Een potje zeevissen, een beetje kamperen in de natuur, bootje varen: Eric van Eerdenburg, Lowlandsdirecteur sinds 2000, vindt het allemaal leuk. ‘Maar ik ga ook graag naar New York of Tokio.’ Avontuur – ‘van groots en meeslepend tot klein en truttig’ – is aan Van Eerdenburg wel besteed. Hij kwam bij Mojo, de organisator van het festival, na een burn-out die hij opliep bij zijn vorige werkgever. ‘Daarvan leerde ik dat je eerder weg moet zijn als iets je echt niet bevalt. Ik vind het fijn om te doen wat ik echt leuk vind en laat mijn leven niet vergallen door middelmatigheid.’
Van Eerdenburg mocht zich bij Mojo richten op de inhoudelijke kant van het festival. In 2000 verkocht Lowlands met 60.000 bezoekers gemakkelijk uit. ‘Toen ik begon, kon het alleen maar slechter gaan.’ De negen voorgaande edities had Lowlands bewezen een gouden formule te zijn. Vanaf de eerste editie is Lowlands het evenement waar altijd iets te doen is en waar de bezoeker mag blijven slapen. Dat was nieuw in het Hollandse festivallandschap: een pop-updorp ter grootte van Roermond dat met liefde werd vormgegeven en aangekleed, midden in de polder. Tegenwoordig kom je de vrolijke, felgekleurde tenten op iedere jaarmarkt tegen, maar in de jaren negentig was dat uniek.
De oude, bestaande festivals, waarbij het podium als een enorme zwarte doodskist op sportveld of parkeerterrein stond en waarop twaalf acts achtereen voorbijkwamen, deden ineens ouderwets aan. De poster van Lowlands telt tegenwoordig minimaal 150 muziekacts, verdeeld over zo’n tien podia. En dan is er nog de film- en theaterprogrammering, er zijn lezingen en is er aandacht voor politiek en literatuur. Lowlands is drie dagen cultuur in de breedste zin van het woord. De politiek had het niet beter kunnen bedenken.