Op de Dekmantel Zondag komt alles nog één keer bij elkaar

Motor City Drum Ensemble vat het festival in twee uur subliem samen

Ralph-Hermen Huiskamp ,

Na vier dagen festival, rond het IJ en in het Amsterdamse Bos, draait Motor City Drum Ensemble er op het hoofdpodium een eind aan. Het is de afsluiter waar alles lijkt samen te komen, en het festival en het publiek nog een laatste keer pieken. Het is een gedroomde afsluiter van een sterke laatste dag, en de ijzersterke vierdaagse.

Tijdens Dekmantel hield 3voor12 een playlist bij met tracks die opvielen tijdens het festival. Die Spotify-lijst is onder dit artikel te beluisteren. 

Eerder op de dag merk je dat de paar dagen festival zijn tol beginnen te eisen. Bezoekers bewegen zich nog loom over het terrein, liggen languit in het gras of pakken de strandstoelen die er in de plantenkas te vinden zijn. Ondertussen hoor je alle talen. Van de 30.000 bezoekers is rond de 40 procent van de kaarten in Nederland verkocht, de rest in de buurlanden en je ziet en hoort zelfs Japanners, Brazilianen, Tsjechen en Australiërs. The Black Madonna postte het al op haar Facebook: er zijn weinig festivals in de wereld die doen wat Dekmantel doet. Met haar stevige tourschema kan ze het weten, en al die buitenlanders weten het duidelijk ook.

Vroeg op de dag heeft Africaine 808 het aan het eind van hun live-set lastig. Het publiek is nog traag, en waar het Duitse duo op plaat een goede balans weet te vinden in de Afrikaanse -, techno- en elektro-invloeden, blijkt het live te verzanden in nerveus gepiel met samples. Gek genoeg is het dan makkelijker instappen bij Voiski. De Fransman die net een EP uit heeft op het Dekmantel-label, is stukken toegankelijker bezig dan waar hij tot een poos terug om bekend stond. Natuurlijk, nog steeds is het nergens recht-toe-recht-aan techno, maar het is lang niet meer zo onnavolgbaar donker en dissonant als het was. Tussen alle grillige baslijnen, hi-hat patronen en rubberen synths sijpelen er nu zowaar wat zonnestralen door. Het maakt het zo aanstekelijk dat hij zelf tijdens het dansen met moeite zijn vingers aan de knoppen houdt.  

Het contrast kan bijna niet groter zijn met hoe Pev & Kowton erbij staan. De een met een lijkbleek, vlekkerig gezicht, hyper geconcentreerd boven zijn laptop, de ander druk met andere hardware en snoeren. Kowton zorgt voor de housy basis, Pev gaat daar met dubby bassen en wat spannendere samples qua timing telkens net iets omheen zitten. Het maakt het gek genoeg los, maar dankzij de straffe kicks en drumcomputer alsnog streng. Als je een paar meter verder loopt debuteert Sadar Bahar in de Boiler Room. Bijzonder, want de dj uit Chicago draait al mee sinds de jaren zeventig, toen house nog house moest worden. Hij strooit vandaag met disco en soulplaten die klinken als classics, maar je toch nog nooit hebt gehoord. Op die ene track die dankzij Jamie XX een tweede leven kreeg na dan. Ondertussen zingt hij luidkeels al zijn 7"-singletjes mee. 

Aan het eind van de middag stroomt tijdens de set van Palms Trax, vol feelgood house en disco, de booth vol. Niet per se voor hem, waarschijnlijker voor Bas Bron die als Fatima Yamaha na vorig jaar al de Boiler Room gedaan te hebben is opgeschaald naar het hoofdpodium. De halve Amsterdamse DJ-kliek staat er met champagne klaar. Het muzikale brein achter De Jeugd van Tegenwoordig blijkt solo beter geworden. De producties van zijn album zijn aangedikt en worden iets harder neergezet. De bas is iets steviger, waardoor de funky synthsolo’s er net wat verder boven lijken te zweven en de melodieën beter overkomen. En toch, uiteindelijk gaat het allemaal nog steeds om die track aan het eind. Hij maakt het nog even spannend, met een traag geïmproviseerd intro, maar zodra de eerste noten van ‘What’s A Girl To Do’ klinken, reageert het publiek zoals verwacht. Mensen klimmen op elkaars schouders, zingen mee: Het nummer dat vorig jaar twaalf jaar na verschijning nog een zomerhit werd, heeft nog steeds genoeg impact om een vol veld kippenvel te geven.

