Het is bijna zo ver. Figgie’s debuutalbum, dat nog in het oude Kytopia is opgenomen, komt deze week uit. Een perfect excuus om in brouwerij Oproer de diepste ravijnen van Genoeg Houvast in te duiken met Figgielingen Paul Scheenstra, Roy van Rosendaal en Pim ten Have.

Iedere Utrechtse straathoek is wel gemerkt met een paar ‘Figgie-ogen’. Toch was het Utrechtse territorium niet groot genoeg voor de boys van Figgie. Inmiddels zijn die ogen door heel het land te vinden en zelfs in Istanbul. Onlangs werd het viertal nog door Eva Koreman op de kop getikt omdat ze tijdens hun laatste radio-bezoek de studio hadden volgeplakt met duizenden (geen grap) figgie-stickers. Ondanks deze kwajongensstreken (of juist daardoor) is Figgie inmiddels uitgegroeid tot een serieuze band die opkomt voor de kracht van verbeelding en het belang van kind zijn. Op Genoeg Houvast zijn dat dan ook belangrijke thema’s. Aan de hand van een aantal nummers van het album neemt Figgie ons alvast mee in de diepe ravijnen van hun debuutplaat.

(tekst gaat verder onder de foto)

Figgie: Pim ten Have, Roy van Rosendaal en Paul Scheenstra (van L - R). Bassist Pieter Zaal staat niet op de foto.

Figgie is een Nederlandstalige indieband die bestaat uit:

Frontman/gitarist Paul Scheenstra: hiernaast drummer in Real Derek, begon Figgie als afstudeerproject voor opleiding Musician 3.0. en drumde eerder voor o.a. Emil Landman

Gitarist/toetsenist Roy van Rosendaal: producer in Kytopia en mede-brein achter Real Derek

Drummer Pim ten Have: hiernaast de man achter Somersault en speelde eerder in o.a. Kid Kongo

Bassist Pieter Zaal: speelt o.a. in Donna Blue en Judy Blank

Genoeg Houvast

De titeltrack. “Wat vond jij er eigenlijk van?”, begint Paul. Het is meteen duidelijk wie dit interview leidt en met een halfslachtig antwoord als “chill” neemt de frontman geen genoegen. Het moet dieper. Er volgt een haast socratisch gesprek: “als je kunt kiezen uit een ezel, een hond of een kameel, welke van de drie zou dan Genoeg Houvast zijn?”, luidt de vraag die zal leiden tot een volwaardige interpretatie van dit nummer. 

Er is al gauw consensus. Het metrum in het refrein doet duidelijk denken aan een kameel. “Het is niet een heel snel nummer”, verklaart Roy. “Dus het is zeker geen paard en ook geen hond, en al helemaal geen ezel. Het is gewoon een kameel.” “De kamelenrace op de kermis”, knikt Pim instemmend.

Dinsdag

Over kamelen gesproken: in de videoclip van ‘Dinsdag’ zit een olifant, net als bij Paradise van Coldplay. “We kwamen er eigenlijk twee maanden later pas achter dat Coldplay dus ook een clipje had met zo’n olifant” verklaart Roy, die dit nummer geschreven heeft. “Maar Coldplay had gewoon zo’n supernormale olifant. Die van ons draagt een tutu, pist in de berm, heeft vet lange nepwimpers, rijdt het liefst op een scooter en pikt iedere dinsdag weer een andere boy op.” 

Het is duidelijk wie de olifantenrace gewonnen heeft, maar waar gáát dit nummer eigenlijk over? “Het zinnetje ‘Ik spreek je wel dinsdag’ spreekt denk ik voor heel het nummer”, stelt Roy alsof dit geen enkele verdere uitleg behoeft. Toch verklaart hij zich nader: “Het gaat natuurlijk weer gewoon over liefde, over de angst dat je zomaar, op een blauwe dinsdag, wordt afgezet. Of de angst dat er nooit meer een olifant op een scootertje komt die je oppikt, dat je alleen achter blijft en het weekend nooit meer voorbij gaat. Dat kan ook een angst zijn.”

“En dan klinkt er een phsjieuw en gaat het nummer over in…?”, trommelt Paul, die dit interview inmiddels tot een overhoring heeft gemaakt. Gelukkig verraadt het non-woord Phsjieuw het antwoord al:

Toveren

Ook op deze track valt een dier te ontdekken. 'Dolfijn, laat de zee maar overstromen' klinkt het. ‘Toveren’ is dan ook een aardig vrolijke track (met animatieclip van Tiny Sob Productions) en wat is daar nou een toepasselijker dier voor dan een kwetterende dolfijn? 

“Dit nummer is ontstaan uit het uiterste einde van een dieptepunt van eenzaamheid”, verklaart Pim. Wat inderdaad meer in lijn is met de regel 'Kapitein, wij zijn diep gezonken' die volgt. “Het gaat over diep in gedachten zijn”, gaat Pim verder, “maar dan op zo’n manier dat je er gek van wordt. Daar komt denk ik het tempo van het nummer ook vandaan. Aan de ene kant is het heel traag maar aan de andere kant zitten er veel gedachten en cycli in die alleen maar doorgaan, waar je in vast zit en waar je uit probeert te breken. Vandaar die zee, het is een zee waarvan je de bodem af kunt tikken, daar hoop uit kan halen, en dan weer naar boven kunt gaan. Het is leuk je fantasie daarin te gebruiken, het leidt af, het helpt. Daarnaast dronk ik in die tijd veel, dus misschien heeft het ook daar iets mee te maken.”

