Van frustratie tot vrijheid
“Ik was eerst barman’, begint N., ‘Ik was bier aan het tappen, W. was bier aan het drinken. Vanuit die positie kwamen we al snel tot de conclusie dat we een keer wat samen moesten gaan doen. We hebben een demo opgenomen waar we allebei enthousiast van werden. Alleen miste die nog een eigen karakter en vooral ook basgeluid, dus hebben we S. erbij gehaald.
Ik ken S. al praktisch m’n hele leven. We zaten op dezelfde middelbare school en woonden bij elkaar in de straat. Destijds speelden we ook nog samen in een andere band (Northward, red.). Later in Utrecht woonden we ook nog lange tijd in hetzelfde huis. W. Kwam toen vaak over de vloer en de woonkamer werd regelmatig omgebouwd tot doe-het-zelf-studio, ook al repeteerden we destijds al wekelijks in dB’s.”
“Toen we uiteindelijk onze eigen studio begonnen is Laster harder gegaan en levendiger geworden”, vervolgt W. “In het begin repeteerden we veel minder. Onze eerste EP is deels geïmproviseerd en voor ons eerste album hebben we kortstondig gerepeteerd, maar ook daarvan is de tweede track ter plekke uit onze mouw geschud. Die eerste nummers werden erg warm ontvangen. Dat motiveerde ons om flink de schouders eronder te zetten. We waren destijds alledrie een beetje gefrustreerd met de andere bands waar we toen nog in zaten. Alles was sterk afgekaderd. We konden onze ideeën niet meer kwijt in die formaties. Er was een gemis van vrijheid, van een open kijk naar het genre. Als Laster konden we deze vrijheid en openheid, die we alledrie hoog in het vaandel hebben staan, niet alleen opzoeken, maar ook volledig uitdragen.”