Er hangt iets in de lucht. Meer nog dan gisteren voel je dat het vandaag gaat broeien in het Amsterdamse Bos. Nina Kraviz voelt dat ook: zij is nog een dagje gebleven om vandaag ook het Boiler Room podium te openen, het podium dat normaal veel later dan de andere podia open gaat. De thuisblijvers achter de stream mogen natuurlijk niet naar een lege tent kijken. Maar Kraviz durft het wel aan, en terecht, want het publiek is vandaag net zo hongerig als dat het gisteren naar huis ging.
Ook vandaag werkt het husselen van headliners en openers weer voorbeeldig. Je zou zeggen: maak hier maar een traditie van. Laat dj’s zichzelf maar uitdagen en hun publiek verrassen. We kennen Marcel Dettmann natuurlijk van zijn meedogenloze gestripte techno, maar zoals verwacht en gehoopt brengt hij vandaag een heleboel Duitse wave en synthpop, met donkere randjes. Maar ook af en toe een glimlach. 'Rejekto' bijvoorbeeld, een obscure Duitse track uit de late jaren tachtig. Het is deze muziek die Dettmann ook al liet horen op zijn Dekmantel Selectors compilatie: veel EBM en industrial, de basis onder de kille techno die hij als techno-dj graag draait. Waar de Italianen en Fransen in de jaren tachtig patent hadden op cheesy disco, klinkt de Duitse op de een of andere manier meteen al een beetje pervers, viezig. Beste voorbeeld daarvan is The Immortals’ ‘The Ultimate Warlord’, ook al een Duits pareltje, een ware meezinger (voor de dj zelf) die het perfecte opzetje biedt voor een grimmig laatste uur. Mooi hoe hij dat opbouwt: herkenbaar als Dettmann, maar toch met de luchtigheid die past bij een openingsslot.
Een goede openings-dj zet de toon voor een hele dag. En omdat Dettmann dat voortreffelijk deed, loont het om die grimmige lijn te volgen. We volgen vandaag de rafelrand van Dekmantel. Je kunt in een strandstoel crowdsurfen bij Red Axes of hiphopbangers vangen bij Jameszoo, maar je kunt ook gewoon blijven staan voor Inga Mauer, een supercoole Duitse van wie Dettmann net al een track draaide. Mauer heeft zich voorgenomen supergemeen te openen, wat haar in eerste instantie op een paar weglopers komt te staan. Maar de blijvers worden beloond: wat een beleving achter de draaitafels, wat een mooie overstuurde kicks en bassen. Het is niet snel, niet hard, wel rauw. Mauer lacht en danst met een tak, alsof ze de meest lichtvoetige exotica staat te draaien. En de mooiste beloning komt na een half uur, als Mauer ineens een hele softe Sascha Funke track inmixt.
Wat lust Marcel Dettmann bij het ontbijt? Zou de iconische Duitser überhaupt ooit daglicht zien? En natuurlijk vooral: wat draait de Berghain-resident als ie een festivaldag mag openen? Nog enigszins slaapdronken (of beter slaaptekortdronken) begint Dettmann aan zijn vier uur op het Selectors podium, op de plek waar Nina Kraviz gisteren de dag begon. Het blijkt de perfecte start voor een prachtige dag vol rafelranden.
Mauer is zeker niet de enige coole vrouwelijke dj van de dag. Ook in het Dekmantel programma had je een paar jaar geleden nog een vergrootglas nodig om vrouwen te vinden, maar de afgelopen drie jaar is dat echt aan het veranderen. Het zijn vandaag allemaal vrouwen die zich niets wijs laten maken, stoer en elegant, met elk een super eigen muzieksmaak. Neem Volvox en Umfang, die het New Yorkse platform Discwoman vertegenwoordigen, een label en booking agency dat zich volledig richt op vrouwelijke (en andere seksualiteiten dan de mannelijke) dj’s. Een uitgesproken activistisch collectief, en dat past in deze tijd. Niet alleen vrouwen nemen geen genoegen met hun karige rol in het geheel, ook bij mannelijke bezoekers en organisatoren groeit de drang om daadwerkelijk de balans rechter te trekken. De allerbeste manier om invloed te krijgen is natuurlijk simpelweg een awesome dj te zijn. En dat zijn deze twee, de revelatie van de dag zelfs. Hun stijl is super energiek en behoorlijk snel, maar wel toegankelijk en sexy. Het gaat van gestripte ritmische big beats naar een net niet cheesy meezinger van Durty Larry. Nina Kraviz geeft een meer dan brede glimlach vanuit de coulissen, zoals ze dat de hele dag al staat te doen.
Het is inmiddels keihard gaan regenen, een eerste en gelukkig korte bui op deze verder zonnige dag. Het grootste slachtoffer is Borusiade, de Roemeense die op het vrijwel onbeschutte Red Light Radio podiumpje staat. En toch is het wel mooi: bijna iedereen is weggelopen, maar tegen het podiumpje aan geplakt staan een stuk of tien dedicated fans in poncho’s die de vibe hoog houden. Ze zingen een obscure synthpop plaat mee en jacken hard op de gruizige acid track die volgt. De donkere UFO tent biedt het beste onderdak, en het is natuurlijk een plek waar je niet omheen kan als je het hebt over de donkere kant van Dekmantel. UFO is de technotent en het is een heel andere wereld dan de rest van het festival. Het voelt alsof mensen de hele dag tussen alle podia heen en weer lopen, maar het hardcore UFO-publiek hier de hele dag blijft staan.
