BKS23: Tinariwen, voor wie de woestijn omarmt
Onwrikbare grooves in perfecte setting
Is het kinderachtig om een Tinariwen-verslag aan te vangen met stofwolken en massa’s mensen die samenklonteren onder de bomen? Ach, het zal toch vast ook geen toeval zijn dat de Malinese band precies op het heetst van de dag op het open veld van Stage One staat te spelen. Dan hoop je als programmeur op weer als dit: een graad of dertig, net iets warmer dan gisteren en eigenlijk net over het randje van aangenaam. Tinariwen speelde al talloze keren op Nederlandse festivals, maar dit moet toch wel de perfecte setting zijn.
Hoe is dit Afrikaanse gezelschap in de molen van het Europese festivalcircuit terecht gekomen? Daarvoor moeten we alweer een tijd terug. De band ontstond al in de jaren tachtig, toen de bandleden elkaar ontmoetten in een Libisch vluchtelingenkamp, verdreven uit de Sahel door de droogte. Jarenlang hielden ze zich bezig met de vrijheidsstrijd die de Toeareg-nomaden voerden, en die mentaliteit kleurt ook hun songs. Rond de eeuwwisseling begon Tinariwen op te vallen buiten de eigen regio, vooral dankzij het album The Radio Tisdas Sessions. Tinariwen bleek een geweldige match met Europese zomerfestivals, waar hun groove-gerichte muziek als hypnotiserende feestmuziek ontvangen wordt.
Tinariwen is wat het is: vijf mannen in lange gewaden vooraan op het podium, twee erachter. De meeste van hen dragen witte sluiers om het hoofd. Het oogt op het eerste gezicht statisch, maar gaandeweg het uur zit er steeds meer subtiele beweging in. De nummers zijn sterk repetitief, waarbij niet alleen de bas en percussie maar ook de twee gitaren puur op ritme ingezet worden. De vijf mannen vooraan zingen allemaal, en het totaalgeluid is ronduit bedwelmend. Tegen de barriers midden op het terrein en onder de bomen zitten mensen rustig te genieten, vooraan wordt zowaar met de handen in de lucht gedanst.
HET MOMENT:
Hoe vaak ze al in Europa gespeeld hebben, hoe zeer ze ook gewaardeerd worden op een moment als dit, de kans dat iemand hier op het veld ook maar één songtitel op kan noemen is klein. Dat hoeft ook niet, een concert van Tinariwen voelt als één lang nummer dat eindeloos voortduurt. Zelf weet de band natuurlijk heel goed hoe te eindigen: met een tempoversnelling die het voorste vak een halve minuut laat springen. Niet langer, daar is het veel te heet voor.