Amsterdam zet trend met zero tolerance als nieuwe realiteit

Gezondheidsargument maakt geen indruk meer

Groenlinks Amsterdam probeerde donderdag opheldering te krijgen over het drugsbeleid op dancefeesten in de hoofdstad. Wat is nu het beleid nu en wie heeft het eigenlijk uitgezet? Terwijl politici om opheldering vragen, heeft de realiteit zich echter al overal in het land kraakhelder afgetekend: zero tolerance is al meer dan een jaar een feit.

Gezondheidsargument maakt geen indruk meer

De Amsterdamse burgemeester Job Cohen beloofde donderdag dat hij eind dit jaar met een heldere notitie komt over het beleid rondom drugs en dancefeesten in de hoofdstad. Daarmee gaf hij voldoende antwoord op de vragen van GroenLinks raadslid Judith Sargentini. Die ontplofte vorige week nog toen de burgemeester met een stalen gezicht zei dat de strengere controles een wens waren van de feestorganisatoren zelf. Een gotspe, zo bleek een dag later, toen feestorganisatoren verbaasd en verontwaardigd reageerden in Het Parool.

De toezegging van de notitie is eigenlijk overbodig. Dat Cohen zo’n uitlating kan doen zonder daarmee echt in de problemen te komen, is een signaal op zich. Het markeert de laatste fase van een periode die al in 2006 is ingezet: zero tolerance op dancefeesten is de nieuwe realiteit.

Iedereen - politiek, politie en feestorganisator - weet al lang hoe de wet in elkaar steekt: harddrugs zijn verboden. De praktijk was echter anders tot halverwege 2006. Er werd niet zo fel en fanatiek gecontroleerd vanuit de gedachte dat het beter is te controleren dan te onderdrukken. Een gebruikershoeveelheid softdrugs was toegestaan, harddrugs werd afgepakt aan de deur. Eenmaal binnen was je 'veilig' met je partypilletje. De gezondheid stond voorop in de aanpak en gedachte was dat je met de aangeboden pillentest tenminste wel zicht hield op wat er gebeurde.

Die gedachte is twee jaar geleden volledig losgelaten. Sinds halverwege 2006 zijn er meer en grondigere controles op feesten. In Amsterdam was Awakenings de gebeten hond. Controle op controle kreeg het feest te verwerken, inclusief negatieve persaandacht. Eenzelfde scenario ontrolde zich op andere plaatsen. Waar het aantal aanhoudingen voor die tijd een onopgemerkte futiliteit was, kun je sinds de zomer van 2007 na elk groot dancefeest in de krant lezen hoeveel mensen waren opgepakt wegens het bezit van drugs.

Onder druk van die strengere controles kropen organisatoren uiteindelijk omlaag langs de muur waar ze met hun rug tegen stonden. Ze schoven aan voor overleg met politie en (lokale) overheid. Om het hoofd boven water te houden, konden ze niet anders dan instemmen met de strengere controles.

Alleen Duncan Stutterheim van ID&T - de grootste organisator van dancefeesten in ons land - durfde echt stelling te nemen. Anderen berustten in de nieuwe lijn, al klaagde Marcel Mingers van Extrema wel over het spierballengedrag van de politie: "Het levert niks op."

Wat het wel heeft opgeleverd, wordt nu langzaam duidelijk. Terwijl politici erachter proberen te komen hoe het zover heeft kunnen komen, leven feestorganisatoren met de nieuwe realiteit. Niets mag. Zelfs het bezit van wiet voor eigen gebruik is nu regelmatig reden om volledig gestript en daarna naar huis gestuurd te worden. GroenLinks stelde onlangs nog Kamervragen naar aanleiding van een onderzoek. Dat zou het averechtse effect van de harde aanpak op de gezondheid aantonen. Maar het gezondheidsaspect maakt weinig indruk meer. De antwoorden die minister Klink van VWS binnenkort zal geven, zijn na het horen van Cohens antwoorden een simpele invuloefening: “Hard drugs zijn verboden, simpel. Als daar onduidelijkheid over bestaat, wil ik die graag uit de wereld helpen."