Jurgen Veenstra zou je met gemak één van de godfathers van de Noordelijke underground-scene kunnen noemen. Hij is bekend van Avery Plains en MOAN. En in het verleden van onder andere de legendarische band Moonlizards. Op 24 november komt er een nieuw album van hem uit, onder de projectnaam wh^rl. We gingen met hem in gesprek. Onder andere over zijn eerste muzikale stappen. Maar ook over baanbrekende artiesten, onafhankelijk zijn én over zijn bijzondere samenwerking met het Utrechtse underground-platenlabel Tiny Room Records.

De stuiptrekkende hond

Het is op zich al een klein avontuur om op bezoek te gaan bij Jurgen Veenstra. Hij woont in een woonwagenkamp; het is zoeken waar zijn wagen precies staat als je er niet bekend bent, het beste is om hem te bellen wanneer we op het terrein arriveren. Zodra we hem hebben gevonden blijkt hij een hartelijk gastheer te zijn. Zijn sterke koffie smaakt robuust en terwijl de regen op het dak klettert en de kachel voor een zacht - haast ritmisch - achtergrondgeluid zorgt, luisteren we naar zijn verhalen. We graven flink en beginnen dan ook bij het prille begin.

"Ik groeide op in Zweeloo, in Drenthe. Op zondagmiddag werd er wel zo nu en dan muziek gedraaid door mijn ouders, maar vaak ook niet. Als ik denk aan de muziek die dan wel werd gedraaid, dan kom ik al snel op Nana Mouskouri, Abba, The Cats, Jim Reeves en John Denver. Veel muziek kwam er dus niet langs bij ons, hoewel mijn vader zich later ontwikkelde als zanger in Byzantijnse koren, opvallend genoeg."

"Zelf speelde ik piano, maar ik wilde een gitaar. Mijn ouders vonden het echter beter voor mijn muzikale vorming dat ik piano speelde. Ik heb me eigenlijk nooit echt voor het instrument geïnteresseerd, het zal wel nuttig geweest zijn. Ik herinner me vooral een enorm naar patchouli riekende lerares en haar hond, liggend aan mijn voeten onder de piano. Het arme dier kreeg regelmatig een epileptische aanval als ik speelde. Het was een heftig gezicht: tanden bloot, een hoop schuim op de bek en stuiptrekken maar. Mijn lerares stopte de hond dan een afgekloven bot in de bek en ik moest vooral doorspelen."

 

Het arme dier kreeg regelmatig een epileptische aanval als ik speelde”

The Birthday Party

"De muziek waar ik op een gegeven moment veel naar luisterde was glamrock", gaat Jurgen verder. "T.Rex verafgoodde ik. Ik had ook veel singeltjes van Sweet, Mud en Slade. Door Jean Genie ging ik naar Bowie luisteren. Ik zong veel mee met die nummers en nam tapes op. Vervolgens schrok me meestal de pleuris van hoe vals het bleek te zijn wat ik gezongen had."

De grote sprong richting alternatieve muziek kwam toen Jurgen met zijn geschiedenisleraar meeging naar Vera in Groningen. “Ik was zeventien. The Birthday Party speelde er. En mijn leven was veranderd. Mijn leraar duwde me steeds naar voren, want ik vond die gasten super-intens en was bang voor ze. Maar die destructiviteit, dat waanzinnige gitaargeluid van Rowland S. Howard, it blew my mind. Het werd een graadmeter: bands moesten gevaarlijk zijn.”

