Album van de Week (9): Robin Kester
Langverwachte debuutplaat is als een film waarin je steeds meer easter eggs ontdekt
Robin Kester hebben we al jaren in ons vizier, maar pas afgelopen vrijdag bracht ze haar debuutalbum Honeycomb Shades uit. En daar zijn natuurlijk vanzelfsprekende redenen voor, om het c-woord nog maar even niet te noemen. Een pandemieplaat is het toch zeker niet: vijf jaar lang heeft Robin Kester samen met mede-producer Marien Dorleijn aan de plaat geknutseld. Op ESNS kregen we al een voorproefje van het album, en daar werd meteen duidelijk: het lieve imago van een dromerige folkzangeres overstijgt ze met gemak.
Op Honeycomb Shades zijn de folky roots van Kester nog te spotten in haar organische stemgeluid. Daarnaast gebeurt er nog meer: ze contrasteert het met elektronische invloeden uit de jaren tachtig. Kester verkent onder andere shoegaze, postpunk, en met vlagen klinkt het album zelfs een tikkie krautig. Zo doet ‘Blinds’ in het intro sterk denken aan The Cure’s ‘A Forest’, en voelt de prominente baslijn van ‘Leave Now’ alsof-ie zo in Peter Hooks notitieboekje had kunnen staan.
Kester en Dorleijn hebben eindeloos kunnen knippen, plakken en experimenteren met technieken en geluiden. Dat hoor je onder andere terug op de instrumentale track ‘Zwanzig Zwanzig’: laagje voor laagje weerkaatsen computergeluiden en onheilspellende drums, maar ook willekeurig opgenomen geluiden als schoenen die tegen elkaar aangeslagen worden.
De titel verraadt het al, maar in de plaat zit zowel iets zoets als iets duisters. Onder al die zorgvuldig op elkaar gestapelde lagen zit in de kern een heel persoonlijk verhaal. Aan de oppervlakte zien we dit terug als losse flarden van nostalgische herinneringen die Kester aan elkaar rijgt. Wie de puzzelstukjes naast elkaar legt ziet dat daar onder andere het thema sterfelijkheid in geschreven staat. Zo zingt ze over haar zieke vader op ‘Infinity Song’ en bevindt ze zich in ‘Hands’ langs het sterfbed van haar oom.
Het gevaar is natuurlijk dat je door al die lagen niet meer weet wat je moet horen – dat de helft van de indrukwekkende kunstjes in de grote massa verdwijnt. Dat gebeurt niet op Honeycomb Shades. Integendeel, de plaat voelt eerder als een film waarin je elke keer dat je ‘m kijkt weer nieuwe easter eggs ontdekt. Bij elke luisterbeurt ontdek je laagje voor laagje weer iets nieuws: de ene keer hoor je een warme wurlitzer, de andere keer een knarsende synth.