Album van de Week (5): The Last Dinner Party
Londense band vecht zich vrij en durft uitbundig te zijn
Is het toeval dat het debuutalbum van The Last Dinner Party precies verschijnt in het weekend dat alle op tv uitgereikte Grammy’s naar vrouwelijke artiesten gaan? Niet alleen bestaat de Londense band uit enkel vrouwen, hun liedjes tonen een bijtende interesse in de mannelijke dominantie in onze maatschappij. ‘And what I’m feeling is not lust, it’s envy’, zingt Abigail Morris in ‘Beautiful Boy’, een song over hoe bij mooie jongens de wereld aan hun voeten ligt, hoe ze moeiteloos de wereldzeeën bevaren in hun zelfgemaakte schepen. En in ‘Caesar On A Tv Screen’ fantaseert ze daar ook al over: ‘When I put on that suit I don't have to stay mute.’
The Last Dinner Party is de onvermijdelijk Britse buzzband van dit voorjaar, en goed voor een stevige portie ‘feminine urge’. Ze werden door de BBC uitgeroepen tot het grootste talent van het jaar, en in kleine kring werden de singles die aan dit album vooraf gingen al met gejuich onthaald. Het verhaal begon bij ‘Nothing Matters’, een soort ABBA meets Roxy Music-song met een over het verjagen van de schaduw van een ex-vriendin die over een verse relatie hangt. Het was de allereerste single en nog altijd hun beste. Hun naam gonsde niet in de laatste plaats in de queer scene. Niet gek, want vroege single ‘Sinner’ is een ondubbelzinnig ‘coming out anthem’, over opgroeien in een kleine gemeenschap waar conservatieve denkbeelden overheersen. Ook al zo’n verstikkende deken die The Last Dinner Party van zich al wil schudden.
Nu dat eenmaal gelukt is zien we een band die zowel in hun verschijning als muzikaal uitbundig durft te zijn. The Last Dinner Party is niet bang voor overdaad en romantiek, getuige alleen al de Droomvlucht-waardige ouverture waarmee hun album start. Halverwege de plaat horen we nog een ander uitstapje met de Albanese folklore van ‘Gjuha’, een ode aan de roots van keyboardist Aurora Nishevci. Op de meer straightforward momenten doet hun indierock vaak denken aan tijdgenoten Wet Leg, die ze vaak op dezelfde festivalposters tegen zullen komen. Maar The Last Dinner Party flirt ook met barokke arrangementen, schroomt zelfs een walsje niet, en gooit net zo lief onverwacht het roer om met een ruwe, bewust houterige gitaarhook. Dat kan soms irritant zijn, maar gelukkig zijn hun liedjes meestal compact genoeg om in je hoofd te blijven zitten.
The Last Dinner Party speelt 19 februari in de Melkweg en later nog op Down The Rabbit Hole.