 

“Ik zong veel mee met die nummers, nam tapes op, en schrok me meestal de pleuris van hoe vals het bleek te zijn wat ik gezongen had”

Fuck it up

Jurgen heeft in veel verschillende bands gespeeld. Veel succes kwam er met Moonlizards. Deze strange motherfuckers brachten twee albums uit, Fooom! En Stravidarus Transistor wisten aardig wat airplay te krijgen op Radio 3 bij de VPRO. Deze - al met al legendarische -  band heeft getoerd in Europa, stond op Lowlands, en heeft onder andere geopend voor The Lemonheads. Maar ook voor bands zoals The Jesus Lizard, Dead Moon, Faith No More, Soul Asylum, Motorpsycho en The Notwist. De lijst is eindeloos. Helaas bleef het maar bij twee albums, maar Jurgen ging uiteindelijk weer verder. Zo had hij het eenmansproject Erectromorph en speelde hij bij Kempes en bij Meindert Talma. Tegenwoordig is hij de frontman van Avery Plains en is hij ook nog de zanger bij sludge-kwartet MOAN. 

Recent begon hij echter ook met een nieuw eigen lofi-solo-project: wh^rl. Het eerste album daarvan komt op 24 november uit via het Utrechtse label Tiny Room Records. 

“De jongens van Tiny Room Records heb ik leren kennen toen ze in de band Lost Bear zaten. (Tegenwoordig zitten ze in Combo Qazam, onlangs speelden ze nog in de kelderbar van Vera en hebben twee prachtige platen op zak.) Ik zag Lost Bear een keer in de kelderbar, maar toen was ik te ver weg om er iets van te herinneren. Een volgende keer zag ik ze in Lola, in Groningen. En goed bekeken was ik de enige in het publiek. Maar ze waren steengoed. Ik zat met open mond te kijken. Dat zagen ze ook en we raakten na het optreden aan de praat. Van het één kwam het ander en uiteindelijk kreeg ik die avond het volledige oeuvre in plaatvorm van de band mee naar huis.” 

Er ontstond een mooie vriendschap met de broers Stefan en Arno Breuer van de band en er was over en weer belangstelling om eens iets samen te gaan doen. “Stefan Breuer - eigenaar van Tiny Room Records - vond Avery Plains altijd goed, maar het paste niet zo goed op zijn label, het was niet helemaal zijn niche. Maar toen vroeg hij aan mij of ik niet solo een lo-fi-achtige plaat kon maken. Ik ging toen aan de slag en in no-time had ik, los van twee oudere songs die ik nog had liggen, veertien nieuwe songs bij elkaar, met geluidscollages erbij. Toen zei ik tegen Stefan en Arno dat ik ze het basismateriaal zou toesturen, tracks met zang en gitaar of met toetsen, maar dat zij eraan toe mochten voegen wat ze goeddunkten.” 

Loslaten kan spannend zijn. “Stefan en Arno zijn fantastische muzikanten, ik vertrouw ze, maar ik gaf het werk dus wel uit handen. Ik zei: 'Go far out! Hou je niet in. Als alles klaar is, dan gaan we mixen en luisteren en dan gaan we dan wel ruzie maken.’ Ze kwamen naar verloop van tijd uiteindelijk hier langs en we hebben naar het resultaat geluisterd. En ik zat te huilen op de bank, het was fantastisch gewoon. Het leverde zoveel moois op. Ook dingen waarvan ik dacht ‘dat zou ik nooit toegevoegd hebben, maar wat vind ik het goed’.”

“Het is echt de kunst van het loslaten, want als we makers zijn - bouwers, muzikanten, schilders, tekstschrijvers -  dan doen we een ding wat bij ons past. En ik vind het leuk om uit die mechanismen te stappen door andere mensen te gebruiken. Fuck it up!

album van wh^rl

In het oog van de storm

Naast de bijdragen van de gebroeders Breuer horen we ook Rudy Lentze, Ruud Slingerland (Dia Del Mercado, Avery Plains) en Thea Visser (Planet Orange) op de plaat spelen. Het wh^rl-album klinkt lofi, maar heeft duidelijk ook grensverleggende trekjes. De muziek is te omschrijven als een beetje Guided By Voices maar ook zeker experimenteel. Het zou wat dat betreft onder andere de liefhebbers van de experimentele indie-folk van The Microphones ook zeer moeten aanspreken.

