Popronde is misschien wel één van de mooiste avonden waar je als muziekliefhebber kunt smullen van divers muzikaal talent in je eigen stad. Er hangt bovenal een vrolijke sfeer, er is op heel veel plekken in de stad wat te zien, maar het is voornamelijk heerlijk om te ontdekken. Ook wij gingen op pad en kwamen veel muzikaal talent tegen, ieder binnen zijn of haar eigen genres.

Ysa Bermejo

We beginnen Popronde met Ysa Bermejo in Het Concerthuis. Deze Spaanse zangeres uit Rotterdam begint explosief. Ze wordt begeleid door een elektrische gitarist die tegelijkertijd de al opgenomen elektronische geluiden en beats verzorgt. Ze combineert rap en zang. Zingen kan ze zeker, al zakt de kwaliteit van haar gezang gedurende haar show toch een beetje weg. Het wordt iets losbandiger, iets ruwer en daardoor minder zuiver.

Ysa komt heel sympathiek over en doet echt haar best om het publiek mee te krijgen, ze maakt veel contact. In zekere zin lukt dat ook, maar naarmate de avond vordert krijg je daar toch iets minder zin in. Ze doet namelijk heel veel verschillende dingen. Haar muziek gaat van een typische latinplaat, naar wat hardere hiphop en ‘jazzy’ r&b vanwege het gitaarslagje van de gitarist. Ze kan heel veel, maar je krijgt daardoor het gevoel dat ze nog heel erg aan het experimenteren is en aan het zoeken is naar haar eigen stijl. De gitarist verdient daarom een compliment, want hij weet elke stijl erg goed te spelen.

Een veelomvattend repertoire dus, waarbij de latinplaten in vrijwel elke Spaanstalige club gedraaid zouden kunnen worden.

Cocobolo

In Café O’Ceallaigh speelt de instrumentale band Cocobolo. Zelf beschrijven ze hun geluid als en mix van old-school funk, psychedelische rock en surf-gitaren. En dat is precies wat het is. De toegevoegde echo aan het geluid van gitarist Erik Brandt zorgt voor een psychedelische ervaring, maar tegelijkertijd wordt hierdoor ook het gevoel en geluid van surf-gitaren neergezet. Wat de band verder funky maakt zijn de heerlijke speelse baslijnen van bassiste Hilde Luytjes. Voeg hier nog het strakke drumspel van drummer Ties Voskamp aan toe en je hebt een heerlijk instrumentaal optreden met veel variatie en swing.

Wat opvalt tijdens het optreden, terwijl de band in principe alleen instrumentaal speelt, zijn de twee microfoons die voor de bassisten en gitarist staan. Hier wordt ook weinig gebruik van gemaakt, wat jammer is. Juist het toevoegen van zang had de band nog een extra laag kunnen geven. Maar de bandleden zijn stuk voor stuk goede muzikanten en erg goed op elkaar ingespeeld, waardoor ze het alsnog goed laten werken.

Het enige wat mist, is de interactie met publiek. Het is mooi om te zien dat ze het met elkaar heel erg leuk hebben, maar ze proberen het publiek niet echt mee te krijgen. Wel proberen ze dit richting het einde van de show nog. Ook wordt er dan wat meer gebruik gemaakt van de microfoons, ze spelen een nummer gelijknamig aan de band: Cocobolo. Er wordt enigszins gezongen, maar ze houden het wel bij hetzelfde woord als de titel en bandnaam. Toch geeft dit de muziek net iets meer body.

Uiteindelijk sluiten ze af met een verpletterende uitsmijter. Zowel de bassist, drummer en gitarist laten nog even zien wat ze kunnen. Er wordt een gitaar- en bassolo weggegeven met een energieke begeleiding van de drummer.

Liam Pek

We sluiten de avond af met Liam Pek in Usva. Ook Liam Pek en zijn band weten verschillende genres met elkaar te combineren. Het doet denken aan 70’s pop met een vleugje blues en indie. De blues wordt bevestigd door het typische gitaarslagje waar je aan moet denken bij dit genre. Het is bovenal een optreden met muziek waar je vrolijk van wordt. Hij wordt begeleid door een gitarist, twee toetsenisten, een bassist en een drummer.

Hoewel Liam Pek ondersteund wordt door een royale band, voelt het soms toch als iets teveel. Toch ligt dat vermoedelijk meer aan de akoestiek en de mix van de diverse geluiden bij Usva, dan aan de band zelf. Eigenlijk heel erg zonde.

De band speelt verschillende genres. Ook spelen ze een plaat dat aan typische blues doet denken. Toch heeft Liam van zichzelf een wat hogere en schellere stem dan de gemiddelde blueszanger. Het valt daarom te betwijfelen of dit genre hem qua zang ligt. De band speelt dit overigens perfect.

Later op de avond wordt de draad weer opgepakt richting 70’s pop en indie. Dit past toch wel het beste bij deze samenstelling, zeker in combinatie met Liam Pek. Telemaphonies, het nummer dat hierna gespeeld wordt, doet dan weer wat meer denken aan folk en ook een beetje indie. Liam’s stem doet hierbij qua geluid denken aan zanger Passenger.

Tijdens het aller laatste nummer zingt ook de basgitarist een groot gedeelte mee. Dit is een hele goede aanvulling voor de band en hadden ze eigenlijk eerder moeten doen. Het is zonde dat dit bewaard wordt voor het laatste nummer. Hij komt overtuigend over en zingt minimaal zo goed als Liam Pek zelf.