Water
Géonne groeide op in het waterrijke Kampen, haar beide opa’s waren schippers; water zit als het ware in haar bloed. “Er zit een bepaalde rustgevendheid in water”, vertelt de Utrechtse muzikante: “het laat je gedachten varen, je kan ze gewoon langs zien stromen en een plek geven, water zet aan tot reflectie: I mirror the lake, I see no mistakes only options. Maar hoewel het wateroppervlak een rustgevende gedachten-spiegel kan vormen, blijven er ook dingen verborgen onder het oppervlak: “Ik luisterde veel naar Phoebe Bridgers toen we de plaat opnamen, in haar muziek zit een soort onderwatergevoel, een soort dreiging, je ziet niet wat er onder de oppervlakte is maar je weet dat er iets zit”. Die spanning is terug te horen op He Went To The Sea, speelse synthgeluidjes worden bijegezet door diepe bassen en dreigend drums die inslaan als blikseminslagen. “Ik was een conflictvermijder”, geeft Géonne toe: “ik wilde geen ruzie, dus zocht ik naar mooie manieren om aan te kaarten dat ik ergens mee zat, maar die waren er soms gewoon niet. Wat onder water zat bleef dan soms te lang onder water zitten, op een gegeven moment stroomt het dan over”.
Het album beschrijft dan ook het (leer)proces van een break-up, toch zijn het geen zielige, zelfmedelijdende songs. Net als de hoofdpersoon in inspiratiefilm ‘Call Me By Your Name’, leerde Géonne zichzelf vooral beter kennen door haar (mislukte) relatie: “achteraf denk ik dat ik het gewoon heel spannend vond om dichtbij iemand te zijn, mezelf kwetsbaar op te stellen, ik wilde hem te graag dichtbij houden, ik wilde zeker zijn dat het niet mis zou gaan, daarom is het misschien juist mis gegaan.”