Dat Belgen goede muziek maken, zijn we onderhand al wel aan gewend. Acts als Balthazar, Sylvie Kreusch, K’s Choice en Warhaus bewijzen dat keer op keer. Maar geen van die acts heeft door de jaren heen de legendarische status verworven als dEUS. De Belgische art-rockers, een label dat frontman Tom Barman verafschuwt, strijken vanavond neer in de grote zaal van de Oosterpoort om hun laatste album How To Replace It te vieren. dEUS speelt vanavond veel nieuw materiaal, maar de klassiekers zijn nooit ver weg. De band klinkt fris en relevant en speelt beter dan ze ooit gedaan hebben.

Soapstarter

De grote zaal staat wat halfvol als voorprogramma Soapstarter begint. De indiepop band, gefront door multi-instrumentalist en producer François De Meyer, klinkt vol en psychedelisch. Het geheel heeft wat weg van Tame Impala of Novo Amor qua zweverigheid en wisselt dromerige stukjes af met wat snellere art- en altrock. De akoestische gitaren en lichte snufjes van toetsenwerk vormen een mooi bed voor de samenzang die de band zich eigen heeft gemaakt. De zoete koortjes geven het geluid een Americana gevoel dat lijkt op het Laurel Canyon lounge geluid van jaren 70 bands als Chicago en America. Het radiohitje Summer Snob omarmt dan ook slim al deze eigenschappen. 

Des te verder we in de set komen, kabbelt het geheel wat door en beginnen mensen er doorheen te praten. Met de verwachtingen die de avant-garde randjes van dEUS scheppen klinkt Soapstarter toch een beetje te makkelijk en bij vlagen wat saai. De cadans veranderd niet echt, er wordt eigenlijk louter met de kopzang gezongen en afgezien van de in reverb verdronken luit die af en toe tevoorschijn komt, gebeurt er niet veel interessants. Maar goed, Soapstarter is een prima support act. Ze kabbelen lekker door, terwijl de zaal langzaam vol druppelt.

dEUS

Nadat er voldoende bier is ingeslagen en de voorste rij geen kant meer op kan (ook al is de zaal niet uitverkocht, op de vloer voelt het druk aan), gaan de lichten uit. dEUS neemt statig plaats achter hun instrumenten en de roadie (die een drukke avond tegemoet gaat) start het openingsnummer van het nieuwe album How To Replace It met de kenmerkende, stampende timpani. Net als op het album klinkt het groots en sympfonisch. dEUS is bepaald geen zachte band, maar zo dramatisch klonken ze niet vaak. En ook hier komt het een beetje als verrassing. Toch werkt het wonderlijk. En dat geldt eigenlijk voor alle nieuwe nummers.

Ergens horen we duidelijk dat het dEUS is, maar het snijdende en licht cynische randje dat voorheen tekenend was voor dEUS heeft plaats gemaakt voor iets bombastisch en volwassen. Misschien komt dit ook door de stem van Barman. Die lijkt nog wat octaven gedaald te zijn. Het knijpende van songs als Instant Street en Suds & Soda is vervangen door een Leonard Cohen achtige zwaarte die op nummers als 1989 (wat tevens het geboortejaar van dEUS is). dEUS experimenteert nog steeds, maar het is geen puberaal experiment meer. De nieuwe dEUS klinkt niet als een stiekeme eerste sigaret, maar als een leven lang gerookt. Op de nieuwe nummers experimenteren Barman en co. met het ouder worden. 

Toch kunnen we niets anders dan ontlading voelen als die klassieke dEUS zijn kop boven water steekt. Van de stinkende jazzy W.C.S. (First Draft) waar Warhaus een puntje aan kan zuigen, tot de geschreeuwde eerder genoemde fan-favoriet Suds & Soda. Je kan ook niet anders dan toegeven dat dEUS inderdaad een generatie gevormd heeft met hun geluid. Op nummers als The Architect horen we de hoekige post-punk die nu haar hoogtij viert, we horen Balthazar op Nothing Really Ends en The Haunted Youth op Bad Timing. Ook al zijn sommige nummers vanavond ouder dan de schrijver van dit artikel, ze klinken zo fris als de dag dat ze uitkwamen. Maar ook deze songs worden heroverwogen in de nieuwe fase waarin dEUS zich bevindt. De stem is iets zwaarder, de nostalgie iets groter. dEUS in de Oosterpoort is vernieuwend, maar ook vertrouwd. Eigenlijk heb je aan één woord al genoeg. dEUS in de Oosterpoort is: iconisch.