Dat heeft iets logisch. Al met al leidt ieder biertje dat wij drinken uiteindelijk, in zekere zin, ook terug naar de zee. En alcohol helpt de verbeelding. Er bestaat niet voor niets een begrip als ‘roze olifant’. “Dit nummer is ook een ode aan de verbeelding”, verklaart Pim. Kleine kinderen met ongeremde fantasie kun je alles wijsmaken, ze geloven wat ze zelf verzinnen, wat ze wíllen geloven. Maar niet alleen kleine kinderen kunnen dat. Met je eigen fantasie kun je uit dit nummer halen wat je wil. Soms gaat het over jezelf zijn, dan weer over LSD, en soms over K3. Toveren is belangrijk. Iedereen kan toveren.”

(tekst gaat verder onder de foto)

Verwacht

Dit nummer wordt zowaar aangekondigd op de plaat: 'Talking about versatile artists in Holland…' “Dat sample komt uit een Nederlandse radioshow die Paul gevonden heeft”, vertelt Roy. “De andere samples op de track komen van m’n oude stagebegeleider, DJ DNA (Urban Dance Squad, red.). Die heeft echt een sicke collectie platen, waaronder dus ook Nederlandstalige platen met gesprekken enzo op. Alleen dat sample in het begin komt dus van spotify, uit een radioshow waarin een Nederlandse vrouw in het Engels Nederlandse muziek aankondigt aan buitenlanders."

“Dat sample is eigenlijk ook een beetje een middelvinger naar mensen die vragen waarom we in het Nederlands zingen”, voegt Pim toe. “Een timide sneer.” “Een kleine kwajongens-streek”, valt Roy bij. “Dat is ook wat je op deze track hoort. Ons als kleine jochies die jammen in een schuurtje. Het is een beetje een kinderachtige track, maar dat vind ik juist leuk. Je moet altijd je innerlijke kind behouden. Blijf spelen!” Dat staat zelfs op Roy’s bier (een vandeStreek Playground), dus het is waar.

Geloof Dit Niet

Op de laatste track keert het dierenthema weer enigszins terug. Eenden worden mini-zwanen wordt er gedicht. “Ik weet nog dat ik een keer aan het water zat en er eenden voorbij kwamen", vertelt Pim. “Ik wees ernaar en noemde ze mini-zwanen. Zo zijn er meer van die momenten, zinnen, dingen, die ik op ben gaan sparen, waaruit die tekst uiteindelijk is ontstaan.”

Een ander wederkerend thema, dat ook blijkt uit de zin 'Eenden zijn als mini-zwanen', is de verbeelding. “'Geloof Dit Niet' is eigenlijk een contradictio in terminis”, filosofeert Pim. "Iets hoeft niet waar te zijn om er in te geloven, dat is juist het hele punt. We zijn constant op zoek naar waarheid, terwijl dingen die niet waar zijn, uit de verbeelding, net zo belangrijk zijn. De meeste dingen die er in ons hoofd zijn bestaan niet eens: vroeger had je religies…” “en nu Pippi Langkous!”, valt paul semi-overenthousiast bij. “Nou, die heeft anders gewoon nog een fysieke vorm”, werpt Pim tegen, “Maar je hebt bijvoorbeeld ook mensen die geloven dat ze van yoga fucking zen worden”. 

Het punt is duidelijk: verbeelding is belangrijk. Of je het nou gebruikt om jezelf wijs te maken dat meisjes met horizontale vlechtjes paarden op kunnen tillen, of dat je super zen wordt van een boomhouding.

(tekst gaat verder onder de foto)

Artwork

Van verbeelding naar beeld: het artwork is een collage. Evenals het album zelf. Waar Paul voorheen alle nummers schreef heeft op deze plaat ieder bandlid iets bijgedragen. “Fleur (Knops) had me ooit een keer een collage gegeven voor m’n verjaardag met het Figgie-logo erin", vertelt Paul. "Roy zag die en vond hem vet, dus vroeg hij of ze er niet nog één kon maken. Toen heeft ze, geïnspireerd op haar eigen werk, nog een werk gemaakt en dat is de cover geworden.” 

“Ook de plaat zelf is wat ons betreft echt een kunstwerkje geworden”, vervolgt Roy, die het album (grotendeels nog in het oude Kytopia) opgenomen heeft. “Het zijn stuk voor stuk unieke nummers, maar op de plaat vormen ze echt een geheel. Het heeft ook best lang geduurd voordat hij helemaal af was. De basis stond eigenlijk vorig jaar al, maar het heeft nog veel tijd en werk gekost om er een geheel van te maken, om te zorgen dat de nummers qua klank goed op elkaar aansloten. 

Nu was dat extra moeilijk omdat ik naast producer ook bandlid was. Ik werk normaal gesproken met artiesten bij wie ik niet ook nog in de band zit. Dan is er een soort afstand. Dan ben ik het all-seeing eye dat alles kan bepalen. Nu was mijn woord gewoon net zo groot als dat van de andere bandleden. We waren vier grote mannen in een kinderkamer. Dat was lastig, maar wel heel leerzaam, voor wat we hierna gaan doen, maar ook alleen al voor deze plaat. Die is trouwens wit, het vinyl.”

Figgielingen

“Op 19 oktober spelen we onze release-show in de EKKO. Daar wil je bij zijn want als het goed is komen er vega-kibbelingen, Figgielingen”,  belooft Paul. “Dat is echt spannend voor mij hoor”, voegt Roy toe, “Ik heb dat nog nooit op.”

Te zien: Figgie + Vic Willems + Honingbeer, zaterdag 19 oktober 2019 @ EKKO