De clubs staan nog vol, het is grauw en regenachtig, alle podia van het festival zijn overdekt en toch wordt DGTL gezien als de officieuze start van het buitenfestivalseizoen. Vanaf nu dienen de festivals zich in moordend tempo aan, totdat er meerdere per weekend zijn en je weer smacht naar de clubs. Maar dat is voor later zorg. Vandaag trappelen de DGTL-bezoekers als pinken in de wei. De pont af, richting het eerste festival van het jaar!

De basis van DGTL is onveranderd. Nog steeds tijdens Pasen, in loodsen en tenten op de NDSM-werf en uiteraard gaat het nog steeds om house en techno. Toch zijn er op deze eerste dag al bepalende veranderingen te zien. Ten eerste de programmering. Hinkte de organisatie vorig jaar nog op twee gedachten door heel duidelijk een hoop spannende, wat meer ‘underground’ acts naast de grote namen te zetten, dit jaar wordt de focus meer gelegd op gevestigde namen en wat meer mainstream dance. Niet dat de spannende namen wegblijven, maar ze worden wel wat beter omgeven door dj's die toegankelijker draaien. Slim, als je je de lege zalen van vorig jaar nog herinnert. Door het programma zo te stroomlijnen, sluit het stukken beter aan bij het publiek.

Het tweede grote verschil lijkt de capaciteit. Of er nou wat tenten gekrompen zijn (of is er nou één grote minder?), of dat er meer bezoekers zijn: het is veel en veel voller. De enige tent die vanaf halverwege de middag nog wel eens rustig is, is het piepkleine koepeltentje dat Resident Advisor host. Nou ja, eigenlijk alleen aan het begin van de middag, bij Dollkraut, die desondanks de pannen van het dak draait. Iets later staat er zelfs een rij. Eén d’r in, één d'r uit is het bij Maceo Plex, rug aan rug met Lord of the Isles. Het tentje biedt ruimte aan max 300 man, maar de twee Ibiza-pro’s draaien groots alsof het een gigantische dome is waar lasers en CO2-kanonnen overuren draaien. Een beetje misplaatst. Dan is de afsluitende set van Plex in de door LED-schermen omringde tent, inclusief op en neer bewegend plafond met bungelende tl-buizen, een stuk beter op zijn plek.

Tekst gaat verder onder foto.

Maceo Plex en Lord of the Isles in de kleine RA-tent

Spectaculair, die LED-schermen en plafondconstructies, maar de leukste tent op het terrein houdt het simpel. Helemaal doorschijnend, dus broeierig als een tomatenkas in het Westland, met als aankleding een halve Intratuin aan kamerplanten. Israëlische producer Moscoman treedt er aan met een drummer en bassist. Vanuit een half uur vol psychedelische grooves, junglegeluiden en drukke drumpatronen schuift hij de electronica meer en meer naar voren. Eerst de kick, dan nog meer gefreak, om uiteindelijk te eindigen in een dampende cover van Cerrone’s ‘Supernature’. Nuno dos Santos, Jennifer Cardini en Oceanic kijken breed lachend vanaf de zijkant mee.

Die grijns van Jennifer Cardini is twee uur later nog wat beter te begrijpen. Alsof ze tijdens die cover bedacht waar ze zelf naar toe gaat draaien. Samen met Axel Boman krijgt ze hetzelfde podium voor het eerst op de dag echt aan het zweten. Niet alleen omdat het ramvol is, het halve festivalterrein lijkt immers nog even de laatste zonnestralen mee te pakken, maar vooral omdat de stijlen van de twee perfect in elkaar grijpen. Boman met zijn losse, haast jolige house. Cardini met haar voorkeur voor platen met een enorme drive. Tegen het einde  is duidelijk wat het zwartepunt van de set is: de Paradise soul versie van ‘Lotta Lovin’. Een track die samplet uit dezelfde Cerrone-productie als waar Oceanic vorig jaar zijn grijsgedraaide edit omheen bouwde.

Verslag gaat verder onder de foto.

DGTL 2017

Jennifer Cardini en Axel Boman

Die back-to-back van Cardini en Boman blijkt het hoogtepunt van de dag. Daar kan Tiga met zijn effectieve, met acid en elektro doorspekte technoset niet overheen. Tom Trago’s eerste liveset in twee jaar worstelt in eerste instantie met een veel te groot podium. Pas als hij tegen het eind de zaalvullende bassen van zijn eigen ‘Brutal Romance’ erin gooit, gebeurt het echt. Maar dan is het te laat. Zo’n Henrik Schwarz doet dat inmiddels haast op routine, een liveset voor zo'n groot publiek. Het recept is al jaren onveranderd: schuivend met zijn muis en starend naar zijn laptop plukt hij overal lagen uit zijn database, zonder ook maar een moment de funk uit het oog te verliezen. En nog altijd vormen de soulstemmen en scherpe strijkers die zingen over grote emoties de climax. Het werkt als een trein, maar de verrassing is er inmiddels vanaf.

De enige die echt nog in de buurt komt van Cardini en Boman, is Max Cooper. Het blijft knap hoe hij ondanks muren van krakende ruis, onverwachte twists naar drum & bass en grote stiltes zo'n enorm publiek aanspreekt. Het helpt ook dat het geluid in de grote loods meer dan goed is. Dwars over alle diepe bassen, hoor je haarscherp hoe de Duitse audiofreak met details strooit. Duimpiano’s, kleine tikjes en belletjes, het lijkt van alle kanten te komen.

Op deze zaterdag blijkt de stap naar het midden een slimme keuze van DGTL. Het handjevol spannende acts krijgt publiek dat in een goede bui is, de grote namen krijgen podia die bij hun status passen. Technotoeristen ervaren genoeg visueel geweld om hun ogen uit te kijken, terwijl de sfeer ontspannen genoeg is voor types met knaldrang om een handstand te oefenen. Een prima opening van festivalseizoen 2017.

Henrik Schwarz maakt zich klaar terwijl Lord of the Isles afrond