Alsof The T.S. Eliot Appreciation Society altijd al een band was

Overtuigende albumrelease in EKKO laat zien dat verandering goed is

Tekst: Simone van Hugten / Foto’s: Raymond Dekker ,

Deze avond is er een van veranderingen. Hoofdpersoon Tom Gerritsen aka The T.S. Eliot Appreciation Society ging van minimalistisch singer-songwriter met liefde voor folk op debuutplaat A New History (2013), naar een gelaagder geluid met band op de nieuwe plaat Turn It Golden! Juist, met band, dus laten we hoofdpersoon veranderen in hoofdpersonen. Zaterdag presenteerde het viertal de langspeler in EKKO, waar Frank Valenza de avond mocht openen.

Over veranderingen gesproken: deze opener valt ook precies in die categorie. Frank Valenza is het project van Giuseppe Valenza, voormalig zanger van Bodypolitics. Twee jaar geleden viel de band plotseling uiteen, waarop Valenza zich volledig stortte op nieuwe muziek. De EP moet dit jaar nog uitkomen, maar live staan de tracks al als een behaaglijk huis. Met een nieuwe band om zich heen en het stel verse nummers wordt meteen duidelijk wat Valenza bedoelde met liedjes over een periode tijdens zijn jeugd in een Italiaans dorpje, zoals hij vertelde in een interview met 3voor12/Utrecht. Lang uitgesponnen dreampop-tracks waar de weemoed overal doorheen geregen is. Valenza gaat met gesloten ogen op in zijn gitaarspel, dat op sommige momenten psychedelisch aandoet. Even lijkt er een onwennig gevoel op het podium te hangen, maar al snel valt alles op z’n plek. Als een kaarsje dat langzaam uitgaat aan het eind van de set, vallen alle instrumenten weg, tot alleen de prachtige samenzang overblijft. Wonderschoon.

Tijdens Frank Valenza’s show stond Tom Gerritsen al even trots toe te kijken. Nu mag hij zelf spelen, trots op het nu al geprezen ‘Turn It Golden!’ en trots op de nieuwe versie van The T.S. Eliot Appreciation Society. In zijn eentje begint Gerritsen aan de set, met het instrumentale ‘Anne’s Lullaby’. Hij lijkt gespannen, maar tijdens het spelen glijdt het als een deken van hem af. Het publiek applaudisseert en joelt vanaf de eerste minuten. Toetsenist Lotte van Leengoed verschijnt, ‘onze toetsenist sinds eh, vandaag!’, en vult hem aan. Het minimalisme in de songs van weleer komt ook nu weer naar boven. Zeer kalm spelen ze met z’n tweeën, alsof Van Leengoed niet pas één maar al heel wat shows meedraait. En dat vertrouwde gevoel blijft, zeker wanneer de volledige band op het podium staat. Alsof The T.S. Eliot Appreciation Society altijd al zo is geweest.

De rust en controle valt ook op in de zang van Gerritsen. Zacht zingen vindt hij enger dan hard zingen, zo vertelt hij in ons interview van vorige maand. Hij noemt het het selectief inzetten van harde zang, in tegenstelling tot de debuutplaat. Live vindt hij daar een perfecte balans in. Hij is klein en beheerst in ‘Southern Country’, en schreeuwt het uit in ‘The Fall’. In de momenten tussen de nummers laat de band de rust even los en dolt met elkaar. Gerritsen grapt over hun single ‘The Grand Tour’. “Ik kan geen DA drogist binnenlopen zonder dat nummer te horen”, lacht hij. Hij probeert een beetje klunzig de tijd waarin hij zijn gitaar stemt, te vullen. Drummer Albert Dijk schudt maar weer eens lachend zijn hoofd, om daarna weer volledig op te gaan in de muziek. In hun humor en spel zijn ze een eenheid, nu al. Wat daarbij helpt is dat Dijk en bassist Jan Pieter Middelkoop samen met Gerritsen ook de band Servië vormen.

Naast de fysieke transformatie van The T.S. Eliot Appreciation Society, zijn de liedjes zelf ook veranderd. “Minder inkzwart”, zegt Gerritsen daar zelf over. Dat is te horen en te zien. Nog steeds kalm en verhalend, maar met meer optimisme. “I know I won’t succeed, but that don’t mean I failed” zingt hij vol energie in ‘The Grand Tour’. Door de bijdrages van de band, is het nieuwe werk een stuk gelaagder. Gerritsen neemt zelf ook hier en daar zijn accordeon of mondharmonica erbij. Maar juist die band zorgt voor interessante elementen, zoals de aanzwellende drums op het bijna dansbare ‘Incantation’, of ‘Holy Motors!’, dat uitbarst in een groots zeemanslied en de bas van Middelkoop die er op de juiste momenten een scheutje duisternis doorheen gooit. En hoewel er nu een band voor onze neus staat, is de intimiteit van de singer-songwriter gebleven. Je wordt meegenomen in de verhalen van Gerritsen en kan niet anders dan je daaraan overgeven.

Experimenteren, schaven aan je eigen geluid en een grote verandering doormaken. Dat pakt niet altijd goed uit. Maar bij The T.S Eliot Appreciation Society had het niet mooier kunnen gaan.


Gezien: The T.S. Eliot Appreciation Society en Frank Valenza, zaterdag 1 oktober 2016 @ EKKO, Utrecht