Het is een warme zondagmiddag en terwijl we tegen de middagzon inrijden zien we vanaf de N335 de bakstenen kerk al staan, ook omdat de achtertuin zo’n beetje de berm is. De kerk, gebouwd in 1951, had zijn laatste dienst in 2016. Daarna is het gebouw een tijdlang bezit geweest van een adviesbureau voor zorginstellingen. De enige orgelgeluiden die nu nog uit de hoge, smalle ramen ontsnappen zijn afkomstig uit een Leslie speaker. Nu is het de thuisbasis van Hans Hannemann en zijn, tot voorheen zogenoemde, Twangwolf studio (komen we straks op terug). De studio begon in een herenhuis in Nieuwe Pekela (tevens het huis van Hans' vader). Echter werd het huis verkocht en moesten ze op zoek naar een alternatief. Deze werd uiteindelijk gevonden hier in Niezijl.
Als we de auto parkeren voor de witte hekjes worden we begroet door een blaffende zwart-witte hond. Met de zon op vergroeide voortuin waarover ooit de congregatie van Niezijl naar de zondagsdienst liep, lijkt het net of we ergens in het zuiden van Amerika zijn beland. Dan verschijnt uit de schaduw van de voordeur de boomlange schim van Hans. Gekleed in een corduroy jasje over een zwart hemd met een diepe hals past de Groningse country muzikant precies in het fantasiebeeld dat zijn muziek schept. ‘Dat is Neil (de hond), hij doet niets,’ zegt hij in een karakteristieke zware stem. ‘Hij is alleen blij. Echt een allemansvriend.’
‘Dit is ‘m dan, stelt niet zoveel voor hè.’ De 12 meter hoge ruimte is één grote bak licht en doet alles behalve denken aan een stoffig gebedshuis. Aan de muren hangen felgekleurde isolatieplaten, en er zijn twee knusse zithoekjes ingericht met louter ’70s meubilair. Hoewel er nog steeds een groot kruis hangt op de plek waar ooit een groot orgel stond, doet de verborgen lade met erotische cowboyboekjes in één van de desbetreffende hoekjes hard haar best om de Heer uit de kerk te jagen. Ook mag je er roken: 'Dat vinden bands wel gaaf', vertelt Hans. 'Tegenwoordig mag je in geen enkele studio meer roken. Ze kijken dan altijd heel verbaasd op als ze horen dat er hier gewoon gepaft mag worden.’