Ten Have en Stronks leerden elkaar kennen op het conservatorium en zijn inmiddels goede vrienden. Pim studeerde af met zijn project Somersault, waarin hij zijn liefde voor cello’s, violen en contrabassen combineerde met elektronica. Niek deed dat met zijn project Artafakt, waarin hij elektronica en wereldmuziek samenbracht met hypnotiserende ritmes en bovenaardse melodieën.Vorig jaar kregen ze het idee om samen te werken. Nadat ze door Portugese vrienden worden uitgenodigd om een paar maanden in Lagos te verblijven, vallen de puzzelstukjes samen. In de privédiscotheek van hun vrienden zetten ze een tijdelijke studio op.
Helaas zat een reisje naar Portugal er voor mij niet in, dus sprak ik de twee via Skype.
Hoe klikt het op muzikaal gebied?
Pim: “Het klikt, het botst en het gaat.”
Niek: “We delen wel een muzikaal gehoor samen, maar dat staat een beetje naast zo’n heel proces dat je met elkaar aflegt. Het proces van met zijn tweeën in een land zitten waar je de taal niet spreekt. Dat gaat met pieken en dalen. Dat hoor je ook in de dingen die we maken.”
Waarin valt dat terug te horen?
Pim: “In de beginperiode was de muziek erg eclectisch, het ging alle kanten op. We hebben allebei een andere achtergrond. In de soloprojecten van Niek zaten veel minimalisme, elektronische invloeden en wereldmuziek. Ik ben klassiek componist en doe veel andere dingen. Toch hebben we een grote gedeelde kern in onze muziekpassie. We merken de laatste tijd dat er wat meer een lijn in komt. Het gaat nog steeds alle kanten op, maar gedurende de maanden kwam het wel echt samen. We hebben de Kid Kongo-sound wel te pakken.”
Hoe zouden jullie de Kid Kongo-sound beschrijven?
Niek: “Wat zei ik nou laatst?”
Pim: “De perfecte tijdelijke definitie.”
Niek: “Oh ja, het is een combinatie van clubben en naar een concert gaan. Bij een concert kan je geëmotioneerd raken en je laten meeslepen, naar een club ga je om te dansen. Het is elektronisch en akoestisch, gecombineerd met een ongelooflijke hoge dosis avontuur.”
Pim: “Het was voor ons beide een speerpunt om meer op zoek te gaan naar een popsound. We komen uit een opleiding die erg kunstzinnig is, Fine Art voor muziek. Daar word je altijd naar het experimentele en het geïmproviseerde gestuurd. Dit is een reactie daarop. We wilden nummers maken waar onze niet-muzikale vrienden ook naar kunnen luisteren.”
Was het een verademing om niet meer op zoek te gaan naar het experimentele?
Niek: “We wilden er echt even van af stappen. Niet zo zeer meer het hele moeilijke eruit willen halen."
Pim: “We hadden de behoefte om dat gedeelte van de muziek te analyseren. Al die popmuziek van tegenwoordig, daar gaan we echt hard op.”
Niek: “Justin Bieber zelfs.”
Pim: “Ja. Ariane Grande en Justin Bieber, dat komt op de Portugese radio allemaal voorbij. Het werd een fascinatie. We onderzochten waarom die nummers nou zo goed zijn.”
Zijn er nog Portugese invloeden terug te horen in de muziek?
Pim: “We hebben een nummer met een Portugees kinderkoor, daar is Portugal direct in terug te horen. Daarnaast zoeken we hier vaak de natuur en het strand op. De omgeving is een hele grote motor voor onze inspiratie en voor wat we willen vertellen.”
Had dat op deze manier niet gelukt als jullie in Nederland waren gebleven?
Niek: “Wat ik zelf merk is dat je hier totaal op jezelf bent. Het enige wat we hier kunnen doen is: eten, slapen, naar het strand of het bos gaan en muziek maken. Dat zou in Nederland niet gelukt zijn.”
Het eerste plan was om een community-project op te zetten met bevriende Utrechtse muzikanten. Dat is toch iets anders verlopen. Hoe komt dat?
Pim: “Het leek ons leuk om mensen uit te nodigen om muziekfragmenten op te sturen. Maar dat is helemaal in het water gestort omdat iedereen in Nederland veel te druk is. Zelf waren we ook druk met het uitzoeken waar we heen wilden. Nu we de basis hebben, is het makkelijker om andere invloeden te implementeren. Ik denk dat we in het begin te bang waren om externe invloeden te veel toe te laten in ons eigen project. Die heb je veel minder onder controle hebt. Misschien sloeg het ego van de kunstenaar toe.”
Wat zijn de dingen die jullie na deze vier maanden mee terug naar huis nemen?
Niek: “We hebben een paar eigen tactieken bedacht die echt ongelooflijk goed werken. De ‘eight bar’ bijvoorbeeld. Bij de eight bar gaan we er vanuit dat wanneer we een acht maten loop bouwen, dus een acht maten herhaling, dat die loop zo goed moet zijn dat die oneindig herhaald kan worden.”
Pim: “Als daar gelaagdheid in zit en als het interessant blijft, is dat vaak een goed startpunt om mee te gaan werken.“
Niek: “Het leukste vinden we wel de ‘hooksessie’.”
Pim: “We gebruiken een timer en dan gaan we een uur lang alleen maar hooks, melodieën en loopjes opnemen.”
Niek: “Gewoon heel kort. Alles is goed. Alleen maar earcandy. Aan het eind gaan we het terugluisteren en dan vormt zich daar iets uit.”
Jullie tijd in Portugal zit er bijna op. Wat gaat er in Nederland allemaal nog gebeuren?
Pim: “We nemen elf nummers mee naar Nederland. Vervolgens maken we nog wat laatste arrangementen af. Ik ga nog een dag de studio in met een groep strijkers. Hiernaast moeten er enkele dingen opnieuw worden opgenomen.”
Niek: “Na de zomer hopen we de plaat uit te brengen. Die tijd hebben we nog wel nodig. Het hele avontuur verdient gewoon een ongelooflijk mooie plaat.”