Het blijkt het begin van een sterke finale. DJ Koze weet al een paar keer flink te pieken. Nog steeds ook met Moderat’s ‘Bad Kingdom’. Hoe uitgekauwd die track ook is en hoe graag je er ook klaar mee wil zijn, als je hem over zo’n veld hoort schallen is het gewoon weer een hoogtepunt. Ondertussen weet de excentrieke dj tussen alle soepele Duitse techno weer genoeg grappen uit te halen. Hij laat een track finaal crashen zodat het lijkt alsof er een cdj overslaat en tegen het eind laat hij een break extra lang doorlopen zodat hij zelf even snel van het podium naar de wc kan sprinten. Als afsluiter blijkt zijn recente Lapsley remix niet alleen een potentiele radiohit, maar dankzij die baslijn en Loveboat–strijkers ook een goede afsluiter onder de zon. Zelfs de flauwe zang verandert daar niets aan. Misschien wel het mooiste moment in Koze's set: Op alle schermen verschijnt tegen het einde de regenboogvlag, niet geheel toevallig in het weekend van de Europride. 

Na Jeff Mills en Dixon op vrijdag en zaterdag, is zondagafsluiter Motor City Drum Ensemble op papier een vreemde eend in de bijt. Hij heeft nog lang niet de naam om zo’n spot in te nemen, zou je denken. Het wordt uiteindelijk de finale die het festival verdient, en een set die de hele dag samenvat. De sfeer van het selectorspodium, de kern van het hele festival, wordt naar het hoofdpodium gehaald. Lange platen, zo aan elkaar gedraaid als het hele weekend daar tussen de bomen haast standaard was. Vanaf de eerste plaat ontstaat er een hysterische euforie die het hele weekend nog niet gezien is op het hoofdpodium. Met een sigaret los op de lip en met een holle rug achterover geleund tijdens het mixen, kijkt hij grijnzend naar het effect van zijn platen. De keiharde disco zorgt er voor dat iedereen die op zijn tandvlees nog aan het doorzetten was, opeens weer volle bak energie heeft. Na een blok 90’s house die uit de kast achter het Selectorspodium getrokken lijkt, een paniekerige technotrack die mede dankzij de stroboscopen uit de UFO-tent lijkt te komen, moet iedereen even op adem komen. Hoe houdt-ie dit in godsnaam nog een uur vol? Simpel, zo blijkt. Als hij er een Teddy Pendergrass-edit in gooit kan iedereen er weer tegenaan. Festivalbazen Casper Tielrooij en Thomas Martojo kijken dansend en lachend toe hoe de speakers voor het podium en aan de randen van het veld beklommen worden door mensen met plotselinge klimdrang. Voor één keer dit weekend worden ze niet direct door security naar beneden getrokken, maar mag er een kwartiertje over de barriers heen op de speakers en betonblokken worden gedanst. Opeens voelt het veld als een club, of klein als de Boiler Room. Het ongekend goede geluid draagt daar nog eens extra aan bij. Als MCDE aan het eind nog een dubballad draait, wordt ook het Greenhouse podium waar de hele dag vooral dub geboekt was, afgesloten vanaf het hoofdpodium en komt definitief alles samen.  

Wie nog durft, kan de hele nacht nog dansen in de Melkweg, waar Jackmaster alvast belooft de avond af te sluiten met ‘uneasy listening’. Knap, als je daar na dit fenomenale einde nog de energie voor hebt of kan vinden. Maar ook als je nu direct je bed in duikt of het vliegtuig in stapt, kan je terug kijken op een ongelooflijk goed weekend. De donderdag waar oude helden voor een jong publiek gepresenteerd werden,de vrijdag waar de randen van dansmuziek werden opgezocht, de zaterdag waar grote namen hun status waarmaakten, en uiteindelijk de zondag waar alles samenkomt. Waar intussen in de dancehoek festivals ook meer en meer naar elkaar kijken en line-ups vaak over elkaar heen te leggen zijn, weet Dekmantel voor het vierde jaar iets neer te zetten wat anderen niet kunnen, willen of durven. Het maakt nu al benieuwd waarmee ze over een jaar weer gaan komen.