Het album past heel goed bij Tiny Room Records, maar staat ook nog steeds heel dicht bij Jurgen zelf. Een dergelijke sound is hem namelijk niet vreemd: “Vergis je niet, heel veel van mijn songs veranderen als ik ze meeneem naar mijn bands, maar wat ik in eerste instantie aanlever is een demo met sfeer, gruis, en gehakketak. En vooral intimiteit. Die sound hoor ik ook bij bepaalde artiesten van Tiny Room terug.”

En wat het experimentele karakter betreft: “Ik heb in het verleden als Erectromorph ook een experimentele plaat gemaakt. Dat was een project waarbij ik veel field-recordings verzamelde en die ging bewerken op de computer. Ik kwam daarvoor in allerlei computerprogramma’s terecht waar ik geen idee van had. Ik had een minidisc en ging op de fiets op pad en ik nam overal geluid op. Volstrekt geobsedeerd was ik, in no time had ik een bibliotheek vol geluid.”

“In die tijd luisterde ik ook veel experimentele elektronica en ook oude minimal music componisten, zoals John Cage, Steve Reich en Terry Riley. Maar ook obscure muziek van outsider music-types. Dat zijn vaak mensen die in contact zijn met dingen waartoe ik niet in staat ben. En die maken toch unieke dingen! Eén naam wil ik graag noemen: Pip Proud! Die heeft een paar platen gemaakt, daarin hoor je gewoonweg de innerlijke strijd, een soort van verlies van realiteitszin. Maar wellicht klopt dat helemaal niet wat ik zeg en hebben we hier te maken met een absoluut vrije geest. In ieder geval, onder andere zijn werk inspireerde me heel erg, omdat dus alles kan. Ik voelde me vrij om met van alles wat aan te klooien.” 

“En zo kwam ik ook uit bij artiesten als (electronica-duo) Autechre. Die hebben dingen gemaakt, waarvan mensen zeggen: 'hoe kun je er naar luisteren, het is een chaos van geluid'. En: 'hoe hou je je daarin staande?' Maar dan zeg ik: 'juist in het oog van de storm is er absolute rust.' In een desorganisatie van geluid kan een absolute schoonheid zitten.”

 

“Ik heb me werkelijk onafhankelijk gemaakt”

Doorheen de jaren heeft Jurgen met heel veel bands muziek uitgebracht waar nationaal en ook internationaal gezien vaak heel positief is geschreven. Maar ondanks dat is het als artiest niet vanzelfsprekend aan de bak te komen. “Het gaat over zingeving en maken van muziek. Er zijn heleboel dingen die zin geven aan mijn leven, maar ik weet nog in de covid-tijd… Ik zat in de zomer bang te zijn voor covid en ik had me ingesloten hier. Ik zat hier alleen liedjes te maken, zonder feedback, of directe waardering van je bandleden. Er was dus geen ‘publiek’, maar ik merkte toen iets. Ik had een nummer afgemaakt, gewoon hier in de tuin met mijn gitaar. Ik had ‘m dus af, met een bak koffie, en ik voelde me zo gelukkig toen!"

“En ik zat bij mezelf te mijmeren, van: daar zit je dan, je hebt een nummer af, je bent supertrots en blij, en je hebt geen publiek! Dit is vrijheid, dit is zingeving. Je wordt niet bevestigd. Je hebt aan niemand verantwoording af te dragen, je staat met je eigen voeten op de grond. Dat was voor mij een fantastische realisatie. Als je dat combineert met het idee dat je bijvoorbeeld niet vanzelfsprekend aan de bak komt ondanks goede kritieken, dan weet je: dit is je kracht, dit is waar het om gaat. Ik heb me werkelijk onafhankelijk gemaakt. Ik zal dus hoe dan ook nooit stoppen en ik zal het voor altijd koesteren om mooie dingen te maken.”  


Het album van wh^rl komt uit op 24 november.