Openbaar Ministerie heeft berechting drugsbezit op festivals aangepast
Festivalbezoeker moet de afgelopen jaren vaker mee naar het bureau
De berechting voor drugsbezit op festivals is de afgelopen jaren op de schop gegaan. Voorheen werden veel verdachten nog snel behandeld in een serie cabins op het festivalterrein, de afgelopen jaren worden ze vaker overgebracht naar een politiebureau of een bureau van het Openbaar Ministerie.
De verandering heeft te maken met de landelijke verspreiding van de ZSM-procedure voor veelvorkomende criminaliteit. Op een zogeheten ZSM-locatie zitten het OM, de politie en ketenpartners zoals reclassering, slachtofferhulp, HALT en raad voor de kinderbescherming bij elkaar. Ook zijn daar advocaten aanwezig. Als een festivalterrein (zoals de Johan Cruijff Arena tijdens ADE) een eigen politiepost heeft, kan die nog wel als ZSM-locatie gebruikt worden.
Er was kritiek op de manier waarop festivalgangers met te veel drugs op zak werden berecht. Al dan niet benevelde festivalgangers waren nog weleens geneigd om een boete te accepteren zonder een advocaat te raadplegen. Daarbij was het niet altijd even duidelijk dat bij de boete een strafblad hoorde, wat het moeilijker maakt een Verklaring Omtrent Gedrag te krijgen en naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten te reizen. In het nieuwe systeem wordt men beter gewezen op de mogelijkheid van rechtsbijstand.
De afgelopen jaren geeft het OM niet iedereen dezelfde behandeling meer, maar kijkt het zorgvuldiger naar de specifieke zaak. Bezoekers die net wat meer op zak hebben dan de toegestane gebruikershoeveelheid kunnen bijvoorbeeld beboet worden en naar een cursus worden gestuurd, waar onder meer wordt uitgelegd welke juridische gevolgen een arrestatie kan hebben. Grootgebruikers of dealers kunnen daarentegen op serieuzere wijze worden vervolgd.
Wat Lowlands-directeur Eric van Eerdenburg daarvan vindt, doet er niet toe, benadrukt hij zelf. ‘Het zijn beslissingen die het OM neemt. Wij moeten helpen bij de handhaving van de Nederlandse wet’, legt hij uit. ‘Op een gegeven moment heeft het OM aan ons gevraagd: mogen we bij jullie zo’n cabin neerzetten waar dat ‘supersnelrecht’ plaats kan vinden? Nou, dat mocht, want wij hebben ons daar gewoon in te schikken.’
‘Natuurlijk kregen we de kritiek mee, maar ik heb daar niks van te vinden. Het is de Nederlandse wet, die geldt ook op festivals. Het is gewoon zo dat je niet meer dan vijf gram softdrugs bij je mag hebben, anders ben je strafbaar.’ Het festival heeft in brede zin wel overleg met het OM over de uitvoerbaarheid, maar is uiteindelijk een faciliterende partij. ‘Of daar een cabin staat of niet, dat is een beslissing van hen, niet van ons. Wij kunnen alleen maar de stroom en het internet aanleggen.’
Dit artikel is op 23 september bijgewerkt aan de hand van een reactie van het Openbaar Ministerie.