Het is voor sommigen misschien een gekke boeking voor een dance festival. Een percussie ensemble, dat werk uitvoert van een componist die je vooral in high brow concertzalen over de wereld hoort. Of zoals vroeger in kunstgaleries. De opener vanavond is meteen zo’n werk dat meer op zijn plek is in een galerie dan in een zaal, en meer richting performance of installatie schuift. Vier microfoons die aan het plafond hangen worden losgelaten en slingeren boven rechtopstaande speakers, zodat er een patroon van feedback ontstaat. Het begint als een schuivend ritme en verandert naarmate de microfoons langzaam stil komen te hangen steeds meer in een bak ruis. Hunee en Call Super staan vooraan met een grijns te kijken.
Leuk als opener, zo in de foyer van het Muziekgebouw, maar het zwaartepunt ligt gewoon in de concertzaal waar Reich opent met zijn Clapping Music. De componist zelf, met de klap van een 81-jarige man, en een klapper van Slagwerk Den Haag, klappen samen hetzelfde ritme, maar schuiven steeds een tel verder van elkaar af. Het is het basisidee van een groot deel van de werken van Steve Reich. Ogenschijnlijk overlappende patronen, het liefst gespeeld door dezelfde instrumenten, die langzaam uit elkaar groeien, samenkomen en dubbelen, om vervolgens langzaam weer meer en meer een echo van elkaar te worden. Zo deed hij dat in de jaren zestig al met samples op tape, die op net verschillende tempi werden afgespeeld. Nog steeds vooruitstrevend, maar zestig jaar geleden al helemaal.
tekst gaat verder onder de video