar ook haar magistrale laatste album A Seat at the Table, over de trots en pijn van de zwarte gemeenschap, de worsteling met kleine en grote onderdrukking (nee, je mag niet aan mijn haar zitten en snapt niet eens waarom dat belangrijk voor me is!) en de ervaringen van haarzelf, haar ouders en voorouders. Maar nergens klinkt Solange Knowles verbitterd. Ze zingt juist opvallend teder en lichtvoetig. Bijna gewichtloos dwarrelen de zanglijnen over de spirituele jazz en wonderlijke r&b heen.