Dat moet ook eigenlijk wel, want muzikaal gaat het diep daar binnen. Vooral bij Donato Dozzy en Peter van Hoesen, die een vier uur durende semi-live set spelen van loopy techno. Er zijn nauwelijks breaks en al helemaal geen melodie, en toch gebeurt er van alles in hun gortdroge mix. Elk detail telt: een beetje meer galm op de snares, een kick die even terug getrokken en weer naar voren geschoven wordt, een tegen-ritmische ratel of ver-weg-alarm. Supergoed. De tent is aardedonker, en zo hoort het ook. Al is het jammer dat je twee uur later niet even een blik kunt werpen op DJ Nobu, de markante Japanner. Hij is een klein mannetje met betere groeven in zijn gezicht dan de hele platenkast van het Selectors podium. Dat weten we omdat we hem al een paar keer zagen lopen deze week, al bij Dopplereffekt op donderdag. Hij is een van de vele dj’s die hier minstens een dag extra hier is. Bizar om te zien hoe dedicated de dj-community is richting dit festival. DJ Nobu dus, een man die nog wel eens vreemde wendingen kan nemen, maar het eerste halfuur van zijn set is meedogenloos snel en hard rechtdoor. Misschien ook maar het beste voor deze tent op dit moment, maar we gaan toch even op zoek naar verrassing.
Ok ok, nog even langs de Haagse meester I-F. Zijn italo-sound is sowieso onverwoestbaar, maar in de lijn van vandaag voelt hij helemaal als een logische afsluiter. Want als een ding vandaag blijkt, is dat disco en house vooral niet al te gezellig meer moeten zijn. En als iemand dat beheerst is het de veteraan, die tracks in volle vaart kan mixen. Hij smijt Mr Flagio’s ‘Take A Chance’ erin en gebruikt Kraftwerk’s ‘Spacelab’ als een gevoelige ballad. Magisch om naar te kijken hoe hij zijn platen duwt en meezingt.
Maar de echte afsluiter van deze dag van het ongemakkelijke geluid blijkt verrassend genoeg toch Arca. Wat moet je je nou verwachten bij een dj-set van Arca, was de vraag toen het tijdschema bekend werd. We kennen hem als een Venzuelaanse producer die inmiddels een paar prachtige experimentele albums uit heeft en voor Björk en Kanye West produceerde. Wat je ook verwachtte, dit zeker niet. In eerste instantie lijkt hij vandaag strak in pak, anders dan de fetisj kostuums waar hij om bekend staat. Als hij bij het eerste nummer al met een microfoon bovenop de booth klimt, blijkt dat het toch anders zit. Een doorschijnende boxer, hoge hakken en één steunkous, dat is alles wat er onder zit. De hele set word je zo constant op het verkeerde been gezet. Jesse Kanda, in kleermakerszit boven op de booth, regelt de visuals. Ze lijken niet te werken en hij trekt zich terug met een glas bubbels. Pas op de helft vult het grote scherm zich plotsklaps met haarscherpe beelden, gefilmd vanuit een auto die ’s nachts een bosbrand in rijdt, net zo lang tot het vuur overal is. Het is een beklemmend voorproefje wat er nog komt. Vissen die werktuigelijk aan stukken worden gehakt, geiten die geboren worden. Telkens net wat onsmakelijker.
Dat gaat net zo lang door tot het bijna ondraaglijk is. Tot in detail zie je een Tibetaans ritueel waarbij menselijke kadavers worden opgegeten door gieren. Hersenen worden uitgepikt, iemand hakt nog even een ribbenkast aan stukken. Weer iets later een rottend mensenbeen waar de maden van af vallen. Ondertussen draait Arca op momenten dat er geen visuals zijn nummers die je hoofd doen ontploffen. Onnavolgbare Zuid-Amerikaanse ritmes, krassende strijkers, gigantische bassen. Maar juist bij de heftigste beelden kiest hij voor mierzoete edits of onbewerkte versies van Britney Spears, Gwen Stefani, Madonna. Luidkeels en paraderend bovenop de booth zingt hij mee met Armand van Helden’s 90’s classic ‘You Dont Know Me’, terwijl op de achtergrond een bloedzuiger zich volzuigt. Hij spuit nog even een fles champagne leeg over het publiek, zegt dat iedereen zo knap is dat ie sowieso met alle aanwezigen seks zou willen hebben. Alsof hij met die enorme contrasten iets wil zeggen: Het is dezelfde wereld die popsterren creëert, dieren laat creperen, op festivals uit zijn stekker gaat, en niet kan zien hoe dieren dode mensen aan stukken rijgen. Niet eens belerend. Elke andere artiest zou zo'n show bloedserieus geven, Arca doet het non-stop met een brede en gemeende grijns. Fascinerend hoe hij met zo’n idioot heftige show iedereen met open mond kan laten blijven kijken. Hij laat Dekmantel in elk geval als buitenstaander naar zichzelf kijken. Morgen maar weer wat vrolijkers?