Steve Gunn is bekend geworden als gitarist in Kurt Vile’s Violators, maar weet zichzelf met zijn hypnotiserende gitaarspel de laatste jaren steeds meer in de picture te spelen. Met ieder nieuw album groeit zijn schare fans gestaag. Na een overtuigend optreden met band op Le Guess Who? afgelopen november was Gunn maandagavond weer terug in Utrecht. Solo dit keer, in een kleine schuilkerk aan de Oudegracht. Een avond waarop de Amerikaan zijn gitaar het woord liet doen met zijn virtuoze spel.

Wat mensen heilig is, toont zich

Louter in het juiste licht, een lang

Bewaard geheim als een gerucht

Een strofe uit het gedicht van Ingmar Heytze dat op de gevel prijkt van de Doopsgezinde kerk in Utrecht, een voormalige schuilkerk. Die is deze maandagavond het decor van een lang bewaard geheim dat inmiddels niet meer onopgemerkt is, getuige de al snel uitverkochte kerk vol liefhebbers. Een paar jaar geleden stond Steve Gunn nog enigszins verscholen als middagopener van het Fading Trails festival in Moira. Echte kwaliteit vindt echter altijd het juiste pad naar boven. De geruchtenstroom heeft zijn werk gedaan en zo speelt Gunn inmiddels voor uitverkochte zalen, zoals tijdens de laatste editie van Le Guess Who?. Extra bijzonder dus dat hij nu weer eens in deze kleine setting te beluisteren valt. De Doopsgezinde kerk bevalt hem als locatie in ieder geval een stuk beter dan TivoliVredenburg, waar hij naar eigen zeggen meer dan de helft van de tijd verdwaald was.

(tekst gaat verder onder de foto)

Het wordt sowieso een compleet andere avond dan die vorige Utrechtse show, waar hij met een voltallige band verscheen en de nadruk lag op het veel stevigere werk van zijn meest recente album Eyes On The Line. Niet alleen speelt Gunn vanavond solo, hij vertolkt ook nog eens hoofdzakelijk oud werk.

Enigszins ongemakkelijk, zo lijkt het, betreedt Gunn iets voor negenen de zaal om vervolgens met een gitaar op een stoel naast het ‘podium’ plaats te nemen om zijn gitaar te stemmen. Een stempartij die zonder te stoppen overloopt in een zeer lange intro van ‘Old Strange’. Terwijl hij zo nu en dan zijn gitaar nog een beetje bijstemt, legt hij een tapijt aan getokkel neer dat van barok via flamenco naar folk uitwaaiert, zonder dat het die specifieke Steve Gunn sound verliest. Wanneer hij uiteindelijk ook gaat zingen, verbreekt dat bijna de betovering. Een spreker blijkt de Amerikaan niet te zijn, dat laat hij liever aan zijn gitaar over. Het eerste nummer vloeit dan ook naadloos over in het tweede: ‘Ancient Jules’. Het is werkelijk ongelofelijk om te zien hoe hij een nummer dat op plaat door een hele band wordt gespeeld in zijn eentje met slechts een akoestische gitaar zo veel body kan geven. Alsof er in de coulissen stiekem iemand zit mee te spelen. Iedereen zit echter zo dichtbij dat ze met eigen ogen kunnen zien dat dit niet het geval is. Elke vingerzetting, elke beroering van de snaren: het is zelfs vanaf de achterste banken te zien.

(tekst gaat verder onder de foto)

Pas na twee nummers en achttien minuten is er dan tijd voor applaus, waarna er enige spanning van Gunn lijkt weg te vallen. Zijn jasje gaat uit om vervolgens het indringende ‘Milly’s Garden’ te spelen, een van de hoogtepunten van de avond. Gunn is een fascinerend figuur om naar te kijken. Voortdurend heeft hij dezelfde norse, wat stuurse blik. Zijn stugge voorkomen contrasteert enorm met het vingervlugge en virtuoze gitaarspel dat uit zijn handen voortkomt. Hij laat zijn gitaar grommen, maar blijft ondertussen uitermate subtiel. Door de dynamiek die hij in zijn spel aanbrengt verveelt het ook geen moment. De langgerekte solo’s ontvouwen zich als kabbelende golfjes in de branding, die gestaag op het strand belanden. Schijnbaar in een schier eindeloze stroom en in hetzelfde stramien, maar wie goed oplet valt de subtiele verschillen op. “Waves are crashing coming free, slowly change the melody”, zingt hij in ‘Way Out Weather’. Ondertussen ligt onweer altijd op de loer en kan alles worden weggespoeld met die ene nietsontziende vloedgolf. Zo gaan in ‘Park Bench Smile’ alle sluizen open en wordt er gestrooid met effecten, om altijd weer terug te keren naar hetzelfde hypnotiserende hoofdthema. “De kern gaat schuil achter de dingen” liet Heytze nog optekenen aan de buitenzijde van deze kerk, alsof hij er deze avond al bij in gedachten had.


Gezien: Steve Gunn, maandag 10 april 2017 @ Doopsgezinde Kerk (EKKO), Utrecht