Vandaag verschijnt Ghosttrack III, het een na laatste afscheidsbericht van La Corneille. De band die zeven jaar geleden met een vliegende start begon, zal na hun laatste show in EKKO op 13 maart met een knal het toneel verlaten. We gaan nog een keer in gesprek met zanger/gitarist Guy Corneille en drummer Daan Crone.

In de zeven jaar van het bestaan hebben jullie veel toffe dingen bereikt. De laatste jaren zijn jullie alle drie steeds meer een eigen weg op gegaan. Guy is inmiddels artistiek leider bij De Dansers. Daar is het ooit ook begonnen.

Daan: “Dat kwam door Guy’s moeder, zij vroeg ons live muziek te maken bij een dansvoorstelling voor kinderen. Dat klikte toen gewoon zo volledig in elkaar. Toen kwam al snel het idee - niet alleen van onszelf maar ook van buitenaf - om daarnaast óók nog verder te gaan. Guy schreef al liedjes, dus we konden zo beginnen.“
Guy: “We kennen elkaar al vanaf de basisschool. Toen had ik een bandje met Hans, daar zat Daan niet in, en op de middelbare school had ik een bandje met Daan, daar zat Hans niet in. Nadat we alledrie klaar waren met studeren, bleek opeens dat het met z’n drieën heel goed werkte.”

En wonnen jullie vrijwel gelijk al die popprijzen.

Daan: “Guy had zich stiekem, zonder dat aan ons te vertellen, opgegeven voor de Clash of the Titans." (Utrechtse bandwedstrijd, red.)
Guy: “Dat is handig dacht ik, dan kunnen we alvast wat voorrondes spelen, een beetje ervaring opdoen enzo. Maar dat ging eigenlijk meteen iets té goed.”

En toen kwamen de Utrechtse Popprijs en de Sena POPnl Award er ook nog bij.

Daan: “Achteraf kwamen die prijzen misschien iets te vroeg. We hadden nauwelijks zes nummers af, niks klaar staan voor een album en we konden nauwelijks drie kwartier vol spelen. Toen drie jaar later ons album I Was a Bird uitkwam was de aandacht van destijds alweer weg.”

Die prijzen kwamen dus onverwacht.

Daan: “Ja dat klopt. Dat ging allemaal snel. Maar dat zit ‘m toch wel in die klik denk ik. Blijkbaar zagen mensen iets bijzonders in ons dat we zelf niet per se zo zagen.”
Guy: “Ik denk dat we ook wel vreemde dingen durfden te doen. Dat komt misschien door die theaterachtergrond. We probeerden dingen waarvan we zelf nog niet wisten dat ze bestonden.  Zo’n soort houding is misschien bijzonderder dan we zelf doorhadden.”

Guy

Het stemgeluid wordt ook alom geprezen. Hadden jullie een specifiek vocaal voorbeeld?

Guy: “In mijn bandje met Daan schreef ik al wel de liedjes maar zong ik zelf niet, we hadden toen nog een zangeres. Ik kon toen ook echt voor geen meter zingen! Op een gegeven moment hoorde ik Anthony and the Johnsons en dacht ik: ‘Oh! Je kunt dus ook gewoon een gek stemmetje opzetten!’ Zo ben ik langzaamaan tot m’n eigen stemgeluid gekomen. Inmiddels heb ik ieder jaar wel een ander voorbeeld.”

Wie was dat voorbeeld voor de Ghosttracks?

Guy: “Kendrick Lamar”.
Daan: “Zeker op Ghosttrack IV (die volgende maand uitkomt, red.).”
Guy: “En ook altijd wel Radiohead. Maar dat is ook omdat die band heel duidelijk laat zien dat je mag experimenteren en dat je veel kanten op kunt gaan zolang je maar met dezelfde mensen bent en hetzelfde herkenbare stemgeluid behoudt.”

Die diversiteit komt ook goed naar voren in de Ghosttracks, die als vier dubbelsingles met elk een ander thema worden uitgebracht. Hoe kwamen jullie op dat idee?

Daan: “Een half jaar terug kwam dat besef. We hadden het jaar daarvoor maar één show gespeeld, dus kwam de vraag: bestaan we nog wel? Moeten we nog wel doorgaan? En zo niet: laten we het dan als een nachtkaars uitdoven of gaan we eruit met een knal?”
Guy: “Al vrij snel hadden we die show geregeld in EKKO, en restte enkel nog de vraag: wat gaan we doen met de muziek die er nog ligt? Dat werden de Ghosttracks, een soort afscheidsberichten die na ons bestaan blijven ronddwalen. Dat vind ik wel een gegeven dat tot de verbeelding spreekt.”

Daan

Welk nummer zouden jullie kiezen als er nog maar één van jullie nummers zou mogen voortbestaan?

Daan: “'Woman of the Light’ misschien? Die staat op onze EP Rattlesnakes. Guy was dat nummer tussendoor even op z’n bariton gitaar aan het spelen, terwijl het eigenlijk op een gewone gitaar geschreven was. Simon Akkermans, toen onze producer, hoorde dat en zei meteen: ‘kun je het niet op die gitaar doen?’."
Guy: “Dat kan misschien wel, dachten we, en toen stond het er in één take op! Alles een octaaf hoger. Dat zit ‘m in het proces, maar ik vind het ook gewoon heel mooi, heel tekstueel.”
Daan: “Of ‘Waster’, van ons album. Guy kwam met dit nummer aan. Daar zit zo’n ongelofelijk gestoorde maatsoort in. Ik had echt zoiets van: hóe speel je dit? Hoe tél je dit? Waar zit de één? Maar dat nummer zit er nu zo in, ik zou het zó kunnen spelen als het nodig was.”
Guy: “Voor Hans is dat nummer sowieso ‘Warning’, te vinden op Ghosttrack II, dat is echt z’n kindje. Daar zit trouwens een goed verhaal achter! We zaten afgelopen zomer met z’n drieën in een huisje ergens in Friesland, om muziek te maken. Op een ochtend was Hans véél te vroeg op, echt om negen uur ofzo. Beneden stond een piano en wij werden later die ochtend wakker met die prachtige klanken. Wij kwamen naar beneden, Hans liet dat horen en neuriede daar wat bij. Ik dacht: Wow! Hans!, dat is echt een fantastisch mooie tekst, maar achteraf bleek dat hij die tekst helemaal niet zong.”

Over goede verhalen gesproken… 'Fevers' en 'Kid2Bed' van Ghosttrack III lijken op zichzelf een soort verhaal. Zonder refrein voelt het alsof de nummers je meenemen door een soort levensfase, die eindigt als het nummer afloopt. Dit lijkt symbolisch?

Guy: “De teksten van de nummers waren geschreven voordat we besloten te stoppen. Het was geen bewust symbool, maar nummers kunnen in een nieuwe situatie een nieuwe betekenis krijgen.

'Fevers' voelt voor mij als een soort ijldroom waarvan je niet weet of je er nou wel of niet in wil zitten. Zo is het leven soms ook, met alle mensen om je heen. Net als bij 'Warning' ben ik blij met de verlorenheid en dubbelzinnigheid in dit nummer.          

Bij 'Kid2Bed' voel ik een conflict tussen aan de ene kant kinderachtige, egocentrische en destructieve neigingen en aan de andere kant de wens om in verbondenheid sterk te staan. Ik heb de tekst geschreven op de vooravond van de Amerikaanse presidentsverkiezingen, maar het kan net zo goed over je binnenwereld gaan.”

Welke bands moeten we in de gaten houden nu jullie zelf het toneel gaan verlaten?

Guy: “Een band die ik heel vet vind en waar ik ook vaak naartoe ga is Luwten. Dat is ook zo’n band die vreemde dingen durft te doen, die dingen probeert te maken die ze nog niet kennen. Hans heeft trouwens ook een vet soloproject.”
Daan: “Wat Utrecht betreft vind ik Figgie heel vet, die zijn nu met een nieuw album bezig. En Vic Willems natuurlijk. Daar werk ik nu mee, als manager.”
Guy: “Ons voorprogramma in EKKO vind ik trouwens ook heel tof! Dat is LUKA, uit Rotterdam. We hebben hen zelf uitgekozen. Zij maken het zichzelf moeilijk, muzikaal gezien, en dat vind ik leuk! Het maakt de muziek spannend, en ze doen alles met z’n tweeën. Waarvan je denkt ‘Hoe gaan jullie dit doen? Je komt handen tekort!’. Maar dan doen ze het toch gewoon!”

Nog een reden dus om naar EKKO te gaan. Kijken jullie er eigenlijk naar uit, nu dit jullie laatste show wordt?

Guy: “Ja, dat zeker! Ik vind het sowieso een mooi theatraal gegeven dat je je laatste voorstelling kunt vormgeven, een derniere, in theatertermen. Je offert de band als het ware op, dus hierna mogen we niks meer doen. Daardoor kijk nu wel heel erg uit naar dat laatste concert. Het is geen concert als een normaal concert. Dit is wat het is.”

Waar de wegen zich scheiden:

Hans Vermunt: richtte onlangs Bureau Nieuw Perspectief op

Daan Crone: begon bij Day Four Managament (o.a. Indian Askin, Nana Adjoa)

Guy Corneille: werd artistiek leider bij De Dansers


Te zien: La Corneille + Luka, woensdag 13 maart 2019 @ EKKO